-
- Maak een giststarter. Knip de bloemen van de
steeltjes en neem geen of zo weinig mogelijk
groen mee. Doe deze in een gistingsvat. Hak de
rozijnen fijn en doe ze in een pan (spoel de
rozijnen voor het fijnmaken eerst goed schoon met
warm water). Voeg de helft van de suiker samen
met 2½ liter kokend heet water toe. Roer alles
tot de suiker geheel is opgelost. Voeg dit bij de
bloemen zodra alles is afgekoeld. Voeg hierbij
het druivenconcentraat en de zuren vul aan tot
4½ liter Voeg 1 sulfiettabletje toe en laat het
een nacht staan.
- Voeg nu de overige ingrediënten toe, behalve de
suiker.
- Iedere dag meermalen goed doorroeren en 5 dagen
laten gisten.
- Pers de pulp licht uit en zeef de most in een
gistingsfles met een waterslot. Voeg de rest van
de suiker toe telkens als de gisting trager
verloopt.
- Hevel over nadat de laatste suiker is toegevoegd
bij S.G.1010. Voeg een sulfiettabletje toe. Wacht
tot de wijn helder is en hevel weer over. Hevel
elke twee a drie maand over gedurende ca. een
jaar. Steeds een ½ sulfiettabletje toevoegen.
- Na het bottelen minstens 6 maanden laten rusten.
|