Oorlogskroniek |
Januari 1945 Het gemiddelde dagrantsoen in West-Nederland is tot 460 calorieën gedaald. Om gezond te blijven heeft een volwassen mens dagelijks minimaal 2.500 calorieën nodig. Na de spoorwegstaking die op 17 september 1944 begon zette de Duitse bezetter het voedsel transport naar het westen van Nederland volledig stop. Drieënhalf miljoen Nederlanders in de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht werden geconfronteerd met een tekort aan levensmiddelen. De strenge winter maakte de ellende nog erger. In oktober 1944 waren er in Amsterdam en Den Haag tekorten ontstaan en begon men met het instellen van Centrale Keukens. Daar kon men in ruil van voedselbonnen en een bijdrage per maaltijd één keer per dag warm eten ophalen. De hoeveelheid voedsel die op distributiekaarten te krijgen was had in oktober 1944 voor volwassenen een waarde van bijna 1.400 calorieën per dag. In december 1944 daalde dat tot 550 calorieën, in januari 1945 tot 460 en in februari 1945 tot 340 calorieën per dag. Zelfs deze geringe hoeveelheden waren niet altijd verkrijgbaar. De stroom- en gasvoorziening werd voor burgers afgesloten. Toen in december 1944 de winter inzette met sneeuw en vorst, eerder en heviger dan gebruikelijk, werd de nood in het westen werkelijk groot. De binnenschepen die waren ingezet om voedsel te leveren aan het westen liepen vast in het ijs op het IJsselmeer. De meeste mensen konden het zich niet veroorloven om levensmiddelen op de zwarte markt te kopen. Een brood van 800 gram kostte in de winkel in december 1944 achttien cent. Op de zwarte markt acht tot vijftien gulden dat overeenkwam met een half weekloon. In januari 1945 was de prijs van een brood van 800 gram al opgelopen tot vijfendertig gulden. Intussen was de situatie in de westelijke steden wanhopig geworden. Mensen hadden zo weinig te eten dat ze uitgeput raakten en stierven. Er was onvoldoende hout om lijkkisten te maken voor de doden. In de Zuiderkerk te Amsterdam lagen honderden onbegraven lijken. Om zich te kunnen warmen hakte men de bomen in de straten om zodat ze konden dienen als brandstof. Men at zelfs oneetbaar geachte producten zoals suikerbieten en bloembollen. Veel stedelingen trokken er op uit om bij de boeren voedsel te halen in ruil tegen goederen. Geld had geen waarde meer. Dagelijks waren er ongeveer 50.000 mensen op pad om eten te zoeken. Het Zweedse Rode Kruis begon met het organiseren van voedseltransporten en op 27 februari 1945 kon men op speciale levensmiddelbonnen Zweeds wittebrood gratis krijgen. Het brood smaakte als gebak. De Zweedse zendingen luidden het einde van de hongersnood in maar de voedselsituatie bleef tot ver na de bevrijding in mei 1945 erbarmelijk. 20 Januari 1945 Maart 1945 3 Maart 1945 3 Maart 1945 7 Maart 1945 Naar aanleiding van de aanslag op Rauter vond de grootste liquidatie plaats. Rauter raakte bij de aanslag zwaar gewond. Waarschijnlijk was het Himmler die hierop de executie eiste van alle ter dood veroordeelden in Nederland. In Amsterdam drieënvijftig, in Utrecht zes, in Den Haag achtendertig, in Amersfoort negenenveertig en bij de Woeste Hoeve op de Veluwe honderdzeventien. 13 maart 1945 30-31 Maart 1945 Eind Maart 1945 2 April 1945 3 April 1945 5 April 1945 6 April 1945 10 April 1945 12 April 1945 13-14 April 1945 15 April 1945 17 April 1945 17 April 1945 18 April 1945 19 April 1945 29 April 1945 Op 29 april 1945, zes dagen voor de bevrijding, dropten Engelse vliegtuigen hun eerste voedselpakketten op Nederlandse bodem. "Operatie Manna" kwam voor de meeste bewoners in het westen net op tijd. Door een schrijnend gebrek aan levensmiddelen was de toestand onhoudbaar geworden. Op het moment dat de vliegtuigen de afgesproken afwerpplaatsen naderden daalden zij tot ongeveer honderd vijftig meter hoogte. Tussen 29 april 1945 en 8 mei 1945 vonden totaal ca. 5.000 droppingvluchten plaats, waaraan 5.391 vliegtuigen deelnamen. 5 Mei 1945 Op 5 mei 1945 capituleerden de Duitse troepen. De bevolking was dolblij en vierde feest waarbij de oranje vlaggen weer wapperden. 7 mei 1945 Hoewel tijdens die dagen heel wat "Moffenmeiden"werden kaalgeschoren bleven massale wraakacties uit. De regering in Londen had al in 1943 een ontwerp gemaakt voor Bijzondere Rechtspleging en Zuivering. Om de feiten strafbaar te kunnen stellen die dat volgens het gewone recht niet waren, werden speciale rechtbanken in het leven geroepen. De strafmaxima werden verdubbeld en de doodstraf weer ingevoerd. Deze besluiten dienden om "Bijltjesdag" te voorkomen. Britse troepen trekken Utrecht binnen. De leider van de N.S.B., Mussert wordt gearresteerd. De Irene-Brigade trekt Den Haag binnen. 8 Mei 1945 Mei 1945 Mei-Juni-Juli 1945 Tegen het einde van de tweede wereldoorlog waren ongeveer negen miljoen dwangarbeiders uit de door Duitsland bezette gebieden in Duitsland werkzaam. De meeste kwamen uit Polen en Rusland. Na de bezetting van Duitsland door de Geallieerde- en Russische legers konden velen van de lang verwachtte vrijheid genieten en op repatriëring naar hun Vaderland wachten. Voor velen uit het oosten gekomen dwangarbeiders heeft het lang geduurd voordat ze naar hun geboorteland konden gaan. Velen werden tot laat in de vijftiger jaren onder mensonwaardige levenswijze in Duitsland ondergebracht. Na de capitulatie van het Duitse leger in Holland begon voor de meeste Hollandse dwangarbeiders, joodse personen, zigeuners en homofielen de vaak zware terugkeer naar Holland. De meeste werden na het beëindigen van de Tweede Wereldoorlog in Duitsland in verzamelkampen ondergebracht en van daar uit in goederenwagens naar Holland getransporteerd tijdens vaak dagenlange reizen. Voor velen was het een teleurstelling als men aan de Hollandse grens aankwam. De Hollandse regering in ballingschap had helemaal geen maatregelen getroffen voor degene die terugkeerde naar Holland. Vele dwangarbeiders werden uitgescholden omdat ze in Duitsland hadden gewerkt en werd ook vaak gevraagd waarom ze niet ondergedoken waren. Aan de grens werd men ondervraagd door personen die daar helemaal niet geschikt voor waren. Velen kwamen in lompen, zonder schoenen en met voetlappen om de voeten over de grens. Velen droegen militaire kleding en werden dan vaak behandeld alsof ze bij het Duitse leger waren geweest. Velen hebben voor hun verdere leven lichamelijke of fysieke schade opgelopen door de in Duitsland doorgebrachte tijd. Op 7 december 1998 heeft Minister-president Kok in een symposium in Amsterdam, waar ca. 700 personen uit de eerder genoemde groepen aanwezig waren, gezegd: "Met het einde van de Tweede Wereldoorlog werd een verschrikkelijke tijd afgesloten. We weten nu vijftig jaar later dat toen met het hijsen van de Hollandse vlag geen einde was gekomen aan het lijden, kommer en pijn in het hart van velen. Het einde van de Tweede wereldoorlog was het begin van een lang en moeilijk proces van verwerken. Een proces dat verder gaat dan de dag van vandaag en alle dagen die nog komen". 15 December 1945
|