Familie STUVE
Fabricage en verkoop 'nougat de Montélimar' onder de handelsnaam STUVÉ
GENERATIE I | ||
I. Gerhard Hermann Stüve, geboren omstreeks 1765, afkomstig van 'Gulik Stad in 't Holsteijnse Greff:', overleden Amsterdam 18 december 1826, kleermaker. Trouwde (ondertrouw) Amsterdam 30 oktober 1789 Trijntje Staal, gedoopt Amsterdam (Nederlands Hervormd, Nieuwe Kerk) 1 mei 1768, overleden in het kraambed, begraven Amsterdam (Heiligewegs- en Leidsche Kerkhof) 6 oktober 1805. Dochter van Dirk Staal en Anna Thomasz. | ||
Uit dit huwelijk: | ||
I.1 Frans Hendrik Stuve, gedoopt Amsterdam (Nederlands Hervormd, Nieuwe Kerk) 12 oktober 1791, overleden vóór 1797. | ||
I.2 Anna Stuve, geboren Amsterdam 12 maart 1794, gedoopt Amsterdam (Nederlands Hervormd, Nieuwezijds Kapel) 14 maart 1794, overleden Amsterdam 26 maart 1855, dienstbaar. | ||
|
||
I.3 Frantz Hendrik Stuve, volgt II. | ||
I.4 Trijntie Stuve, geboren Amsterdam 2
oktober 1805, overleden Amsterdam 16 mei 1861,
werkster. Uit haar: Aagje Cornelia Stuve, Francisca Henrietta Stuiwe, Hendrik Stuus en Janus Stuve. |
||
# # # # # |
GENERATIE II |
II. Frantz Hendrik Stuve, gedoopt Amsterdam (Nederlands Hervormd, Nieuwezijds Kapel) 29 januari 1797, overleden Amsterdam 14 februari 1876, kleermaker(sknecht) (1819-1842), kleermaker (1843-1865). Trouwde Amsterdam 4 augustus 1819 Willemina Overmeijer, gedoopt Amsterdam (Nederlands Hervormd, Westerkerk) 11 november 1792, overleden Amsterdam 25 oktober 1861, werkster. Dochter van Willem Overmeijer en Willemeijntje Scholtz. |
Uit dit huwelijk: |
II.1 Gerhardus Willem Stuve, geboren Amsterdam 6 september 1819, overleden Amsterdam 28 oktober 1857, kleermakersknecht / milicien (1842), aanspreker (1848), kleermaker. Trouwde Amsterdam 31 augustus 1842 Magdalena Switser, geboren Amsterdam 11 februari 1819, overleden Amsterdam 12 oktober 1904, winkelierster. Dochter van Jacobus Switser en Magdalena Decker. |
II.2 Willem Stuve, volgt III. |
II.3 Frantz Hendrik Stuve, geboren Amsterdam 27 september 1823, overleden Amsterdam, 9 mei 1887, smidsknecht, kopergieter. Trouwde Amsterdam 6 november 1851 Maria Elizabet Siemons, geboren Amsterdam 4 maart 1828, overleden Amsterdam 12 juli 1899. Dochter van Siemon Cornelius Siemons, smid(sknecht), en Joanna Catharina Muller. |
II.4 Willemina Stuve, geboren Amsterdam 31 januari 1826, overleden Amsterdam 1 december 1911. Trouwde Amsterdam 7 mei 1845 Johan Hendrik Rink, geboren Amsterdam 21 januari 1820, overleden vóór 1869, smidsknecht. Zoon van Martinus Rink, pakhuisknecht, en Elisabeth Eijlders. |
II.5 Johannes Jacobus Stuve, geboren Amsterdam 18 september 1828, overleden Amsterdam (Binnengasthuis) 5 augustus 1855, kleermaker. |
Ernstig ziek |
Wat Johannes Jacobus Stuve mankeerde en waaraan hij overleed is niet bekend. Zijn ziekte / gebrek moet ernstig zijn geweest, want anderhalf jaar voor zijn overlijden werd hij drie keer langdurig verpleegd in het Binnengasthuis: respectievelijk gedurende 70, 76 en , tot aan zijn overlijden, 107 dagen. |
# # # # # |
GENERATIE III |
III. Willem Stuve, geboren Amsterdam 14 september 1821, overleden Amsterdam 23 oktober 1872, kleermaker, korendrager (1849), winkelier, aanspreker (doodbidder) (1857), koopman (varende van Hasselt naar Zwolle) (1864), reiziger 'thans 'afwezig' (1865, geboorteaangifte Sophia Maria), kleermaker 'thans afwezig' (1867, geboorteaangifte Catharina Geertruida), kramer (1867). Trouwde Amsterdam 14 mei 1845 Johanna Hendrica Voogel, geboren Amsterdam 12 januari 1821, overleden Amsterdam 26 januari 1907, mutsenmaakster, koopvrouw (varende van Hasselt naar Zwolle) (1864), kermisreizigster. Dochter van Mattijs Vogel, zweepmaker, uitdrager, pettenmaker, koopman, winkelier, en Hendriki Vogel, naaister, tapster. |
Uit d huwelijk: |
III.1 NN Stuve, levenloos geboren dochter Amsterdam 28 december 1845. |
III.2 Hendrik Willem Stuve, geboren Amsterdam 15 oktober 1847, overleed Utrecht 11 juli 1889, kleermaker, kermisreiziger. |
III.3 Johanna Hendrika Stuve, geboren Amsterdam 15 oktober 1849, overleden Amsterdam (verzorgingshuis Roetersstraat) 21 november 1930. Niet getrouwd. |
III.4 Willem Stuve (Willem senior), volgt IVa. |
III.5 Jacob Stuve, volgt IVb. |
III.6 Wilhelmina Hendrika Stuve, geboren Amsterdam 19 augustus 1855, overleden Amsterdam 31 juli 1861. |
III.7 Hendrika Sophia Stuve, volgt IVc. |
III.8 Johannes Lodewijk Stuve, volgt IVd. |
III.9 Cornelis Johannes Stuve, geboren Amsterdam 18 december 1863, overleden Zwolle ('in het schip, zeilende van Hasselt naar Zwolle') 29 juli 1864. |
III.10 Sophia Maria Stuve, geboren Amsterdam 3 juni 1865, overleden Amsterdam 8 mei 1879. |
III.11 Catharina Geertruida Stuve, geboren Amsterdam 9 Mei 1867, overleden Enkhuizen ('in het huis staande op de Nieuwstraat') 18 juni 1867. |
# # # # # |
Willem Stuve (Willem senior): uitvinder van 'nougat de Montélimar'? |
Willem Stuve
trok op twaalfjarige leeftijd als koksmaatje het
zeegat uit. Vier jaar later zegde hij het leven
op zee vaarwel en werkte vervolgens als kok en
later als chef-kok in onder andere Parijs, Nice,
Madrid en Barcelona. In 1870 streek Willem
uiteindelijk neer in het Zuid-Franse stadje
Montélimar om daar als confiseur (banketbakker,
suikerwerker) aan de slag te gaan. Een dessert,
naar een door hem bedacht recept, mislukte, maar
de 'noix-gateau' (nootkoek) ging er bij de
gasten in als koek. 'Noix-gateau' werd al snel
verbasterd tot 'noix-gat' en versimpeld tot
nougat. Tot aan zijn overlijden noemde Willem
Stuve zich de uitvinder van de 'nougat de
Montélimar'. Met zijn uitvinding trok Willem
Stuve door Europa en vestigde zich na zijn
omzwervingen in 1874 weer in Amsterdam. Zo luiden de avonturen van Willem Stuve naar overlevering. Waar of niet waar? De reisbeschrijving door Europa is in ieder geval niet volledig en niet te rijmen met het Militieregister, want in 1871 werd de 1 meter en 57 centimeter lange zeeman voor de Nationale Militie gekeurd. Op 14 maart werd Willem Stuve voor de dienst aangewezen en op 5 mei ingedeeld bij de Zeemilitie. Vier jaar later werd hij gepasporteerd, met andere woorden uit de dienst ontslagen. Dat Willem Stuve de uitvinder van de 'nougat de Montélimar' zou zijn, is hoogst twijfelachtig. Volgens (Charles?) Chabert (1888 - 1953) - derde generatie 'Nougat Chabert et Guillot, confiseur depuis 1848 à Montélimar' - werd reeds in de zeventiende eeuw noga in Frankrijk geproduceerd en stal Willem Stuve het recept van zijn baas. Bij het overlijden van Willem Stuve in 1935 twijfelden de Franse Les Temps en Excelsior, op grond van tijdrekenkunde, openlijk aan Stuve's uitvinding. Een legende, meer is het waarschijnlijk niet. Iedere suikerwerker zal zijn eigen draai aan het basisrecept, bestaande uit gebrande amandelen, noten, suiker en eiwitten, hebben gegeven. Zoetekauwen konden kiezen uit harde en zachte noga en uit verschillende smaken, zoals vanille, chocola en allerlei vruchtensmaken. Ongetwijfeld zal ook Willem Stuve in Montélimar aan het experimenteren zijn geslagen en zo, in zijn ogen, de 'echte Nougat de Montélimar' hebben gemaakt. Niet alleen zíjn reclame-uitingen - hofleverancier en 'uitvinder van de wereldberoemde nougat', maar ook die van zijn broers Jacob, Johannes Lodewijk, zus Hendrika Sophia en haar zoon Johannes Christiaan Vaarberg, staan bol van de 'echte'. Ook hofleverancier Jacob Stuvé noemde zich 'uitvinder van de echte nougat' en hofleverancier H.S. Stuvé adverteerde zelfs met 'uitvinder van de echte Nougat de Monteliemart'. Aandacht trekken om klanten van elkaar af te snoepen, dat was het motto. De suggestie werd gewekt dat de door hen verkochte noga uit Montélimart kwam. Om de Franse herkomst te benadrukken verfranste Willem Stuve hun familienaam en plaatste simpelweg een accent aigu op de e van Stuve. Stuvé (Stuvee) was voortaan hun handelsmerk. Voor de burgerlijke stand bleef het Stuve, maar in officiële documenten, zoals handelsdossiers, werd het streepje op de e nooit vergeten. De noga kwam uit eigen fabrieken. Willem senior produceerde noga in Amsterdam en daarna in Duivendrecht, broer Jacob bevoorraadde zijn kraam uit zijn 'stoomfabriek' aan de Botersloot te Rotterdam en H.S. Stuvé (lees Johannes Christoffel Vaarberg) produceerde zelfs in twee fabrieken: in Utrecht en in Montélimart, maar dat is slechts gebaseerd op slechts een enkel spoor, een dagbladadvertentie uit 1904. Fabrikant in suikerwerken Willem Johannes Stuve, Willem junior, verruilde, kort na zijn huwelijk met Klaasje Dorrregeest, Amsterdam voor Haarlem. Daar pakte hij in 1917, met een startkapitaal van 6.000 gulden, de fabricage van noga op aan de Grote Houtstraat. |
Tilburgse kermis 1925, Heuvelplein, standplaats Willem Stuvé. Met aangekochte namen werd verwezen naar Jacob Stuvé, welke onderneming in 1922 in handen kwam van bedrijfsleider Joannes Hendricus (Jo) Vet. |
GENERATIE IV | ||||
IVa. Willem Stuve (Willem senior), geboren Amsterdam 6 september 1851, overleden Duivendrecht 16 januari 1935, monsterde (volgens overlevering) als koksmaatje aan te Amsterdam (1864), werkte (volgens overlevering) als kok in verschillende Europese steden (eind jaren zestig) en als confiseur (suikerbakker) te Montélimar (1870), zeeman (keuring voor de Nationale Militie, 1871), koopman (1876, 1891), reiziger, reiziger in suikerwerken, producent van noga te Amsterdam, winkelier (1891, 1914), 'Stoom- Nougat en Dessertwerken Fabriek, Amsterdam' (1923), producent van noga te Duivendrecht (1925? - 1935), produceerde en reisde onder de zaaknaam, tevens 'wettig gedeponeerd Fabrieksmerk', 'Willem Stuvé' (pachtte regelmatig een standplaats op de kermissen te Groningen, Leeuwarden en Tilburg). Trouwde Amsterdam 23 april 1891 Wilhelmina Nintker, geboren Gölenkamp (Graftschaft Bentheim, Duitsland) 11 april 1867, gedoopt Uelsen (Graftschaft Bentheim, Duitsland) 5 juni 1867, overleden Amsterdam 4 april 1953, dienstbode (1885-1886), zonder beroep (1886-1889), koopvrouw in garen en band (1890), na het overlijden van Willem Stuve in 1935 zette zij, samen met jongste zoon Hendrik Willem, het bedrijf voort onder de zaaknaam 'Weduwe Willem Stuvé Sr.', nougatfabrikante en winkelierster (1938). Dochter van Johan Wilhelm Nintker, Heuermann (huurman) in De Borg (Graftschaft Bentheim), en Wilhelmina Hillen. | ||||
Uit dit huwelijk: | ||||
IVa.1 Willem Johannes Stuve (geboren Nintker), volgt Va. | ||||
IVa.2 Hendrik Willem Stuve (geboren Nintker), geboren Dordrecht 29 juni 1889 (aangever Willem Stuve, Hendrik Willem werd geboren 'in zijne bizondere woning geteekend 6 aan de Tolbrugstraat waterzijde'), overleden Haarlem 22 december 1969, elektricien ((keuring voor de Nationale Militie, 1908), na het overlijden van vader Willem Stuve in 1935 zette hij, samen met moeder Wilhelmina Nintker, de zaak voort onder de zaaknaam 'Weduwe Willem Stuvé Sr.', kermisexploitant, nougatfabrikant, nougatwinkel te Amsterdam (1939 tot 1958?), 'Willem Stuvé Sr. Nougat en Dessertwerken' (1951). Niet getrouwd. | ||||
IVa.3 Angele Johanna Wilhelmina Stuve, geboren Amsterdam 27 maart 1893, overleden Amsterdam 21 mei 1893. | ||||
Voorechtelijk kind: | ||||
Johannes Lodewijk Nintker, geboren 's-Hertogenbosch 13 september 1890, overleden Amsterdam 29 maart 1891 (aangifte door Willem Stuve, wonende in het sterfhuis, bekende van de overledene). | ||||
Heuermann, Heuerling | ||||
In Graftschaft Bentheim
werden boerderijen, zoals in De Borg, overwegend
beheert door boerenzonen die zelf geen boerderij
konden verwerven, of bijvoorbeeld door huwelijk
in bezit kregen. De pacht van deze kleine
boerenbedrijven moest door de huurman verdient
worden door mee te werken op de landerijen van
de grondbezitter. De huurlingen moesten te allen
tijde klaar staan, ook als zij hun eigen oogst
naar binnen wilden halen om naderend onweer voor
te zijn. Zij hadden een zwaar leven en werden
vaak als slaaf behandeld. De laatste huurlingen verlieten hun boerderij in Niedergraftschaft Bentheim omstreeks 1962. [Met dank aan Jan-Hindrik Boerrigter, beheerder van enige online-Ortsfamilienbücher van het graafschap Bentheim] |
||||
Bij huwelijk erkend | ||||
Willem Johannes en Hendrik
Willem werden bij huwelijk door Willem Stuve en
Wilhelmina Nintker 'voor het hunne erkend'. Voor hun huwelijk in 1891 woonde het ouderpaar op dezelfde adressen te Amsterdam: Albert Cuijpstraat 72 (1887), Sweelinckstraat 13 (1888), Jacob van Campenstraat 124 (1889) en St. Jansstraat 10 (december 1890 - december 1892). |
||||
# # # # # | ||||
IVb. Jacob Stuve, geboren Amsterdam 31 augustus 1853, overleden Princenhage ('tijdens verlof') 5 december 1919, koopman in galanterieën (keuring voor de Nationale Militie, 1873), reiziger, koopman, koopman in nougat, nougatfabrikant (stoomfabriek aan de Botersloot te Rotterdam), winkelier te Rotterdam (opening winkel,verkoop noga en suikerwerken, 1895), produceerde en reisde onder de zaaknaam 'Jacob Stuvé'. Trouwde 's-Hertogenbosch 9 december 1891 Juliette Bettens, geboren Gilly (België) 2 maart 1860, overleden Dordrecht 22 januari 1922. | ||||
Uit dit huwelijk: | ||||
Geen nakomelingen. | ||||
Psychiatrisch patiënt? | ||||
Jacob en Juliette vestigden zich in 1913 te Princenhage (sinds 1942 een wijk in Breda). Jacob Stuve werd als Jacobus Stuvé op 6 oktober 1919 ingeschreven in het bevolkingsregister (bevolking gestichten) van Vught. Twee maanden later overleed hij 'tijdens verlof' te Princenhage. | ||||
# # # # # | ||||
IVc. Hendrika Sophia Stuve, geboren Amsterdam 17 oktober 1857, overleden Utrecht 17 augustus 1910, koopvrouw, reisde met een nogakraam onder de zaaknaam H.S. Stuvé, maar correspondeerde onder de naam Wed. J.C. Vaarberg-Stuvé. Trouwde Amsterdam 2 oktober 1879 Johannes Christoffel Vaarberg, geboren Amsterdam 7 april 1861, overleden Amsterdam 22 september 1884, diamantslijper. Zoon (enigst kind) van Joannes Christoffel Vaarberg, kunstschilder ('nachtschilder'), en Cornelia Amalia Pisa. | ||||
Uit de huwelijk: | ||||
IVc.1 Johannes Christoffel Vaarberg, geboren Amsterdam 24 januari 1880, overleden Leeuwarden 14 juli 1954, reiziger, kermisreiziger en suikerwerker, reisde met een nogakraam onder de zaaknaam H.S. Stuvé (Utrecht, 1899 - 1916?), stoomfabriek te Monteliemart [sic] en te Utrecht (dagbladadvertentie, 1904), sigarenfabrikant te Utrecht (vennootschap met A.J.H.N. Kragting, ? - 1920), koopman (Leeuwarden, 1920); te Sneek: koffiehuishouder, caféhouder en filiaalhouder fa. H. Donker (in het handelsregister ingeschreven met 'Vruchtensapfabricage, wijnhandel en gedestilleerd') (1933 - ?); sergeantinstructeur / sergeant Landstormverband (1926 - 1934). Trouwde Groningen 20 juli 1899 Anna Maria Nijdam, geboren Hoornschedijk (Haren) 8 januari 1881, overleden Sneek 31 augustus 1959. Dochter van Willem Nijdam, landbouwer (1880), koopman (1899), arbeider, en Gepke Hoenderken. | ||||
IV.2 Willem Jacobus Vaarberg, geboren Zwolle ('in een kraam staande aan de Melkmarkt') 31 juli 1882, overleden Amsterdam 18 augustus 1882. | ||||
|
||||
# # # # # | ||||
IVd. Johannes Lodewijk Stuve, geboren Amsterdam 22 september 1859, overleden Amsterdam (verzorgingshuis Roetersstraat) 19 maart 1935, reiziger, reisde met een nogakraam onder de zaaknaam J.L. Stuvé (1880 - ?). Niet getrouwd. | ||||
# # # # # |
GENERATIE V |
Va. Willem Johannes Stuve (Willem junior), geboren Amsterdam 13 september 1886, overleden Haarlem 19 november 1952, elektricien (keuring voor de Nationale Militie, 1905), elektricien (1905 - 1917), 'fabrikant in suikerwerken' te Haarlem (Grote Houtstraat 1917 - 1924; Amsterdamsevaart; Pieter Maritzstraat, 1927 - ?), 'fabrikant van noga' (1923), nougatfabrikant (1923), winkels te Haarlem, Groningen en Scheveningen (strandboulevard)), koopman, kermisexploitant, reisde (tot 1940) met een nogakraam onder de zaaknaam 'Willem Stuvé Jr.', legde na 1940 de nadruk op productie en export. Trouwde Amsterdam 10 december 1914 Klaasje Dorregeest, geboren Beverwijk 15 april 1895, overleden Bloemendaal 23 september 1974, verkocht in 1959 het bedrijf aan Cor de Zwart. Dochter van Nicolaas Dorregeest, timmerman, aannemer van bouwwerken, makelaar, en Anna Klazina de Bruijn. |
Uit dit huwelijk: |
Geen nakomelingen. |
Met het heengaan van Willem Johannes Stuve overleed de laatste 'echte' Stuvé. De onderneming werd overgenomen door bedrijfsleider Cornelis Hendricus (Cor) de Zwart. |
Handelsnamen |
'Willem Stuvé
Jr.' (1917 - 1934);
'Willem Stuvé's Nougat en Dessertwerkenfabriek
N.V.'
(1934 - 1942), 'Het doel der
vennootschap is het fabriceeren, koopen en
verkoopen van nougat en dessertwerken
(chocolade, bonbons, drops, en zoo voort),
zoomede het verrichten van al hetgeen daarmede
in den ruimsten zin verband houdt.' ;
'Willem Stuvé's
Nougat en Dessertwerkenfabriek'
(1942 - ?). 'De naamloze vennootschap is met ingang van 1 Mei 1942 ontbonden. Het bedrijf de vennootschap wordt op dezelfden voet voortgezet door den Heer Willem Stuvé Junior, als eenig eigenaar, de handelszaak onder de firma: Willem Stuvés Nougat en Dessertwerken.' Met het in bewaring geven van de rekening en verantwoording van de naamloze vennootschap in liquidatie op de kantoren van het handelsregister en de vennootschap werd de naamloze vennootschap op 24 december 1942 opgeheven. Volgens de notariële akte bedroeg het Maatschappelijk Kapitaal van de naamloze vennootschap 25.000 gulden, verdeeld over 50 aandelen van ieder 500 gulden. Bij de oprichting was 10.500 gulden geplaatst: Wilem Stuvé Jr. bezat twintig aandelen en notarisklerk Antonie Hamann één aandeel. |
Tegenslag |
Het ondernemerspad was niet altijd met rozen bezaaid. Zo werd Willem Johannes Stuve, kermisexploitant te Haarlem, midden jaren dertig op het dieptepunt van de economische wereldcrisis, op 12 mei 1936 failliet verklaard. Het faillissement eindigde op 20 oktober 'door homologatie van het door den heer Stuvé aangeboden accoord'. |
Stuve is dood, lang leve Stuvé!! |
Willem Stuve junior overleed
in 1952 kinderloos. Daarmee kwam na twee
generaties Stuve al een eind aan de productie en
verkoop van noga, waarmee Willem Stuve senior in
de jaren zeventig van de negentiende eeuw was
begonnen. Ooms Jacob Stuve, wiens huwelijk
eveneens kinderloos bleef, en vrijgezel Johannes
Lodewijk (Louis) Stuve stopten reeds decennia
eerder. Tante Hendrika Sophia droeg haar zaak
over aan zoon Johannes Christiaan Vaarberg. Die
stopte met de verkoop van noga tussen 1916 en
1920, waarmee tevens
'H.S. Stuvé' ter ziele
ging, om vervolgens, buiten de kermiswereld, met
andere middelen een bestaan op te bouwen.
Daarmee kwam echter geen eind aan de verkoop van
'nougat de Montélimar' onder de merknaam Stuvé. 'Jacob Stuvé', in 1922 overgenomen door bedrijfsleider Joannes Hendricus (Jo) Vet, en 'Louis Stuvé', waarachter sinds 1933 Hendrikus Johannes (Ome Henk) Vet schuil ging, bleven de kermis trouw. Jo Vet produceerde tevens noga, suikerwerken en dessertwafels in zijn fabriek te Breda. 'Willem Stuvé' kwam in 1959 in handen van bedrijfsleider Cornelis Hendricus (Cor) de Zwart, die in de loop van de tijd op verschillende locaties te Haarlem noga voor derden in binnen- en buitenland produceerde. |
Jacob en Louis Stuvé voortgezet door de broers Jo en Henk Vet |
GENERATIE I |
I. Jan Vet, geboren Wormerveer 25 augustus 1845, overleden Zaandam 31 juli 1923, fabriekwerker, koopman, reiziger, koopman in galanterieën, winkelier, winkelier in galanterieën. Zoon van Hendrik Vet, huisknecht, werkman, voerman, sluiswachter, en Guurtje van der Laan. Trouwde Wormer 24 augustus 1873 Aafje Zwaan, geboren Wormer 15 oktober 1840, overleden Zaandam 25 juni 1928. Dochter van Jan Zwaan en Grietje Kleij. |
Uit dit huwelijk: |
I.1 Joannes Hendricus (Jo) Vet, volgt IIa. |
I.2 Hendrikus Johannes (Henk) Vet, volgt IIb. |
# # # # # |
GENERATIE II |
IIa. Joannes Hendricus (Jo) Vet, geboren Wormer 15 oktober 1876, overleden Deventer 9 juni 1956, vanaf omstreeks 1900 werkzaam voor Jacob Stuve, koopman in suikerwerken (1903), 'Hoofdvertegenwoordiger der Firma JACOB STUVÉ' (1919), via onderhandse akte overdracht 'Jacob Stuvé' aan bedrijfsleider Vet (1922), koopman (1927, 1930, 1940, 1952), exploitant kermisattracties (1927 - 1932), winkel in 'suikerwerken, chocolaterieën en Stuvés nogat' te Eindhoven (1928 - 1931), kermisexploitant, producent van suikerwerken, nougat en dessertwafels te Breda (1940 - 1956), lid Raad van Bijstand vakgroep Kermisinrichtingen. Trouwde Zaandam 22 februari 1903 Adolphina De Mulder, geboren Hemiksem (België, provincie Antwerpen) 18 maart 1885, overleden Breda 21 juni 1973, koopvrouw. Dochter van Augustus De Mulder, 'manoeuvre' (rangeerder?), 'bediende aan den ijzeren weg', bediende te Gent, spoorwegbeambte, en Anne Elisabeth Vandenheuvel, 'repasseuse' (strijkster). |
Uit dit huwelijk: |
IIa.1 Afra Elisabeth Vet, geboren Zaandam 17 december 1903, overleden Amsterdam 15 oktober 1965, winkelierster. Trouwde Breda 15 juni 1949 Johannes Hendrik Kolhorn, geboren Baarle-Nassau 21 mei 1912, overleden Nijmegen 20 juni 1987, vrachtrijder, motorhersteller, beheerder golfbaan, koopman. Zoon van Pieter Kolhorn, dagloner, en Johanna Postema, dagloonster. |
IIa.2 Augusta Elisabeth Vet, geboren Amsterdam 14 april 1906, overleden Apeldoorn 7 mei 1977. Trouwde Breda 26 mei 1936 Lambertus Anthonius Benner, weduwnaar van Mariette Joanna Ludovica Consael, geboren Schagen (woonwagen Marktplaats) 16 juni 1904, overleden Vlaardingen 3 mei 1965, kermisreiziger, kermisexploitant (domicilie Breda, 1942 - 1959). Zoon van Laurens Josephus Emmanuel Benner, carrouselhouder, stoomcarrouselhouder, en Arnoldina Margaretha Tewe. |
IIa.3 Johannes Gerardus Vet, geboren Zaandam 9 september 1909, overleden Breda 17 april 1932, reiziger. |
IIa.4 Adolphina Maria Antoinette Vet, geboren Breda 13 augustus 1925, overleden Breda 26 maart 1977. Trouwde Breda 17 februari 1954 Petrus Karel Wilhelmus (Piet) Soeters, geboren Breda 29 juni 1925, overleden 11 mei 2004. Als 'P. Soeters Suikerwerken' gezamenlijke exploitatie van nougatkraam 'Jacob Stuvé'. Zoon van Petrus Paulus Soeters, kleermaker, koopman in aardappelen, autoverhuurder, en Johanna Margaretha Theodora van der Straaten. |
Jo Vet verzet tijdelijk de bakens |
Vijf jaar lang, van 1927 tot
1932, gooide Jo Vet het over een andere boeg.
Inclusief de handelsnaam
'Jacob Stuvé' verkocht
hij kraam met inventaris voor vijf jaar tegen
6000 gulden aan Meijer Kool. De
Amsterdamse diamantslijper betaalde
voor grondstoffen, drukwerk en
verpakkingsmateriaal nog eens 1404 gulden en 28
cent.
De kermis was geen onbekend terrein voor hem,
want eerder was hij gedurende een jaar 'bediende
in een panopticumtent'. Vet exploiteerde in die periode een luchtschommel en andere attracties, waaronder een carrousel onder de naam American Novelty. Na afloop van het vijfjarige contract weigerde Meijer Kool de handelsnaam 'Jacob Stuvé' op te geven. Dat leidde in 1932 tijdens de Alkmaarse kermis tot verwarring: M. Kool en Joh. H. Vet namen ieder met hun nogakraam een standplaats in op de Gedempte Nieuwesloot en lieten zich allebei voorstaan op 'Jacob Stuvé'. Jo Vet, in zijn ogen de rechtmatige eigenaar, vroeg de kantonrechter te Amsterdam om Meijer Kool het recht te ontnemen nog langer de handelsnaam 'Jacob Stuvé' te voeren. Op 23 mei 1933 deed de kantonrechter uitspraak: 'Bevelen de gerequireerde, Meijer Kool, zijn handelsnaam zoodanig te wijzigen, dat daarin de naam Jacob Stuvé niet meer voorkomt.' Voor iedere dag die Kool nalatig zou zijn, moest hij 40 gulden aan Vet betalen. In 1934 beconcurreerden zij elkaar weer met noga op de Gedempte Nieuwesloot. Deze keer schreef M. Kool onder eigen naam in en Vet met 'Jacob Stuvé'. In een poging toch nog van de naamsbekendheid te profiteren, plaatste M. Kool, die in 1935 tegenover café Nico Kerssens stond, de volgende advertentie: 'Ondergeteekende maakt hiermede bekend, dat uitsluitend hij voortzet en drijft de origineele zaak afkomstig van Jacob Stuvé.' Meijer Kool, die noodgedwongen de handelsnaam 'Jacob Stuvé' bij de Kamer van Koophandel had laten wijzigen in 'M. Kool', bedacht een list. Voorafgaand aan het kermisseizoen in 1936, zijn laatste als nogahandelaar, noteerde de Kamer van Koophandel een handelsnaam die 'klinkt als'. Kool bedacht een wel zeer pretentieuze naam: 'Fabrique Hollandaise de Confitures "Chouvé"'. Zou hij geweten hebben van de Mont Chouvé, een berg in het zuidoosten van Frankrijk? Opmerkelijk is dat nogaverkoper Meijer Kool, ook gedurende een kort verblijf in Bussum, zich diamantslijper noemde en geen kermisreiziger of nogahandelaar. Met echtgenote Daatje (Ida) Groenteman en zoon Mozes vestigde hij zich in het najaar van 1936 te Rotterdam. Daar opende hij, 'koopman manufacturen', aan de Beijerlandschelaan het 'Zuider Stoffenhuis'. Het Joodse gezin overleefde de Tweede Wereldoorlog door zich schuil te houden achter het orgel van de Breepleinkerk. |
# # # # # |
IIb. Hendrikus Johannes (Henk) Vet, geboren Rotterdam 15 augustus 1881, overleden Amsterdam 29 februari 1952, dienende bij de Landweer (reserveleger 1909 - 1918), kermisreiziger (1900, 1905), exploitatie nougatkraam 'Louis Stuvé Nougat' (Haarlem, 1933 - 1943; Apeldoorn, 1943 - 1952), producent van noga te Haarlem (1940 - ?), koopman. Trouwde Apeldoorn 20 september 1905 Martha Wegkamp, geboren Arnhem 18 april 1880, overleden na 1958, vennootschap 'Louis Stuvé Nougat' met zoon Meine Hendrikus Vet (1952-1959), vennootschap 'Louis Stuvé Nougat' met zoon Meine Hendrikus en dochter Hendrina Martha Vet (1957-1959). Dochter van Meine Wegkamp, timmerman, carrouselhouder, draaimolenhouder, en Hendrina Leander. |
Uit dit huwelijk: |
IIb.1 Johannes Meine Vet,
geboren Wormen (Apeldoorn) 27 februari 1906,
overleden Alkmaar 4 januari 1988, winkelbediende,
winkelier in speelgoederen. Trouwde (1) Zaandam 7 april 1937 Geertruida Anna Maria Gras, geboren Zaandam 10 december 1912, overleden Zaandam 11 januari 1963. Dochter van Willem Gras en Anna Maria Geertruida Strop. Trouwde (2) Zaandam 3 oktober 1963 Anna Christina Lauret, geboren Terneuzen 6 november 1921, overleden na 1988. Weduwe van Petrus Johannes Cornelis van den Berg, dochter van Eugenius Francies Lauret, schipper, en Anna Christina van Husen. |
IIb.2 Meine Hendrikus Vet, geboren Apeldoorn 20 december 1907, overleden 1975?, winkelbediende, vennootschap 'Louis Stuvé Nougat' met vader Hendrikus Johannes Vet (1946-1952), vennootschap 'Louis Stuvé Nougat' met moeder Martha Wegkamp (1952-1959), vennootschap 'Louis Stuvé Nougat' met moeder Martha Wegkamp en zuster Hendrina Martha Vet (1957-1959), eigenaar 'Louis Stuvé Nougat' (1959-1975). |
De zaak van Meine Hendrikus Vet 'Louis Stuvé Nougat' werd op 17 december 1975 in Apeldoorn opgeheven (Handelsdossier Kamer van Koophandel Zutphen). Op het voorblad van het handelsdossier staat 'DOOD'. De akte van overlijden heb ik echter niet kunnen achterhalen. De speurtocht door het CBG naar zijn persoonskaart was tevergeefs. |
IIb.3 Afra Hendrina Vet, geboren Apeldoorn 24 december 1910, overleden Amstelveen 28 november 2000, winkeljuffrouw. Trouwde Amsterdam 1 mei 1946 Petrus Poppen, geboren Amsterdam 12 september 1907, overleden Amsterdam 3 februari 1975, smid, bankwerker (fa. Moeskops). Zoon van Jacobus Poppen, suikerwerker, en Dina Zutt. |
IIb.4 Hendrina Martha Vet, geboren Amsterdam 21 juni 1914, overleden Apeldoorn 16 januari 1992, vennootschap 'Louis Stuvé Nougat' met broer Meine Hendrikus Vet en moeder Martha Wegkamp (1957-1959), winkeljuffrouw. Niet getrouwd. |
Willem Stuvé overgenomen door Cor de Zwart |
Bedrijfsleider Cornelis Hendricus (Cor) de
Zwart koopt in 1959 het Haarlemse bedrijf
'Willem Stuvé' van de Wed. Willem Stuve junior (Klaasje Dorregeest). Cor de Zwart
geeft het bedrijf in 1981 in handen van zijn
zonen Frans (technisch directeur, als
vijftienjarige in de zaak gekomen) en Wim
(commercieel directeur, vanaf 1976 in de zaak).
Beiden hebben een banketbakkersopleiding
gevolgd. De fabriek verkast naar het industrieterrein Waarderpolder. Het pand aan de Beynesweg is te herkennen aan het opschrift 'Willem Stuvé'. In 1991 werken vier mensen in de kokerij, waar uitsluitend zachte noga wordt geproduceerd. De helft van de productie is bestemd voor kermisexploitanten. Op maandag 24 februari 1992, om vijf uur 's middags, kraait de rode haan. De brandweer heeft twee uur lang de handen vol om de brand te bestrijden. Tevergeefs, behalve het gehele pand gaat ook de apparatuur en 60.000 kilogram noga verloren. Ook van het archief met oude, vergeelde, documenten, boeken en foto's blijft niets over. Alle zeilen worden bijgezet om het familiebedrijf zo snel mogelijk weer van de grond af op te bouwen. Collega-ondernemer Henk van Zijp stelt zijn kantoor met telefoon en fax beschikbaar en de nogaproductie wordt deels hervat door Suikerwerkfabriek Faam - Frisia, die er niet in slaagt noga volgens de voorgeschreven receptuur te maken, waarna de productie wordt overgeheveld naar een Belgische fabrikant (Carlier?). Mei 1992, de productie van zoetwarenspecialist 'Willem Stuvé / Iwanowitch' komt geleidelijk weer op gang in een twee keer zo groot pand aan de Emrikweg, eveneens in de Waarderpolder. De bordjes worden verhangen: 'Willem Stuvé' maakt plaats voor 'Willem Stuvé Nougat en dessertwerkenfabriek - Carlier Brussel'. Carlier vertrekt uit Haarlem en het pand aan de Emrikweg wordt in 1997 in gebruik genomen door B.V.D.A. International BV, Bureau voor Dactyloscopische Artikelen. Wim de Zwart treedt in dienst van Rens Joosen Suikerwerken BV te Oosterhout - merkhouder voor de Benelux van 'Willem Stuvé's Nougat', welk bedrijf op 9 augustus 2011 failliet wordt verklaard en vervolgens wordt overgenomen door Holland Foodz van Jan Harm Spijkervets. Rens Joosen komt in dienst als adviseur en Wim de Zwart wordt verkoopdirecteur bij Nougat Vital in het Belgische Nevele. Anno 2015: Holland Foodz levert in zakjes van 200 gram, met de opdruk 'Willem Stuvé', noga in twee varianten. 'Stuvé Vanille' en 'Stuvé Mix' met zes smaken bestaande uit pistache, vanille, citroen, chocolade, framboos en sinasappel. |
Bronnen |
Naast de gebruikelijke
genealogische bronnen zijn geraapleegd: Dossier Stuvé, beschikbaar gesteld door de Stichting Kermis-Cultuur; Noord-Hollands Archief, Handelsdossiers Kamer van Koophandel en Fabrieken te Haarlem en Amsterdam; Brabants Historisch Informatie Centrum, Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Zuidoost-Brabant te Eindhoven; Delpher; artikelen, berichten en advertenties in kranten: www.delpher.nl |
Heeft U vragen? Mist U informatie of heeft U tips? Deponeer ze in mijn elektronische brievenbus. |
Nieuwe pagina: juni 2015. Voor het laatst bijgewerkt 6 maart 2020. |
Copyright © Henk Werk. Met uitzondering van genealogische data is gehele of gedeeltelijke overname alleen toegestaan na schriftelijk toestemming. |