RIJSTVOGEL BONT WILDKLEUR.
KLEUR-EN TEKENINGSOMSCHRIJVING:
Kop keel en nek:
Bovenkoptekening, teugel, snavelstreep, keelvlek en wangstreep, diep egaal zwart en ca 40 tot 60 % strak afgescheiden onderbroken te zijn met witte veervelden.
Wangvlek, egaal zuiver wit.
Rug- en vleugeldek:
Vanaf de scherpe en regelmatige kleurafscheiding in de nek is het rug en vleugeldek inclusief de
armpennen helder grijs het dient ca 40- 60 % strak afgetekend onderbroken te zijn. Handpennen donkergrijs met enkele witte pennen
Stuit en bovenstaartdekveren:
Zwart , ca 40-60 % onderbroken met witte veervelden.
Staart:
Zwart met enkele witte pennen.
Borst, buik en onderstaartdekveren:
De borst is helder grijs. De buik, flanken en de broekbevedering zijn grauwbeige met een paarse
waas. De kleurafscheiding tussen de borst en de buik is scherp en regelmatig en verloopt middels een
lijn ongeveer een centimeter onder de lijn welke loopt van vleugelbocht tot vleugelbocht. De aars en
onderstaartdekveren zijn wit echter niet zo helder dan de wangvlek en vormt een vloeiende kleur
overgang met de buikkleur. Alle voornoemde onderdelen dien ca 40-60 % strak afgescheiden witte veervelden te tonen.
Ogen:
Donkerbruin, een lichtere kleur is toegestaan. De ooglidrand is rood bij de man, bij de pop is deze
lidrand iets lichter van kleur.
Snavel:
Zowel de boven als ondersnavel zijn roze-rood aan de basis, uitlopend tot hoornkleurige snavelpunt.
De snijranden van de onder- en bovensnavel zijn bijna hoornkleurig.
Poten en nagels:
Vleeskleurig, nagels hoornkleurig.
KEURTECHNISCHE AANWIJZINGEN:
Bij rijstvogels is reeds sinds jaar en dag de bont mutatie bekend. Deze mutatie is in het algemeen
waar te nemen door enkele witte vleugelpennen en witte veertjes op de kop en onder de snavel. Plaatselijk
wordt een totale verhindering van melanine oxidatie door de bontfactor veroorzaakt. Vogels welke aan
de algemene keurtechnische omschrijving van de bontmutatie kunnen voldoen komen nauwelijks of
nooit voor. Bij de pop kan de snavel iets lichter van kleur zijn, evenals de oogring, tijdens de keuring wordt hier echter geen rekening mee gehouden. De aanwezige tekening dient 40 tot 60 % onderbroken en dient een regelmatig en scherp verloop te hebben. Een geheel witte buik en hier en daar wat witte veertjes is niet het ideaal beeld van het bontpatroon. Het bontpatroon dient symmetrische te zijn, enige tolerantie tijden de keuring is wel op zijn plaats.