Oorlogskroniek |
15 januari 1943 1 februari 1943 Vanaf Juli 1942 werden de eerste groepen Nederlandse joden gedeporteerd. "Het Apeldoornse Bos", een inrichting voor geestelijk gehandicapten joden in Apeldoorn, bevond zich in de luwte van de deportaties die zich vooral in Amsterdam afspeelde. De Duitse Gestapo medewerker Aus der Fünten die verantwoordelijk was voor de uitvoering van de jodendeportaties in Amsterdam heeft zich met de ontruiming van het gesticht bemoeid. De Nederlandse spoorwegen kregen de opdracht om goederenwagens voor het vervoer van 1.500 personen op het Apeldoornse rangeerterrein neer te zetten. De patiënten werden s'nachts op vrachtauto's geladen en zo naar de gereedstaande goederenwagens gereden. Hoewel een milde nacht was het toch te koud voor de patiënten die in hun nachtkleding uit het tehuis waren gehaald. 5 februari 1943 Op 10 februari 1943 werd op het Binnenhof in Den Haag met indrukwekkend eerbetoon afscheid genomen van de vijf dagen eerder neergeschoten Luitenant-generaal Hendrik Alexander Seyffardt. Hij was de leider van het Vrijwilligerslegioen Nederland. Seyffardt was het eerste vooraanstaande slachtoffer van politieke liquidaties door de Nederlandse illegaliteit. Een week na de Duitse inval in Rusland op 22 Juni 1941 gaf Seyffardt de aanzet tot vorming van een legioen die samen met de Duitsers het Bolsjewisme moest bestrijden. De psychiater G.Kastein ging samen met Jan Verleun, een katholieke jongen van drieëntwintig jaar, op vrijdagavond 5 februari 1943 naar de woning van Seyffardt in den Haag. Het was al donker toen er werd aangebeld. Seyffardt opende de deur en hem werd gevraagd of hij Generaal Seyffardt was. Het antwoord was bevestigend en meteen schoot Jan Verleun de Generaal twee maal in de buik. Een dag later bezweek hij in het ziekenhuis aan zijn verwondingen. Voor hij stierf had Seyffardt verteld dat de daders van de aanslag waarschijnlijk studenten waren. Hij vroeg tevens om de aanslag niet te vergelden met het leven van gijzelaars. 6 februari 1943 Op bevel van Rauter voerden mannen van de "Sicherheits- en Ordnungspolizei" op 6 februari 1943 razzia's uit op de universiteiten en hogescholen van Amsterdam, Utrecht, Delft en Wageningen. De hoogste Duitse politiechef in Nederland Rauter had redenen om aan te nemen dat bij de moordaanslag op Generaal Seyffardt en eerdere gewelddadige verzetsakties studenten betrokken waren geweest. Drie dagen later waren "Rijkeluiszoontjes" in de westelijke provincies aan de beurt. Degene die de bui zagen aankomen doken onder. 9 februari 1943 13 februari 1943 18 februari
1943 1 maart 1943 13 maart 1943 27 maart 1943 31 maart 1943 Het tweede grote bombardement op Rotterdam. Eerst op 14 mei 1940 door de Duitse luchtmacht en op 31 maart 1943 door de Geallieerden. 33 Amerikaanse bommenwerpers voerden omstreeks half twee in de middag een aanval uit op Rotterdam. Hierbij werden niet alleen strategische doelen getroffen maar ook de dichtbevolkte woonwijk "Tussendijken". Vierhonderd Rotterdammers kwamen hierbij om het leven. Voor een deel hadden de Amerikaanse bommen hun doel bereikt in de havens. Een aantal schepen, haveninstallaties en pakhuizen, het rangeerterrein van de spoorwegen en enkele Duitse marine objecten werden geraakt. Een lading van zeker 100 bommen trof de dichtbevolkte woonwijk "Tussendijken" die binnen tien minuten veranderde in een chaos van puin en as. Daar het net tegen het einde van de lunchpauze liep bevonden veel mensen zich op het kritieke moment thuis. Omdat het einde maart 1943 nog guur weer was hadden velen de kachel branden. Mede hierdoor ontstond een vuurzee die werd aangewakkerd door een harde wind. Daar er geen water was duurde het lang voordat de brand onder controle was. De brandweer beschikte niet over de vereiste aansluitstukken voor de putten die de gemeente voor noodgevallen had geslagen. De berging en identificatie van de slachtoffers duurde nog tot half april. Naast de ca. 400 doden waren er ook nog ca. 400 gewonden en waren 2.600 woningen verloren gegaan. Er ontstond grote woede onder de bevolking om het vergissingsbombardement. 1 april 1943 7 april 1943 9 april 1943 13 april 1943 16 april 1943 22 april 1943 29 april 1943 9.00 uur: De Duitse Generaal Christiansen maakte bekend dat de leden van het voormalig Nederlandse leger terstond opnieuw in krijgsgevangenschap worden weggevoerd. 13.23 uur: Bij een drukkerij in Hengelo worden raambiljetten met de bekendmaking van Christiansen opgehangen. 14.00 uur: De eerste arbeiders van machinefabriek Stork gaan de straat op. 17.00 uur: Negen van de tien grote bedrijven in Hengelo staken. 18.15 uur: Rauter stelt Himmler op de hoogte van de stakingen. 19.30 uur: De eerste Duitse overvalwagens arriveren in Hengelo. 20.00 uur: Instelling van de avondklok. Niemand mag na acht uur s'avonds zich op straat bevinden. 30 april 1943 16.00 uur: Alle Twentse burgemeesters werden voor overleg naar Hengelo geroepen. 20.00 uur: De Hengelose fabrikanten krijgen opdracht hun arbeiders te gebieden weer aan het werk te gaan. 1 mei 1943 3 mei 1943 4 mei 1943 7 mei 1943 9 mei 1943 13 mei 1943 22 mei 1943 20 juni 1943 23 juni 1943 25 juni 1943 1 juli 1943 8 juli 1943 15 juli 1943 22 juli 1943 25 juli 1943 29 juli 1943 17 augustus
1943 27 september
1943 29 september 1943 10 oktober 1943 25 oktober 1943 12 november 1943 Op 12 november 1943 werd als aanvulling op de Vrijwillige Hulppolitie de Landwacht opgericht. Men trad vooral op als steun bij het oppakken van joden en onderduikers en bewaakte de woningen van vooraanstaande NSBers. Gewapend met jachtgeweren, deels in uniform deels in burgerkleding, en om de linkermouw een rode band met in zwarte letters "Landwacht Nederland" kreeg deze bende al snel de bijnaam "Janhagel". 14 november 1943 23 november
1943
|