KLEUR VERERVING VAN DE RIJSTVOGEL MUTATIES.
Voor een uitgebreide behandeling van de regels van de erfelijkheidsleer wordt verwezen naar de standaard "Algemene erfelijkheidsleer" verkrijgbaar bij het bondsbureau.
Autosomaal recessief verervende mutaties.
Roodbruin: r = Totale verhindering oxydatie van zwarte eumelanine.
Mokkabruin rb = Gedeeltelijke verhindering oxydatie van zwart eumelenine
Opaal o = Kwantitatieve reductie van phaeomelanine en wijziging
van de plaats en hoeveelheid van het eumelanine .
Wit : w = Totale verhindering melanine oxydatie.
Autosomaal dominant verervende mutaties.
Bont: Db. = Plaatselijke verhindering melanine oxydatie.
Geslachtsgebonden en recessief verervende mutaties
Pastel: Xp = Kwantitatieve reductie van eu- en phaeomelanine.
Mutaties met van niet bekende vererving.
Agaat: Kwantitatieve reductie van het zwarte eumelanine.
Grijs: Totale verhindering van phaeomelanine oxydatie.
De volledige formule voor een wildkleur rijstvogel met daarin alle nu bekende factoren, ziet er als volgt uit:
Voor de man Xp+ // X p+ , rb // rb , r+ // r+ , o+ // o+ , w+ // w' , Db' // Db+
Voor de pop Xp+ // y, rb // rb , r+ // r+, o+ // o+, w+ // w+, Db+ // Db+
Opmerking t.a.v. de wit mutatie.
De juiste verervingswijze van de wit mutatie brengt bij veel mensen vraagtekens voort. Om toch te proberen de verervingswijze duidelijk te krijgen, is middels een enquete in het maandorgaan "Onze Vogels" van de N.B.v.V. een aantal vragen gesteld aan de Nederlandse rijstvogelkwekers. Deze vragen waren er op gericht om antwoorden te krijgen omtrent kweekuitkomsten. De verervingswijze van de wit mutatie is autosomaal en recessief. Duidelijk is dat erg veel witte rijstvogels in het bezit zijn van de bontmutatie (een plaatselijke verhindering van de melanine oxydatie). Deze bontfactor is bij een witte rijstvogel niet te zien. (Een witte vogel kan niet witter dan wit zijn). Bij de paring van dergelijke witte aan grijze- of bonte rijstvogels speelt deze bontfactor mee. Naast de melanine oxydatie verhinderende bontfactor, bezitten veel witte rijstvogels ook nog een bont-factor, welke als een plaatselijke onvolledig werkende witfactor is te benoemen. Deze witte rijstvogels vallen onder meer op door niet hebben van grijze of bruine vleugelpennen. Tenslotte is de witfactor ook onderhevig aan een hormoonwerking. Veel witte rijstvogels worden geboren met een rest pigmentatie in het rugdek. Deze pigmentatie verdwijnt bij het ouder worden. Bij herhaalde paring van wit aan wit zal deze rest pigmentatie in het rugdek, in het nest steeds minder worden en in een aantal gevallen zelfs verdwijnen. Nadelig van deze doorgevoerde wit maal wit kweek is het kleiner worden van de witte rijstvogel en de minder dichte (dunne) bevedering van deze vogels.
Opmerking t.a.v. Mokkabruin en Roodbruin
Beigebruin vormt met Roodbruin een MM reeks (meervoudige mutatie) zoals we die kennen bij de Japanse Meeuwen de kleurslag Mokka en Roodbruin.
De Mokkabruine kan net als de mokka Japanse meeuw split voor Roodbruin zijn en gepaard aan een Roodbruin geeft dit weer Mokkabruin en Roodbruine vogels, de Mokkabruine zijn dan weer split voor Roodbruin.