HOME

 

Families POFFERT (Feerwerd) en TER WIEL (Garnwerd) [1]

TIES TER WIEL betrokken bij twee scheepsrampen

Stoomschip Anton van Driel gestrand en kapot geslagen op de rotsen van Newfoundland (1919)
Stoomschip Alice H in de Oostzee ten onder door gesprongen zeemijnen (1914)

In het register van naamsaanneming op 31 december 1811 te Ambt Hardenberg [2] staat de aangenomen familienaam Pofferts, in de akten van de burgerlijke stand ook wel verbasterd tot Poffert en Poffers. Voor de hand liggend, want hun wortels liggen in Overijssel "op 't Pofferts op 't Heemserveen", een buurtschap dat tot 1940 behoorde bij Ambt Hardenberg.

Maar waarom koos Martje Derks uit het Groninger dorp Feerwerd voor haar en de kinderen in 1812 voor de achternaam Poffert? Een vraag die wel nooit beantwoord zal worden. En zullen haar kinderen en kleinkinderen ooit nageroepen zijn met 'Poffertje'? De associatie met het kermisgebak heeft geleid tot deze webpagina. De aanleiding is dit keer niet een verwantschap tussen de families Werk en Poffert, want die heb ik niet kunnen ontdekken. Meer voor de hand ligt dat nazaten van Martje Derks en Harm Klasen ooit de geur van poffertjes of ander kermisgebak hebben opgesnoven die opsteeg uit een kraam van de familie Werk.

Ontegenzeggelijk was de familie Poffert 'met handen en voeten' gebonden aan Feerwerd. Harm Klasen, zijn kinderen en kleinkinderen zijn allen geboren te Feerwerd en vóór 1811 daar ook gedoopt. In mannelijke lijn eindigt onderstaande genealogie reeds in de negentiende eeuw bij de tweede generatie. Harm Derks Poffert, de oudste zoon van Derk Harms Poffert, is niet ouder geworden dan  negen jaar; schuitenvaardersknecht Popke Derks Poffert overleed ongehuwd op 23-jarige leeftijd en de derde zoon is levenloos geboren.

Hun zuster Mattje Derks Poffert overleed op 41-jarige leeftijd, echtgenoot Pieter ter Wiel achterlatend met hun driejarige zoon Adrianus. Uit het tweede huwelijk van Pieter met Derktje Kooi is zoon Ties geboren. Ties is zestien jaar oud als hij als lichtmatroos aanmonstert op schoenerbrik Elisabeth [3], 25 jaar later eindigt zijn zeemanscarrière abrupt wanneer hij als gezagvoerder met stoomschip Anton van Driel [4] op de rotsen loopt van Newfoundland. 27 van de 30 bemanningsleden, waaronder Ties van der Wiel, overleven de schipbreuk niet. 

 

Familie Poffert (Feerwerd)

I. Harm Klasen, gedoopt Feerwerd 30 september 1759, overleden Feerwerd tussen juli 1797 en 19 april 1798, timmerman. Zoon van Klaes Harms en Jakobje Berens. Trouwde Feerwerd 22 mei 1785 Martje Derks, geboren omstreeks 1760, overleden Feerwerd (Ezinge) 2 november 1840, dagloonster. Dochter van Derk Pieters en Trientje Harms.
Uit dit huwelijk:
I.1 Klaas Harms, geboren 11 december 1786, gedoopt Feerwerd 31 december 1786, overleden Fransum 11 juni 1808, begraven Feerwerd 16 juni 1808. Nooit getrouwd.
I.2 Derk Harms, geboren 3 mei 1788, gedoopt Feerwerd 11 mei 1788, overleden vóór 1795.
I.3 Jakobje Harms Poffert, gedoopt Feerwerd 11 oktober 1789, overleden (kraambed) Feerwerd (Ezinge) 7 februari 1815, dienstmeid, landbouwster. Trouwde Ezinge 3 november 1814 Albert Jans Kremer, gedoopt Garnwerd-Oostum 27 maart 1786, overleden Ulrum 11 oktober 1821, landman, landbouwer. Zoon van Jan Willems Kremer en Martie Alberts van Weerden.
I.4 Trijnje Harms, geboren 7 februari 1792, gedoopt Feerwerd 8 maart 1792, overleden Feerwerd 20 maart 1810, begraven Feerwerd 22 maart 1810. Nooit getrouwd.
I.5 Derk Harms Poffert, volgt II.
I.6 Harmke Harms Poffert, geboren 19 april 1798 (vader reeds overleden), gedoopt Feerwerd 17 mei 1798, overleden Feerwerd (Ezinge) 8 februari 1823, dienstmeid, daglonervrouw. Trouwde Ezinge 31 december 1818 Klaas Jans Swartsenbergh, geboren 27 april 1800, gedoopt Feerwerd 4 mei 1800, overleden Wetsinge (Adorp) 17 december 1866, boerenknecht, dagloner, inlands kramer, schipper. Zoon van Jan Derks en Grietje Klasen.
Naamsaanneming Ezinge 15 april 1812: Poffert, Martien Derks weduwe van Harm Klasen te Feerwerd voor haar en de kinderen Derk Harms, Jacobje Harms en Harmke Harms. Martien Derks kan niet schrijven.
Bron:  Petronella J.C. Elema, Naamsaanneming in Groningen 1811-1826, Lias, Groningen 1994.
# # # # #

Doopinschrijving Derk Harms.
Bron: Groninger Archieven; Kerkeboek Feerwerd 1666-1811. Collectie DTB (toegang 124). Inventarisnummer 72.

 

II. Derk Harms Poffert, geboren 4 maart 1795, gedoopt Feerwerd 27 maart 1795, overleden Feerwerd (Ezinge) 25 augustus 1869, dagloner, koopman, winkelier. Trouwde Ezinge 25 maart 1819 Grietje Popkes van Dijk, gedoopt Oldehove 31 maart 1799, overleden Feerwerd (Ezinge) 20 december 1869, kleermaakster, daglonervrouw, koopmansvrouw, winkelier. Dochter van Popke Jannes, dagloner, en Anje Sijbrants, dagloonster.
Uit dit huwelijk:
II.1 Harm Derks Poffert, geboren Feerwerd (Ezinge) 18 november 1820, overleden Feerwerd (Ezinge) 20 juni 1830.
II.2 Anje Derks Poffert, geboren Feerwerd (Ezinge) 18 oktober 1822, overleden Oldehove 1 februari 1892, naaister. Trouwde Ezinge 13 november 1852 Jakob Klasens Wiersema, geboren Niehove (Oldehove) 13 januari 1816, overleden Oldehove 27 april 1876, landbouwer. Zoon van Klaas Eijes Wiersema, landbouwer, en Hilje Rieuwerts Medema, landbouwer.
II.3 Popke Derks Poffert, geboren Feerwerd (Ezinge) 21 mei 1825, overleden Wierum (Aduard) 25 juli 1848, schuitenvaardersknecht. Nooit getrouwd.
II.4 Mattje Derks Poffert, geboren Feerwerd (Ezinge) 24 maart 1828, overleden Garnwerd (Ezinge) 7 september 1869, naaister. Trouwde Ezinge 3 maart 1860 Pieter ter Wiel, geboren Garnwerd (Ezinge) 5 juni 1833, overleden Garnwerd (Ezinge) 2 september 1928, begraven te Garnwerd, stuurman (grote vaart), schipper, korenschipper, commissionair, beurtschipper, vrachtschipper. Zoon van Adrianus Pieters ter Wiel, boerenknecht, dagloner, en Grietje Jakobus Kooi, dienstmeid.
II.5 Harmina Poffert, geboren Feerwerd (Ezinge) 10 juli 1830, overleden Feerwerd (Ezinge) 14 april 1856, naaister. Nooit getrouwd.
II.6 Auktje Poffert, geboren Feerwerd (Ezinge) 2 december 1832, overleden Ezinge 18 maart 1858, dienstmeid. Nooit getrouwd.
II.7 Trientje Poffert, geboren Feerwerd (Ezinge) 9 september 1835, overleden Franeker 11 december 1858, naaister. Trouwde Ezinge 12 maart 1858 Matthijs van Vliet, geboren Harlingen 24 september 1826, overleden Muntendam 25 april 1903, pannenbakker, stoker, weduwnaar van Sibbeltje de Vries. Zoon van Oeble Tijssen van Vliet, pannenbakker, en  Sijpkje Teunes de Vries.
II.8 Jacobina Poffert, geboren Feerwerd (Ezinge) 16 januari 1839, overleden Feerwerd (Ezinge) 12 april 1903, naaister. Trouwde Ezinge 28 mei 1864 Jan Dijkstra, geboren Niezijl (Grijpskerk) 12 januari 1831, overleden Feerwerd (Ezinge) 5 januari 1893, timmerman. Zoon van Johannes Douwes Dijkstra, boerenknecht, en Grietje Jans Haan, naaister.
II.9 NN Poffert, levenloos geboren zoon Feerwerd (Ezinge) 25 augustus 1841.
II.10 Jantje Poffert,geboren Feerwerd (Ezinge) 26 februari 1846, overleden Feerwerd (Ezinge) 26 juli 1912, begraven te Feerwerd, wollennaaister, naaister. Trouwde Ezinge 9 december 1871 Jan Nienhuis, geboren Den Andel (Baflo) 11 april 1843, overleden Feerwerd (Ezinge) 1 september 1903, begraven te Feerwerd, kuiper, wagenmaker. Zoon van Cornelis Jans Nienhuis, bakkersknecht, en Catharina Beerends Brouwer.

 

Begraafplaats Feerwerd, mei 2010.  
Gedenksteen Jantje Poffert (II.10), echtgenoot Jan Nienhuis en dochter Grietje Catharina Nienhuis. (Copyright © Henk Werk)
Foute of onduidelijke opgave van de nabestaanden of graveerfout van de steenhouwer? Jantje Poffert is niet op 20 maar op 26 juli 1912 overleden.  
 

 

Familie Ter Wiel (Garnwerd)

I. Pieter ter Wiel, geboren Garnwerd (Ezinge) 5 juni 1833, overleden Garnwerd (Ezinge) 2 september 1928, begraven te Garnwerd, stuurman (grote vaart), schipper, korenschipper, commissionair, beurtschipper, vrachtschipper. Zoon van Adrianus Pieters ter Wiel, boerenknecht, dagloner, en Grietje Jacobus Kooi, dienstmeid.
Trouwde (1) Ezinge 3 maart 1860 Mattje Derks Poffert, geboren Feerwerd (Ezinge) 24 maart 1828, overleden Garnwerd (Ezinge) 7 september 1869, naaister. Dochter van Derk Harms Poffert, dagloner, koopman, winkelier, en Grietje Popkes van Dijk, kleermaakster, daglonervrouw, koopmansvrouw, winkelier.
Uit dit huwelijk:
I.1 Grietje ter Wiel, geboren Garnwerd (Ezinge) 22 juli 1863, overleden Garnwerd (Ezinge) 3 juni 1865.
I.2 Adrianus ter Wiel, geboren Garnwerd (Ezinge) 13 januari 1866, overleden Garnwerd 13 december 1953, begraven te Garnwerd (gezamenlijk graf met halfzuster Tiesiena ter Wiel), (licht)matroos grote vaart, schipper, beurtschipper. Nooit getrouwd.
Trouwde (2) Winsum 10 oktober 1874 Derktje Kooi, geboren Winsum 15 augustus 1848, overleden Garnwerd (Ezinge) 11 mei 1908, begraven te Garnwerd, zonder beroep. Dochter van Jan Jacobus Kooij, landbouwersknecht, en Teijszina Kuiper, dienstmeid.
Uit dit huwelijk:
I.3 Jan ter Wiel, geboren Garnwerd (Ezinge) 3 juli 1875, overleden Overschild (Ten Boer) 13 maart 1954, begraven Overschild 17 maart 1954, schipper, korenschipper (zelfstandig ondernemer), beurtschipper. Trouwde Slochteren 21 juni 1911 Haike Willemsen, geboren Schildwolde (Slochteren) 19 augustus 1890, overleden Overschild (Ten Boer) 24 juli 1955. Dochter van Klaas Willemsen, dienstknecht, en Geertje Wold, dienstmeid.
I.4 Jakobus ter Wiel, geboren Garnwerd (Ezinge) 7 juni 1878, overleden Garnwerd (Ezinge) 24 mei 1879.
I.5 Ties ter Wiel, volgt II.
I.6 Grietje ter Wiel, geboren Garnwerd (Ezinge) 7 september 1879, overleden Zwolle 23 september 1967. Trouwde Ezinge 5 april 1905 Liewe Wieringa (volgens geboorteakte Wierenga, door de vader ondertekend met Wieringa; volgens huwelijksakte: Wieringa), geboren Leens 19 november 1875, overleden Groningen 3 november 1965, schippersknecht, schipper, korenschipper. Zoon van Klaas Wierenga, broodbakker, dagloner, en Martje Faber.
I.7 Tiesiena ter Wiel, geboren Garnwerd (Ezinge) 22 december 1880, overleden Zuidlaren 18 maart 1966, begraven te Garnwerd (gezamenlijk graf met halfbroer Adrianus ter Wiel). Nooit getrouwd.
I.8 Jakobus ter Wiel (Terwiel), geboren Garnwerd (Ezinge) 30 januari 1883, overleden 1958, begraven Chicago, Cook County, Illinois (Mount Greenwood Cemetery). Trouwde Hermina Persenaire (Personmaire).
I.9 Willem Hendrik ter Wiel, geboren Garnwerd (Ezinge) 30 mei 1854, overleden Garnwerd (Ezinge) 2 april 1885.
I.10 Willem Hendrik ter Wiel, geboren Garnwerd (Ezinge) 21 september 1885, overleden Groningen 22 juni 1959, werkman, schipper, los arbeider, arbeider, timmerman. Trouwde Groningen 29 oktober 1914 Sjoerdtje Jasper, geboren Menaldumadeel (Berlikum) 17 mei 1887, overleden Groningen 6 juli 1952, begraven Groningen (Selwerderhof) 10 juli 1952. Dochter van Sije Jasper, arbeider, en Hyke Posthumus.
I.11 Geertruida ter Wiel, geboren Garnwerd (Ezinge) 16 mei 1887, overleden Groningen 25 januari 1967. Trouwde Ezinge 14 juli 1920 Anko Brander, geboren Eenrum 30 november 1892, overleden Slochteren 15 januari 1994, broodbakker. Zoon van Willem Brander, dagloner, en Alida Wolff.
I.12 Derktje ter Wiel, geboren Garnwerd (Ezinge) 26 april 1890, overleden Garnwerd (Ezinge) 14 juni 1891.
# # # # #
II. Ties ter Wiel, geboren Garnwerd (Ezinge) 12 februari 1878, overleden op zee (schipbreuk) ter hoogte van St. Shott's (Newfoundland, Canada) 29 december 1919 [5], lichtmatroos schoenerbrik Elisabeth, schoener Tjapko en bark Triton, 1e stuurman bark Nijenstein [6], geslaagd voor eerste stuurman grote stoomvaart Den Haag 17 juli 1907, 1e officier ss Alice H, gezagvoerder ss Anton van Driel. Trouwde Kantens 5 februari 1908 Gezina Harmanna Havinga, geboren Eppenhuizen (Kantens) 6 februari 1882, overleden Chicago (Illinois, USA) 17 april 1931 als gevolg van een verwaarloosde blindedarmontsteking, begraven Forest Park, Cook County, Illinois (Forest Home Cemetery). Dochter van Sijpko Havinga, hoofdonderwijzer, en Harmanna Bos.
Uit dit huwelijk:
II.1 Pieter Adrianus ter Wiel, geboren Rotterdam 4 december 1908, gedoopt Chicago (St. Thomas of Canturbury) 1 april 1938, overleden Countryside (Illinois, USA) (La Grange Memorial Hospital) 14 juli 2000, 12 januari 1928 genaturaliseerd tot Amerikaans staatsburger, arriveerde New York 9 mei 1928 met ss Nieuw Amsterdam.
Trouwde (1) Monica Wysiecki.
Trouwde (2) Josephine Mary Hrywniak, geboren Chicago (Illinois, USA) 19 maart 1917,gedoopt Chicago (St. Joseph Church) 25 maart 1917, overleden  Willow Springs (Illinois, USA) 10 februari 2004, begraven Chicago (Resurrection Cemetry) 13 februari 2004.
Uit dit huwelijk: Anne Marie Terwiel [7].
II.2 Harmanna Gezina ter Wiel, geboren Rotterdam 22 november 1911. Trouwde William Frank Marx, geboren in Oostenrijk 22 mei 1908.
II.3 Derktje Anette ter Wiel, geboren Rotterdam 29 maart 1917.
Trouwde (1) Johnny Greer.
Trouwde (2) Howard Lighty.
II.4 Ties ter Wiel, geboren Rotterdam 4 februari 1920.

 

[7]  
  [5]

 

Nieuw bestaan in de Verenigde Staten
Gezina Harmanna Havinga hertrouwde Rotterdam 9 juni 1926 Cornelis Bonthuis ("Amerikaansch onderdaan"), geboren Uithuizen 11 maart 1875, overleden Chicago? 3 maart 1949, begraven Forest Park, Cook County, Illinois (Forest Home Cemetery), arbeider, koopman in vaten, weduwnaar van Anna Henderika Havinga, oudere zus van Gezina Harmanna Havinga, geboren Eppenhuizen (Kantens) 12 maart 1875, overleden Chicago 9 mei 1924, begraven Forest Park, Cook County, Illinois (Forest Home Cemetery). Zoon van Siewerdhardus Derk Bonthuis, landbouwer, en Hebeltje Beijernoordt.
Cornelis Bonthuis en Anna Henderika Havinga emigreerden in 1899 naar de Verenigde Staten en vestigden zich te Chicago. Hun eerste kind, Cornelius, overleed  aldaar op 26 mei 1900 na vier maanden en veertien dagen. Keerden kennelijk terug in Nederland, want met drie kinderen (Hermina (1904-1991), Helena (1905-1997) en Sijpko (1907-1993)) arriveerden zij met ss Noordam op 5 oktober 1908 te New York (Ellis Islands). Nakomer Charles is geboren Chicago 26 mei 1914 en overleed in 1992.
Na hun huwelijk vertrokken Cornelis en Gezina naar de Verenigde Staten. Zij arriveerden met ss Ryndam op 15 september 1926 te New York.
Cornelis en Gezina vertrokken zonder hun vier (stief)kinderen. Op vergevorderde leeftijd zorgde de 78-jarige Harmanna Bos tijdelijk voor haar kleinkinderen, waarvan Pieter Adrianus met zeventien jaar de oudste. Kennelijk hadden zij het erg naar hun zin, want tegenstribbelend ("kicking and screaming" aldus Gezina's kleindochter Anne Marie Terwiel) aanvaarden de vier hun gedwongen vertrek uit Nederland. Reeds genaturaliseerd tot Amerikaans staatsburger arriveerden de vier jonge emigranten met ss Nieuw Amsterdam op 9 mei 1928 te New York.

 

Stoomschip Anton van Driel gestrand en kapot geslagen op de rotsen van Newfoundland (1919)

Rotterdam maandag 17 november 1919, in opdracht van de Nederlandse regering en onder gezag van kapitein Ties ter Wiel vertrekt de 2522 ton metende ss Anton van Driel met bestemming Sydney aan de Canadese oostkust. Door het buitengewoon slechte weer duurt de reis maar liefst 27 dagen. De hoop vóór Kerstmis weer thuis te zijn is vervlogen. Nog meer omdat de boycot door de Canadese regering, als gevolg van de Amerikaanse mijnwerkersstaking, moet worden afgewacht  alvorens 3800 ton steenkool kan worden geladen. Twee weken na aankomst gaan de trossen los op zaterdag 27 december.

Ties ter Wiel kiest de gebruikelijke noordelijke route, die in de regel ook werd gevolgd door de passagiersschepen van de Holland-Amerikalijn. ss Anton van Driel is twee dagen onderweg als het noodlot toeslaat aan de zuidkust van Newfoundland. Ter hoogte van het vissersdorpje St. Shott's [8] loopt het stoomschip zondagavond in het pikkedonker op de rotsen. Bakboordzijde slagen alle bemanningsleden, sommigen halfnaakt, aan boord van een van de twee gestreken reddingssloepen te komen. Roeien naar de rotsige kust in een poging aan land te komen is uitgesloten en omdat hun schip niet meer zo werkt valt het besluit terug aan boord te gaan. Slechts twee van de 29 bemanningsleden lukt dit en overleven de ramp: 2e stuurman Van der Ploeg en stoker Bredius. De overigen sterven de verdrinkingsdood. Tot hun niet geringe verbazing treffen zij in de telegrafiehut tremmer Michel aan, die zich in Sydney had gemonsterd. De vorige dag gewond geraakt aan een voet en zich verwarmend aan een kachel was de paniek hem volledig ontgaan. Gedrieën trekken zij droge kleren aan van 1e machinist Rotermundt. De volgende morgen bij daglicht doen zij een tevergeefse poging een oude werkboot in gereedheid te brengen. Woensdagmorgen worden zij uiteindelijk gered door de Canadese stoomsleepboot A.P. Ingraham en te Trepassey aan land gezet. Het passagiersschip ss Nieuw-Amsterdam brengt beide Nederlanders vanuit New York naar thuishaven Rotterdam.

Ruim een maand na de scheepsramp meldt het Amersfoortsch Dagblad dat ss Anton van Driel "geheel uit elkaar geslagen is. Alleen de boeg steekt nog boven de rotsen uit; 21 lijken zijn geborgen." [9]

 

Hieronder volgt het volledige verslag dat door dagblad Het Vaderland is opgetekend uit de mond van 2e stuurman Van der Ploeg. [10, 11]
DE GEREDDEN VAN DE ANTON VAN DRIEL
Met de Nieuw-Amsterdam zijn te Rotterdam aangekomen de 2e stuurman D. v. d. Ploeg en de stoker Bredius van het op 22 [sic, 29] Dec. op de rotsen van New-Foudland vergane stoomschip Anton van Driel.
Stuurman v. d. Ploeg heeft het Hbld.[hoofdblad] een relaas gegeven van de scheepsramp, waarbij 26 leden der bemanning van dit schip, dat midden in den winter naar Novo [sic, Nova] Scotia was gedirigeerd, het leven verloren.
Op 17 Nov. was de Anton van Driel uitgevaren en eerst na 27 dagen - het weer was buitengewoon slecht - te Sydney in Canada aangekomen. Het schip had in deze plaats kolen ingenomen en had Zaterdag 27 December de thuisreis aanvaard, langs de gewone route bezuiden New-Foundland.
Hoewel er veel deining stond en zoo nu en dan wat water overkwam, was het weer op de thuisreis niet slecht te noemen.
Toen het ongeluk gebeurde, was stuurman v. d. Ploeg de laatste 7 uur van wacht, hij lag dus te kooi en werd wakker door de ongewone beweging van het schip, door het heftig loeien van de stoomfluit, terwijl tegelijkertijd de derde stuurman [R. Kuiper] naar boven kwam en hem de order overbracht: "Alles aan dek, de booten moeten klaargemaakt worden, we zitten op de rotsen."
Dit was Zondagavond te 11 uur ongeveer. Hoe de ramp zich had toegedragen wist stuurman v. d. Ploeg niet. Later is het hem echter voorgekomen, dat waarschijnlijk een onbekende stroom het schip de inham heeft ingedreven ten N. van Kaap Shots, waaruit het door een tegenstroom vastgeloopen is op de rotsen voor die kaap aan het z.g. Eastern Head. Meer naar het oosten op het Eastern Head bevindt zich een vuur, dat waarschijnlijk geblindeerd [niet te zien] was voor [vanaf] de plaats waar de Anton van Driel heengedreven was.
Het schip slingerde en stootte hevig, zoo erg, dat besloten werd in de booten te gaan.
Van alle zijden was de bemanning komen toesnellen, sommigen half naakt.
Men begon met stuurboordsboot te strijken met de bedoeling deze boot om den kop van het schip heen, naar bakboord te halen. Drie man wisten in de boot te komen, de kabels werden gekapt en losgesneden, maar toen men de bewuste manoeuvre wilde beginnen, brak de vanglijn. De drie inzittenden wisten echter, profiteerende van wind en zeeën aan bakboord te komen, waar men klaar stond met een nieuwe vanglijn, die de mannen in de boot grepen. Aan bakboord zijn de beide sloepen bemand, stuurman v. d. Ploeg en de kapitein waren de laatsten, die het schip verlieten.
In den stikdonkeren nacht dreef men toen tusschen schip en wal, tusschen de onbekende rotsen. Men trachtte zooveel mogelijk op en neer te houden, d.w.z. in de nabijheid van het schip te blijven. Golven water sloegen over, zoodat men onophoudelijk moest blijven hoozen.
Men merkte na eenigen tijd op, dat het schip zelf nier meer zoo hevig werkte. Van naar land roeien was geen sprake, het besluit lag dus voor de hand, dat men trachten zou, weer aan boord te komen. Met heel veel moeite kwamen de booten langszij het schip, waar de stuurboordsloep, waarin v. d. Ploeg en de kapitein zich bevonden, het geluk had de afgekapte vanglijn weer op te pikken.
De kapitein riep nu den vrijwilliger op, die 't eerst den sprong zou wagen uit de boot naar het schip terug. Stuurman v. d. Ploeg wachtte tot ze op den kop van een zee kwamen, hij greep een takel en wist zich behendig aan boord te werken Onmiddellijk greep hij het eind van de vanglijn en begon dat te hanteeren om het aan boord komen van de anderen te vergemakkelijken. Slechts één van hen, de mede geredde stoker Bredius, waagde het 't voorbeeld van v. d. Ploeg te volgen. De anderen waren waarschijnlijk te verstijfd om den moeilijken sprong te wagen. Zij riepen om een strormleer [trapleer, ladder] en nadat v. d. Ploeg den stoker, die maar halverwege kon komen, had binnengehaald, ging hij naar dat voorwerp, dat vooruit lag, zoeken. Inmiddels sloegen van stuurboord nog altijd de zeeën over. Met heel veel moeite haalde v. d. Ploeg de stormleer te voorschijn en terwijl hij er mee kwam aansjouwen naar zijn maat, den stoker Bredius, die nu met de vanglijn in handen stond, toe, hoorde hij den angstkreet: "Stuurman, de boot is los." Hij riep nog terug: "Roei op," zocht onderwijl naar een ander touw, dat als vanglijn zou kunnen dienen, hoorde nog schreeuwen, maar heeft de boot niet meer gezien. De andere boot, de bakboordssloep, heeft heelemaal het schip niet meer kunnen naderen. Ook de bezetting van deze sloep is in den duisteren nacht verdwenen.
Stuurman v. d. Ploeg en stoker Bredius dachten nu alleen aan boord te zijn, maar terwijl de stuurman met de stormleer kwam aansjouwen en Bredius iets toeriep, kreeg hij uit de draadlooze telegrafiehut antwoord van een in Sydney gemonsterden tremmer, die den vorigen dag zijn voet had bezeerd en tijdens de paniek en de ramp bij een kachel in die hut zich had zitten te verwarmen, zonder dat hij bemerkte, dat men van boord was gegaan.
Gedrieën stonden de menschen nu aan boord. Ze kropen in een der bakboordshutten, die van den eersten machinist [W.J. Rotermundt], grepen uit de laden wat droog goed en kleedden zich zooveel mogelijk in andere kleeren.
Toen de dag aanbrak, werd nog gepoogd een oude werkboot, die zich aan boord bevond, in gereedheid te brengen, men gaf dit echter op. Op de rotsen aan de aan de landzijde zag men zwaaien met lichten en zag men visschers zich bewegen, die men zoo goed en kwaad het ging seinen gaf ten teeken, dat er nog levenden zich aan boord bevonden.
Dinsdagmorgen [woensdagmorgen 31 december], nadat men dertig uur aan boord was geweest van het steeds wrakker wordende schip, terwijl men de zekerheid had, dat de maats allen den dood in de golven hadden gevonden, kwam de redding brengende sleepboot in zicht.

 

 ss Anton van Driel vertrokken uit Sydney op Cape Breton Island (Nova Scotia, Nieuw Schotland)
Gestrand ter hoogte van St. Shott's op het zuidelijkste puntje van het schiereiland Avalon (Newfoundland)

 

Stoomschip Alice H in de Oostzee ten onder door gesprongen zeemijnen (1914)

In de nacht van 20 op 21 augustus 1914, twee maanden na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, zinkt stoomschip Alice H [12] in de Oostzee, 20 mijl ten noorden van het eiland Dagö (Hiiumaa, Estland). Matroos K. Heeres staat aan het roer en 1e officier Ties ter Wiel aan het kompas wanneer hun schip, varend in konvooi, op een mijn loopt. Het gehele voorschip wordt uit elkaar geslagen, maar zinkt nog niet. Een luik wordt in de lucht geslingerd. Grote stukken hout en balken vallen rondom hen neer. De kapitein slaapt in de kaartenkamer en springt naar buiten. Zijn vrouw komt op blote voeten en in nachtgewaad aan dek en vraagt: "Wat gebeurt er". Het zijn de laatste woorden die Heeres van haar heeft gehoord. Een tweede en derde mijn springen onder het ketelruim en onder het achterschip uit elkaar en betekenen de genadeklap.

"We zagen nog de "Alice" met den kop naar boven zinken", volgens Heeres, die met twaalf andere bemanningsleden het vege lijf in de aan bakboordzijde gestreken reddingboot weten te redden. De reddingboot aan stuurboordzijde gaat met tien collega's ten onder in de golven. Onder hen kapitein Jan Rente Smit en zijn vrouw Jansje Pals, amper drie maanden eerder te Rotterdam getrouwd. [13] 2e officier Charles Currie en donkeyman [hulpstoker] A. van der Vindt hebben meer geluk. Zij zien kans met zwemvest om zich vast te klampen aan stukken hout en worden door Heeres en de zijnen aan boord gehesen. De zoektocht naar andere bemanningsleden wordt na twee uur gestaakt. Na acht uur zeilen bereiken de overlevenden Dagö. Daar vernemen zij dat stoomschip Houtdijk, het achterste schip in het dertien schepen tellende konvooi, eveneens door mijnen is getroffen en is gezonken.

Met prachtig weer en bestemming Helsingborg verlaat stoomschip Alice H op 18 augustus 's morgens acht uur de haven van de toenmalige Russische hoofdstad St. Petersburg. Op ongeveer een uur varen ligt het Russische eiland Kronsjtadt (Kotlin) waar een Russische loods en marineofficier aan boord komen. Op nog een uur varen ligt een wachtschip, de loods stapt van boord en onder begeleiding van een loodsstoomboot vervolgt Alice H zijn vaart in de Finse Golf. "Om half zes namiddags vertrok het loodsstoomschip en kon men zonder gevaar verder stoomen." Aldus het relaas van Ties ter Wiel in het Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander [14], gedetailleerder en nogal afwijkend van het verslag van matroos Heeres in dagblad Het Volk [15]. De laatste laat hun schip om zes uur 's avonds uit St. Petersburg vertrekken, ter hoogte van Kronsjtadt voor anker gaan en de reis de volgende middag onder begeleiding van een torpedoboot vervolgen.

Ter Wiel: "Op den 19den Augustus, 's morgens half zes, werden de schepen door een Russische gouvernementsstoomboot aangehouden en werd last gegeven onmiddellijk de Papenwickbocht binnen te loopen en daar verdere orders af te wachten. 's Morgens om acht uur ging men in die bocht voor anker en om elf uur heesch het gouvernementsstoomschip de vlag en gaf het signaal om te volgen. Om twaalf uur 's middags verlieten beide stoomschepen [Alice H en de Houtdijk] met nog 11 andere de Papenwickbocht [16], begeleid door de gouvernementsstoomboot." Om tien minuten voor zeven bereikt het konvooi Nargö (eiland Naissaar ten noorden van Tallinn), veilig door het mijnenveld [17] geloodst en zonder begeleiding verder varend. Afgaande op Heeres voert de Alice H het konvooi aan, de Houtdijk sluit de rij. "Ik stond wacht. Het was een prachtige nacht, en nog te 12 uur telde ik de schepen achter ons aan de toplichten : zij waren er nog alle 13." Een uur later ontploft de eerste mijn, de reddingboten  worden deels neergelaten. De Alice H begint nog geen half uur later onmiddellijk te zinken wanneer de tweede mijn ontploft. De bemanning gaat onmiddellijk in de reddingboten en maakt dat zij wegkomt.

De bemanning van beide Nederlandse stoomschepen reist naar Nederland via Reval (Tallinn, hoofdstad van Estland), waar tegenover de Nederlandse consul een verklaring wordt afgelegd, Hamburg en Groningen. Woensdagavond 2 september loopt de trein het Rotterdams Maasstation binnen. Ruim twee maanden na hun aankomst bericht Het nieuws van den dag: "De Raad [voor de Scheepvaart] was van oordeel, dat allen, die aan boord waren, blijkbaar hun plicht hebben gedaan en dat de reddingsmiddelen behoorlijk in orde waren." [18] 


Noten en geraadpleegde bronnen

[1] Feerwerd en Garnwerd maakten tot en met 1989 deel uit van de gemeente Ezinge. Zijn met Ezinge in 1990 opgegaan in de gemeente Winsum.
Aantal huizen en inwoners in 1840: Feerwerd 41 / 278; Garnwerd 80 / 465.
Bron: Frank van den Hoven, De Topografische Gids van Nederland, Filatop, Amersfoort 1997.
[2] Aanvraagster Diena Gerrits, sinds 10 april 1811 weduwe van Harm Teunis, namens haar kinderen Hemptien, Teunis, Derkjen, Gerritdiena, Stijntje en Berend. Gerritdiena trouwt in 1814 onder de familienaam Teunissen; broer Berend in 1829 onder de familienaam Pofferts.
Bron: Historische Vereniging Hardenberg en omgeving. 
[3] Schoenerbrik Elisabeth, (ex Watergeus, ex Willey), 253 ton oude meting, bouwjaar: 1868, werf: Prince Edward Island, op Uggerby Sand gestrand, wrak. Van 1890 tot 1895 varend voor scheepsreder. Minne Egberts Kuiper. Een van de zeven bemanningsleden was halfbroer Adrianus ter Wiel, matroos.
[4] Kenmerken stoomschip Anton van Driel:
Eigenaar: N.V. Stoomschip Anton van Driel, Rotterdam; werf: A. Vuijk & Zonen Scheepswerf N.V., bouwnummer: 449; tonnage: 2522 bruto registerton en 1499 netto registerton; vermogen: 1300 pk; snelheid: 9,5 knopen (1 knoop = 1 zeemijl (1852 meter) per uur); in 1917 in de vaart genomen.
[5] CBG, Den Haag, familieadvertenties Ter Wiel (tot 1970).
[6] Monsterrollen Noordelijk Scheepvaartmuseum, Groningen.
[7] Foto beschikbaar gesteld door Anne Marie Ryan-Terwiel, kleindochter van Ties ter Wiel.
Via internet vanuit de Verenigde Staten van Amerika doet zij genealogisch onderzoek naar familie Ter Wiel. Generatie II kon ik dankzij haar aanvullen met de kinderen van Ties ter Wiel en Gezina Harmanna Havinga en hun nieuwe bestaan met moeder en stiefvader (en oom) Cornelius Bonthuis.
[8] St. Shott's, Newfoundland

Plaatselijk bekend als het "kerkhof van de Atlantische Oceaan," vanwege het grote aantal scheepswrakken in het gebied. St. Shott's is gelegen op de zuidpunt van het schiereiland Avalon aan de ingang van Saint Mary's Bay.

Een van de eerste geregistreerde scheepsrampen was de stranding op 10 november 1816 van de Britse oorlogsbodem HMS Harpooner.

De naam St. Shott's is vermoedelijk afgeleid van de in 1544 door Franse cartografen gegeven naam "Cap de Chincete": een oude Franse term voor "vodje", vermoedelijk een verwijzing naar de ruige, rafelige kustlijn. Kreeg in de zeventiende eeuw de naam Sanshot en uiteindelijk in 1770 door kapitein Cook op de kaart gezet als St. Shott's. In de 16e en 17e eeuw 's zomers gebruikt als visstation door Franse, Baskische, Spaanse, Portugese en Engelse vissers. Vanuit Trepassey vestigde zich in 1815 het eerste gezin op deze plek.

Bron: Les Harding, Exploring The Avalon, St. John's Newfoundland 1998.

[9] Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander, 9 februari 1920.
[10] Het Vaderland, zaterdag 24 januari 1920, onder de kop GEMENGD NIEUWS. Koninklijke Bibliotheek, Den Haag, Historische Kranten.
[11] Bemanning ss Anton van Driel
Aantal bemanningsleden uit Rotterdam vertrokken: 29, waarvan twee de ramp hebben overleefd.
T.[ies] ter Wiel, kapitein uit Rotterdam
H. de Jonge, 1e stuurman uit Rotterdam; D. van der Ploeg, 2e stuurman; R. Kuiper, 3e stuurman
Mathee Wissen [René Marie Joseph Antoine Mattheussens], marconist uit Ossendrecht
W.J. Rotermundt, 1e machinist uit Rotterdam; G. van Kapshove, 2e machinist; N.[icolaas] C.[ornelis] Brittijn, 3e machinist uit Dordrecht
C. Vermeijden, hofmeester; H. Bos, bediende; W. Kriek, scheepsjongen; G.A. Riedé, kok; J. Beetstra, koksmaat
W. Jordi, matroos uit Vlissingen; G. van den Klooster, matroos; A.B.J. Tegelen, matroos, L. van Poelje, matroos; A. de Goede en J. IJzerman, beiden matroos onder de gage [beginnend matroos ook lichtmatroos genoemd]
J.L. Voermans, donkeyman [hulpstoker]; H. van der Hoek, olieman; R. van den Berg, olieman; M. Bredius, stoker; J. van der Hoek, stoker; F.D. Van der Meer, stoker; M. Kiesbrink, tremmer; A. Philipse, tremmer; B. de Deugd, tremmer [kolentremmer = man die de kolen uit het kolenruim naar de machinekamer brengt]
J.P.D. Pieters, bootsman.
[Bron: Groninger Archieven, Nieuwsblad van het Noorden, woensdag 31 december 1919.]
[12] Kenmerken stoomschip Alice H:
Eigenaar: Stoomvaart Maatschappij Sophie H, Rotterdam; werf: Rotterdamsche Droogdok Mij N.V., Rotterdam, bouwnummer: 29; afmetingen: lengte = 99,10 m, breedte = 14,35 m, hoogte = 7,40 m, diepte = 4,80 m; tonnage: 3052 bruto registerton en 1895 netto registerton; aandrijving: triple-expansiemachine, drie cilinders; vermogen: 990 apk; snelheid: 8 knopen; in 1912 in de vaart genomen.
[13] Bemanning ss Alice H
Aantal bemanningsleden uit St. Petersburg vertrokken: 23, waarvan 13 de ramp hebben overleefd.
Omgekomen:
Jan Rente Smit
, geboren Nieuwe Pekela 6 september 1879, overleden (verdronken in de Oostzee) 21 augustus 1914, kapitein ss Alice H. Zoon van Jan Smit, zeeman, en Tallina Winter. Trouwde Rotterdam 27 mei 1914 Jansje Pals, geboren Surijp (Terschelling) 12 juni 1890, overleden (verdronken in de Oostzee) 21 augustus 1914. Dochter van Andries Pals, zeeman, en Japke Lieuwen.
Arie van Heijningen, 2e machinist; Jacob van der Sloot, hofmeester; Adrianus Kortleven, matroos; Willem de Waardt, matroos; Gerrit van Hoften, lichtmatroos; Frank Foort, stoker; Willem E. Alessie, tremmer en Evert Foort, stoker.
Overlevenden:
Ties ter Wiel, 1e officier, gehuwd, Rotterdam; Charles Currie, 2e officier; H. Kuipers; 1e machinist; A. Lanser, 3e machinist; H. Thorsen, kok; T. Kooiman, hofmeesterbediende; G. Beishuizen, matroos; K. Heeres, matroos, Vlissingen; G. de Boer, lichtmatroos; A. van der Vindt, donkeyman; J. B. van der Horst, olieman; L. Ketting, stoker, Vlaardingen en W. B. Bienen, tremmer.
[Bronnen: Leeuwarder Courant, 31 augustus 1914 en Het nieuws van den dag: kleine courant, 31 augustus 1914.]
[14] Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander, 5 september 1914.
[15] Het Volk: dagblad voor de arbeiderspartij, 4 september 1914. Koninklijke Bibliotheek, Den Haag, Historische Kranten.
[16] Bekeken in de vaarrichting van oost naar west liggen aan de noordkust van Estland drie baaien naast elkaar: Kasperwick (Kasperwiek, Kasper-Wiek), Monkwick (Monkwiek, Monk-Wiek, Mark-wick, Munkewick) en Paponwick (Papenwiek, Papen-Wiek, Papenwik, Papilaht). Wiek staat in het Duits voor bocht of inham. Huidige Estse benamingen respectievelijk Käsmu laht (laht betekent baai), Eru laht en Hara laht.
De afstand tussen Hara laht en het eiland Naissaar (hemelsbreed grofweg 65 km) werd door het konvooi in ongeveer zeven uur overbrugd. Het konvooi zou dan met een snelheid van een knoop of vijf (negen kilometer in het uur) hebben gevaren. De maximumsnelheid van de Alice H was acht knopen.
[17] De mijnen waren gelegd door de tot hulpmijnenlegger omgebouwde veerboot Deutschland, die in de Finse Golf in de nacht van 17 op 18 augustus 200 mijnen had gelegd. [Bron: shipmotions, website van Johan Journée]. 'Berlijn' ontkende en beweerde dat de mijnen door Rusland waren gelegd. [Bron: Het Volk: dagblad voor de arbeiderspartij, 25 augustus 1914. Koninklijke Bibliotheek, Den Haag, Historische Kranten]
[18] Het nieuws van den dag: kleine courant, 9 oktober 1914. Koninklijke Bibliotheek, Den Haag, Historische Kranten

 


 

Heeft U vragen? Mist U informatie of heeft U tips? Deponeer ze in mijn elektronische brievenbus.

Nieuwe pagina: 7 juni 2010. Voor het laatst bijgewerkt: 21 juni 2018.

Copyright © Henk Werk Met uitzondering van genealogische data is gehele of gedeeltelijke overname alleen toegestaan na schriftelijke toestemming.