febr 1982 - 2 sters theorie examen tijd = 90 minuten
DUIKBEREKENING
Gegeven: dubbel 10 set met 200 Bar. reserve op één fles bedraagt 40 Bar.
oppervlakte verbruik duiker is 15 ltr./min. daalt af in 4 min. naar 45 mtr. diepte.
opstijging 18 mtr./min.
Gevraagd:
A. hoelang kan deze duiker max. op deze diepte verblijven.
B. welke decostops en hoelang.
C. hoeveel Bar heeft hij totaal over in zijn set.
D. hoeveel is de duiker lichter geworden, als het s.g. van lucht 1.2 gr/ltr is.
1. Omschrijf de Algemene Gaswet. Geef ook de formule.
2. Wat kan je vertellen over het schijnbare gewicht van 1 kg. aluminium en 1 kg. lood wanneer dit meegenomen wordt onderwater.
3. Een antiek kanon; gewicht 140 kg. en volume van 30 liter, ligt op 30 meter diepte.
We willen dit bergen met een stijgkracht van 3 kg.
A) Welke inhoud moet de luchtzak hebben, als deze een eigen gewicht heeft van 17 kg. Voor het opblazen van de luchtzak hebben we een flesje van 4 liter met een druk van 131 Bar tot onze beschikking.
B) Hebben we voldoende liters lucht om dit karwei te klaren, zo ja hoeveel.
4. Duikfles inhoud 6 liter en begindruk van 20 Bar, wordt gevuld uit 3 bufferflessen in cascadesysteem met drukken van resp. 100,150 en 180 Bar en een inhoud van 50 liter elk.
vraag: a) Wat wordt de einddruk van de duikfles. b) Wat, als men deze alleen gevuld had met de bufferfles met de hoogste begindruk.
5. Een fles wordt gevuld tot een druk van 180 Bar zonder gelijktijdige koeling. De temperatuur loopt op tot 37 graad Celsius. Als de temperatuur uiteindelijk is gedaald tot 10 graden C, wat is dan de druk in de fles.
6. Een fles met inhoud van 5 liter en gevuld met 25 Bar zuurstof wordt gekoppeld aan een fles met een inhoud van 5 liter en gevuld met 125 Bar stikstof. Als we aannemen dat na het openen van de kranen volledige menging optreedt wat worden dan de partiele drukken en wat is de einddruk.
Het volume van de koppeling tussen de flessen mag worden verwaarloosd.
7. Wat verzorgt in ons bloed het transport van de zuurstof.
8. Waardoor ontstaat kooldioxyde vergiftiging [CO2].
9. Waardoor ontstaat koolmonoxyde [CO] vergiftiging en wanneer merk je dat bij het duiken.
10. Waarom houdt men bij mond op mond beademing het hoofd van het slachtoffer achterover.
11. Wat zijn de verschijnselen van Bends, Staggers en Chokes.
12. Hoe ontstaat een duikerskoliek.
13. Wat zijn de veiligheidsmiddelen volgens het VR bij een duik vanaf een boot in stromend water.
14. Wat schrijft het stoomwezen voor betreffende duikflessen die wij meestal gebruiken. Wat staat er zoal ingeslagen.
15. Wat is de bevoegdheid van een 2 sters duiker.
16. Wat is de nul-decotijd van 27 meter, wat bepaalt bij een duikberekening de nul-decotijd.
17. Wat is een thermokline.
18. Noem de lijnsignalen: van duiker naar seinmeester en van seinmeester naar duiker.
19. Wat is squeeze.
20. Waarom is de kans op longscheur de laatste 10 meter het grootst bij de opstijging.
21. Wat zijn de verboden uitrustingsstukken volgens het VR.
22. Waarvoor dienen decotabellen.
23. Wat voor soorten dieptemeters ken je.
24. Waaruit bestaat de: a) inademingslucht b) uitademingslucht.
25. Teken een doorsnede van de eerste trap volgens het paddestoel systeem.
