Boulevard of Verkeersriool?
De Maasboulevard is de belangrijkste oostelijke toegangsweg naar het centrum van
Rotterdam. De Maasboulevard ligt langs de rivier de Nieuwe Maas, op de rechteroever,
en strekt zich uit van de Oude Haven tot de Honingerdijk, waar de weg overgaat
in de Abram van Rijckevorselweg. De Maasboulevard biedt over de grote bocht in
de Maas een goed uitzicht op de skyline van Rotterdam. Tot 1953 lag op de plaats
van de Maasboulevard het spoorwegemplacement van station Rotterdam Maas. Na
de Watersnood werd besloten de dijken te verhogen.
De hoofdwaterkering in Rotterdam is toen verplaatst van de Oostzeedijk naar de
Maasboulevard. De Maasboulevard is op Deltahoogte gebracht en in 1964 voor
het verkeer geopend. De weg telt 2x2 rijstroken voor het autoverkeer.
Te hoge gezondheidsrisico's
De verkeersstroom over de Maasboulevard, de Boompjes en het tunneltracé heeft
dit deel van de maasoevers al gedegradeerd tot een stinkend en lawaaiig
verkeersriool. Wie weet dat een weg met per richting twee rijstroken hoogstens zo'n 35.000 motorvoertuigen
per etmaal zonder grote problemen kan verwerken, is niet verrast door
die verpaupering. Want volgens opgave van de Dienst Gemeentewerken, afd.
Milieubeleid maken per etmaal zo'n 57.500 motorvoertuigen gebruik van
de Maasboulevard. Het gevolg laat zich raden.
Op en langs die weg komen een te hoge geluidbelasting en gevaarlijke concentraties
stoffen voor zoals benzeen en 'fijn stof'. De gezondheidsrisico's van
fijn stof kunnen nog ernstiger zijn in combinatie met andere factoren
als leefgewoonten of woonomstandigheden.
Te veel lawaai heeft gevolgen voor het lichamelijk en geestelijk functioneren die vergelijkbaar zijn
met die van een ziekte. Voor stoffen als benzeen en fijn stof houdt elke
concentratie een gezondheidsrisico in.
De bezorgdheid van de bewoners wordt niet minder als in een onderzoeksrapport Leefmilieu op en rond de Maasboulevard (juli 1998) wordt aangewezen waar de
berekeningen van de milieubelasting door de overheid ernstige tekortkomingen vertonen.
Door die tekortkomingen geven de uitkomsten een te rooskleurig beeld
van de werkelijke situatie. De bewoners zijn veroordeeld tot groter gevaren
voor hun gezondheid, dan de uitkomsten doen vermoeden. Dat rapport is
gestuurd naar diverse landelijke en gemeentelijke overheden en instanties,
politie en andere diensten en instellingen. Het onderzoeksrapport is
- evenals deze en vorige nota's - een herhaald beroep op de verantwoordelijke
instanties om de vervuiling door de verkeersstromen terug te dringen.
Sindsdien heeft de overheid veel papier met inkt besproeid.
In de volgende paragraaf krijgt u even een kijkje in de wereld
van rapporten, notities, discussiepapers en hoe de ambtelijke papierbundels mogen heten. Volgen van het hele
papiertraject tot en met heden leidt tot een opsomming van titels die
in essentie steeds maar op hetzelfde neer komen. Want nog meer dan voorheen
moet de Maasboulevard het autoverkeer naar, door en van de stad vergemakkelijken.
In de ban van het marktdenken?
In verschillende publicaties heeft de gemeente plannen ontvouwd om de stad een beter imago te geven.
De brochure Meer stad, meer toekomst (september 1998) bijvoorbeeld
spreekt over het eigen karakter dat de stad aan de maasoevers ontleent.
Op dinsdag 24 november 1998 ging de gemeenteraadscommissie Ruimtelijke
Ordening akkoord met het project De rivier centraal. Dat project
heeft als doel de maaskades meer in te richten voor toerisme en recreatie.
In dat plan hebben de dienst Stedebouw en Volkshuisvesting (dS+V) en het
Ontwikkelingsbedrijf (OBR) het toeristisch-recreatieve aspect ingevuld
voor het gebied tussen de Müllerpier en Tropicana. In die rapporten wordt
Rotterdam graag getypeerd als Manhattan aan de Maas, en wordt een
beeld geschetst van bruisende maasoevers waar massale evenementen en festivals
grote aantallen mensen van buiten Rotterdam aantrekken.
De Maasboulevard moet dienen als belangrijke in- en uitvalsweg naar de voor toerisme en recreatie aantrekkelijk
gemaakte gebieden. Behalve de overlast op werkdagen door het personen-
en goederenvervoer zal de Maasboulevard met name in de weekenden tot ver
in de kleine uurtjes dienen om alle recreanten in bussen, personenauto's,
motorrijwielen, scooters en brommers naar en van de toeristische evenementen
te vervoeren. Nog meer dan nu zal het verkeer dat de Maasboulevard opstroomt,
vastlopen in de fuik van de binnenstad.
In het Verkeer- en Vervoerplan van mei 2004 stelt het gemeentebestuur voor om het autoverkeer nog meer
ruimte te geven. Dat is de oplossing van het gemeentebestuur om de stad
bereikbaar te houden en de economie te bevorderen. Op zeven hoofdroutes
moet het autoverkeer in Rotterdam vlotter kunnen doorrijden dan nu het
geval is. Op knelpunten als het kruispunt Boompjes-Erasmusbrug, het Hofplein
en het Drooglever Fortuynplein komen nieuwe installaties met andere verkeerssoftware.
Met deze en andere voorzieningen moet het autoverkeer gemakkelijker en
sneller toegang krijgen tot de Maastunnel naar het zuiden, de tunneltraverse
naar het noorden, de Parklane-route naar het westen en de Maasboulevard
naar het oosten. Bussen en trams die op de hoofdknooppunten voorrang kregen,
moeten net als het overige verkeer hun beurt afwachten. De resultaten
van die ingrepen zijn voorspelbaar. Meer autoverkeer, zowel doorgaand
als lokaal, wordt de stad ingezogen, ritten met het openbaar vervoer
nemen meer tijd in beslag, fietsverkeer wordt verder bemoeilijkt. De
parkeerproblemen worden groter. Het leef- en woonklimaat voor bewoners en bezoekers verslechterd verder.
Naar een duurzame oplossing
In brede kring van deskundigen groeit de overtuiging dat het gemotoriseerd verkeer zoveel mogelijk uit
de stad geweerd moet worden. In de bureauladen van de gemeentelijke overheid
bevinden zich al studies voor een verkeersbeleid dat steunt op twee pijlers:
- terug brengen van de intensiteit op toegangswegen zoals de Maasboulevard
- tegelijkertijd maatregelen treffen om een snelle en gemakkelijke toegang van mensen en goederen van en naar
de stad te verzekeren.
Deze kernpunten vinden we terug in het Nationaal Verkeers- en Vervoersplan van de landelijke overheid
dat in 1999 openbaar wordt. Dat plan noemt de tijd rijp om het niet-noodzakelijk
autoverkeer uit de binnensteden te weren. In het raam van een dergelijk
beleid past een reconstructie die de Maasboulevard meer waarde geeft dan
een aanslag op de gezondheid van bewoners, een verkeersriool en een werkterrein
van drugsrunners.
Van verkeersriool naar boulevard
- Een herinrichting van de Maasboulevard omvat ingrijpende veranderingen.
Van de vier rijstroken worden er twee bestemd voor een vorm van openbaar
vervoer, bijvoorbeeld een geluidsarme en schone shuttlebus, of elektrische
en hybride voertuigen die het onderscheid tussen collectief en individueel
vervoer vervagen. Onderzoek leert dat de versmalling van de weg tot twee
rijstroken de doorstroomcapaciteit nauwelijks vermindert, als die plaats
vindt op flinke afstand van kruispunten,
- De rijbanen voor openbaar vervoer doen tegelijk dienst als middengeleider om te hoge snelheden te
verhinderen en om oversteken te vereenvoudigen.
- Deze inrichting van de weg wordt aangevuld met een vrijliggend
fietspad om klemrijden van fietsers te voorkomen. Op dat fietspad worden
snelbrommers en motorscooters geweerd.
- Het tankstation voor benzine, diesel en gas wordt verplaatst naar
het transferium. Op de huidige plaats is het station alleen toegankelijk
voor verkeer op de zuidelijke rijstroken van de Maasboulevard, komend
uit de stad. Verkeer van de Honingerdijk, en op de noordelijke rijstroken
van de Maasboulevard kunnen het station niet bereiken, behalve door automobilisten
die niet aarzelen zeer gevaarlijke manoeuvres uit te voeren.
- Terug brengen van het aantal rijstroken op de Maasboulevard schept
ruimte voor groenterrassen en een wandelgebied. De Oude Plantage bijvoorbeeld
wordt veranderd van een door bomen aan het oog onttrokken, slordig en
fantasieloos plantsoen in een transparant, parkachtig gebied. Het is een
begin om één van de fraaiste gedeelten van Rotterdam niet
op te offeren aan het autoverkeer, maar de aantrekkelijkheid van de stad
voor bewoners en toeristen te verhogen.
- Om de hinder van het nabijgelegen kruispunt bij de Honingerdijk
en de Burgemeester Oudlaan te verminderen lijkt een constructie gebaseerd
op een zogenoemde minirotonde een oplossing. Het remmen van de gemiddelde
snelheid door een minirotonde is effectiever dan door een verkeerslicht,
een minirotonde veroorzaakt bovendien minder geluid- en trillingshinder
dan een gewoon kruispunt.
- De Maasboulevard vormt geen onderdeel meer van een doorgaande
autoverbinding door de stad of naar andere wijken. De Maasboulevard vormt
een lus die in principe alleen bestemmingsverkeer voor de wijk Kralingen
toelaat. Via de lusstructuur kunnen wijken alleen vanaf de ringweg bereikt
worden. Om een andere wijk te bereiken gaat de automobilist terug naar
de ringweg. Daar wordt een andere lus gekozen. De overstap naar een andere
vervoerwijze wordt gestimuleerd door deze omweg voor de auto in te bouwen.
- Elk initiatief om de intensiteit van het verkeer op de Maasboulevard
te verminderen moet krachtig worden ondersteund door aanvullende maatregelen.
High Speed Ferry (HSF) en de Waterbus zetten snelle bootverbindingen op
tussen de Drechtsteden opzetten. De Fast Ferry brengt de reiziger bijvoorbeeld
in een halfuur van Dordrecht naar de voet van de Erasmusbrug. Om de kans
op succes voor dit alternatief voor de auto zo groot mogelijk te maken,
moeten dienstregelingen van de waterverbindingen en van tram, bus en metro
op elkaar worden afgestemd. Na een periode van proefvaarten, is de dienstregeling
gestart in de tweede helft van oktober 1999. De Fast Ferries moeten na
drie jaar dagelijks zo'n vijftienhonderd reizigers vervoeren. De tarieven
zijn vergelijkbaar met andere vormen van openbaar vervoer. Ten behoeve
van de fast ferry in Ridderkerk wordt naast bedrijventerrein De Schans
een transferium voor openbaar vervoer aangelegd. Doordeweeks overdag onderhoudt
de fast ferry een halfuursdienst naar Dordrecht en hartje Rotterdam. 's-Avonds
en in het weekeinde wordt een uurdienst onderhouden.
- Vanaf de snelwegen wordt het transferium aangekondigd door middel
van 'drips', wat staat voor dynamische reisinformatie-panelen, die boven
de rijbaan worden aangeracht.
- Het transferium biedt parkeerruimte aan 3000 auto's. Ook komt
er een overdekte fietsenstalling. Maar de fiets kan ook mee op de boot.
Watertaxi Wilhelmina BV., verbonden aan Hotel New York wil een uitgebreid
net van watertaxi's opzetten. Het vaargebied omvat de Maas, de havens
enloopt van Capelle aan den IJssel tot aan het Vlaardingse Hoofd. De gedachten
gaan uit naar tenminste 40 opstapplaatsen. De proefsteiger aan de Boompjeskade
naast het Maastheater, is speciaal voor een watertaxi ontworpen. De opstapplaatsen
komen in principe in de buurt van knooppunten van openbaar vervoer, of
dicht bij het centrum. De waterbussen moeten na verloop van enkele jaren
zo'n 4500 reizigers vervoeren. De waterbus werkt met een gewone strippenkaart.
Wie vervoer wil, moet dat telefonisch bestellen. Het is ook mogelijk vaste
afspraken te maken, bijvoorbeeld door een bedrijf dat elke dag een aantal
werknemers op een bepaald tijdstip vervoerd wil hebben. (Bron: De Havenloods,
donderdag 29 juli 1999, jg. 48, nr. 20, p. 1).
- Via de Honingerdijk en het verlengde daarvan de Oostzeedijk kan
het gemotoriseerd verkeer alleen de stad uit. Alleen voor het openbaar
en collectief vervoer waaronder taxi’s wordt toegestaan om naar
de stad te rijden. Aan de Oostzijde van Honingerdijk en Oostzeedijk wordt
een fietspad aangelegd met een doorzichtige afscheiding en overkapping
zodat fietsers meer beschut zijn tegen wind, regen en in de winter tegen
sneeuw en ijzel.
- Vanaf de rijksweg A16 kan de toegang tot het transferium aan de
Kralingse Zoom worden verbeterd. Vanaf de snelweg moet de automobilist
zonder oponthoud door stoplichten en omleidingen het transferium kunnen
bereiken. Snelle en gemakkelijke toegang tot dat transferium heeft prioriteit
boven de auto's die de stad in willen. In de spitsuren wordt een toeritdosering
gehanteerd voor auto's die de stad in willen. Die dosering geldt niet
voor auto's die op weg zijn naar het transferium. Een toeritdosering vanaf
de stad naar de snelweg, zoals dat is gebeurd naar de A20, is het paard
achter de wagen. Want dan staan rijen auto's met draaiende motor te wachten
om per toerbeurt de rijksweg op te kunnen. Het uitgangspunt moet zijn,
met de auto moeilijk de stad in, gemakkelijk eruit. Wie de stad in wil,
moet dat op een andere gemakkelijker manier kunnen doen dan met de auto.