1. Hoe groot is de omgevingsdruk op een diepte van 8,5 meter? 13 meter? en op 27,5 meter?
2. Een duiker verbruikt op 15 meter diepte 30 liter per minuut
A. Wat is zijn verbruik aan de oppervlakte?
B. Idem op 30 meter?
C. Idem op 47 meter?
3. Noem de nul-decotijden van 17 meter, 24 meter en 31 meter
4. Een snorkelduiker maakt een vrije duik, met een longvolume van 6 liter en een residu van 2 liter.
Wat is de maximale diepte die hij theoretisch kan bereiken?
5. Het gewicht van een duiker is 80 kg. Gewicht uitrusting is 18 kg, het volume van deze twee gegevens is 108 liter samen.
Hoeveel lood moet de duiker meenemen in zoet water en hoeveel in zout water (s.g.= 1.025 kg/dm3) om uitgetrimd te zijn?
6. Set 2 x 7 x 93 bar. 1 x 7 x 30 bar reserve. Oppervlakte verbruik duiker = 15 ltr/min.
Afdaling in 2,5 minuut naar 36 meter, verbruikt daarbij 105 ltr. lucht.
Opstijging gaat met 18 mtr/minuut en hierbij wordt 84 ltr. lucht verbruikt.
A. Wat is zijn max. bodemtijd (BT) B. Hoeveel lucht is er over in liters en bar.
C. Hoe laat komt de duiker boven, als hij om 10.43 uur begonnen is?
7. Wat is de samenstelling van: A. inademingslucht B. uitademingslucht
8. Waaruit bestaat een duikpak en wat zorgt voor de isolatie.
9. Hoe luidt de wet van Boyle en geef de formule.
10. Als een ballon aan volume op 40 meter diepte nog 20 liter lucht bevat wat is dan de hoeveelheid lucht aan de oppervlakte?
11. Onderwater zien we een voorwerp op een afstand van 45 cm. met een grootte van 60 cm. Wat is de werkelijke afstand en grootte?
12. Wat zijn volgens het V.R. de verplichte uitrustingsstukken.
13. Waaraan moet een trimvest voldoen volgens het V.R.
14. Wat zijn verboden uitrustingsstukken.
15. Waaruit bestaat ons bloed. Waar wordt nieuw bloed in ons lichaam gemaakt.
16. Waardoor ontstaat Kooldioxyde vergiftiging (CO2). Wat moet men doen als remedie.
17. Noem de verschijnselen van decompressieziekte. Wat moet men doen.
18. Waardoor krijgt men bij het duiken last van koolmonoxyde vergiftiging. Wat zijn de verschijnselen.
19. Waardoor onstaat een luchtembolie.
20. Wat kan de oorzaak zijn van een gebarsten trommelvlies onder water.
21. Waarom trek je na het duikpak eerst je trimvest of reddingsvest aan en daarna pas de rest van de duikspullen.
22. Wat is het gevaar van lange tijd in duikpak lopen op een zonnig overgoten strand zonder schaduwplekken. Waarom?
23. Als een duiker de duikfles opmeet, blijkt hij 2500 liters lucht verbruikt te hebben.
Hoeveel kg. lichter is de duiker na zijn duik als het S.G. van lucht 1,2 kg/m3 is?
24. Waardoor wordt diepteroes veroorzaakt. Welk gas bevordert het ontstaan ervan.

dec 1983 - 1 sters theorie examen = tijd 100 minuten

1. Welke zijn de verplichte uitrustings-stukken volgens het V.R.
2. Noem de niet deco tijden [0-deco] van 12-14-21 meter.
3. Waaruit bestaat ons bloed.
4. Zuurstofarm bloed wordt via de longen d.m.v. uitwisseling zuurstofrijkbloed. In welk gedeelte van het hart stroomt het naar binnen.
5. Verhoogt men bij hyperventilatie het zuurstofgehalte? Verklaar je antwoord.
6. Wat is het gevaar van hyperventilatie bij het duiken.
7. Wat zijn de algemene zwemongevallen.
8. Waardoor isoleert een duikpak.Uit welk materiaal is een duikpak meestal gemaakt.
9. Wat is klaren en waarom doen we dit.
10. Waar word "roes der diepte" door veroorzaakt.
11. Hoe noemt men de verbinding tussen mondholte en middenoor.
12. Hoeveel % zuurstof wordt per ademhaling verbruikt.
13. Wat zijn de specifieke duikongevallen die kunnen optreden tijdens de afdaling.
14. Waardoor ontstaat duikerskoliek.
15. Welke zijn de verboden uitrustings-stukken volgens het V.R.
16. Waarom moet men vlak voor een duik alle spullen controleren.
17. Waaraan moet een redding/trimvest volgens het V.R. aan voldoen.
18. Waarom gebruikt men in zoutwater duikend een andere hoeveelheid lood dan in zoet water. Waardoor komt dat.
19. Wat kan er gebeuren als jij, een onervaren persoon die onderwater langs komt zwemmen, van lucht voorziet uit je duikset. Wat kunnen de gevolgen zijn en waarom, als deze persoon opstijgt.
20. Welke wet wordt in vraag 19 bedoelt en hoe luidt de formule.
21. Teken een doorsnede van een tweetraps automaat en verklaar in het kort de werking.
22. Wanneer is een buddylijn verplicht en hoelang mag hij maximaal zijn.
23. Welke reddingsgrepen ken je. Wat is bij het redden van een drenkeling het belangrijkste wat je moet doen.
24. Inhoud duiker 115 ltr, gewicht=88 kg. Gewicht uitrusting=21,5 kg. Hoeveel kg lood moet deze duiker in zoetwater [s.g.1] omdoen om uitgetrimt te zijn? Hoeveel in zoutwater [s.g. 1,025]?
25. Volgens welke wet gebeurt de vorige vraag en hoe luidt deze.
26. Dubbel 10 gevuld tot 198 Bar, reserve 30 Bar. opp.verbruik duiker 14 ltr/min.
AT 15 mtr/min. = verbruik 35 ltr.
OST 15 mtr/min.= verbruik 29 ltr.
a) Hoe lang kan de duiker op 15 meter diepte blijven.
b) Hoe laat komt de duiker boven water, als hij 11.06 uur te water ging.
c) Hoeveel is er over in liters en in Bar.