Zo slecht is CO2 niet, betogen vooraanstaand wetenschappers
Ondanks een al tientallen jaren durende, internationale campagne om de boodschap te benadrukken dat door toenemende hoeveelheden van de 'vervuiler' koolstofdioxide (CO2) de beschaving ten onder zal gaan, delen grote aantallen wetenschappers, onder wie vele prominenten, de mening van Giaever. En ieder jaar komen er meer van deze wetenschappelijke 'ketters' bij. De reden? Een verzameling weerbarstige wetenschappelijke feiten.
bronnen: Volkskrant 11/01/12, Elsevier zaterdag 11 februari 2012 15:30 door Marlou Visser
Een groep van zestien vooraanstaande wetenschappers zegt het terugdringen van CO2-uitstoot niet nodig is. Er zijn geen overtuigende wetenschappelijke argumenten voor drastische actie om de wereldeconomie "koolstofvrij" te maken. De groep vindt het raar dat in de wetenschap aan alles mag worden getwijfeld, maar blijkbaar niet aan de vermeende opwarming van de aarde door CO2 uitstoot. Dat terwijl de aarde volgens de wetenschappers de laatste tien jaar niet meer opwarmt en de rekenmodellen van klimaatinstituut IPCC schromelijk overdreven lijken te zijn.
'Een hoop mensen hebben veel baat bij het luiden van de noodklok over het klimaat. Het levert overheidsgeld op voor academisch onderzoek en is een reden voor overheidsinstellingen om te groeien.'
'Het is ook een excuus voor regeringen om de belasting te verhogen en met belastinggeld betaalde subsidies te geven aan bedrijven die weten hoe ze het politieke systeem moeten bespelen. Ook stimuleert het grote donaties aan goede doelen die beloven dat ze de planeet gaan redden,’ schrijven de wetenschappers.
Beleid om CO2-uitstoot terug te dringen is volgens hen dan ook onnodig. ‘In feite is CO2 geen vervuiler, maar een kleur- en reukloos gas dat we allemaal in hoge concentraties uitademen en dat een belangrijke component is van de levenscyclus in de biosfeer. Planten gedijen veel beter met meer CO2,’ schrijven de wetenschappers. In plaats van te investeren in CO2-reductie, raden de onderzoekers politici aan te investeren in onderzoek, zodat er meer duidelijkheid komt over hoe het klimaat zich ontwikkelt.De invloed van CO2 op de opwarming van de atmosfeer na het begin van de industriële revolutie is klein en bedraagt tot op heden hoogstens 0,4 tot 0,5 ⁰C. We weten niet welk deel van de opwarming (in totaal meer dan 1⁰ C) afkomstig is van de mens, omdat we de grootte van de natuurlijke effecten niet kennen. Een verdubbeling van het CO2 gehalte zal waarschijnlijk ten hoogste tot 1⁰C temperatuurstijging leiden.
Van de totale hoeveelheid CO2 die jaarlijks in de atmosfeer wordt geëmitteerd is 3,4% afkomstig van de mens. Zie de figuren in het IPCC Third Assessment Report. Ongeveer de helft van deze jaarlijkse emissies verdwijnt in zogenaamde sinks zonder dat we weten wat er mee gebeurt. Naar schatting kan van de toename van alle broeikasgassen (buiten H2O) sinds de industriële revolutie ongeveer 25% worden toegeschreven aan de mens. H2O in de vorm van waterdamp (70%) en waterdruppels (20%) zijn voor ongeveer 90% verantwoordelijk voor het totale broeikaseffect; de resterende 10% komen voor rekening van de andere broeikasgassen, waarvan CO2 het belangrijkste is. Bij een menselijk aandeel van 25% van de totale geaccumuleerde hoeveelheid CO2 betekent dit dat de mens verantwoordelijk is voor 0,25 x 0,1 = 25% van de totale hoeveelheid broeikasgassen.
De 25 % toename klinkt op het eerste gezicht hoog. Het gaat echter wat betreft de concentratie in de atmosfeer nog steeds om kleine getallen, een stijging van 0,03 tot 0,04 % per volume lucht. Tegen de verwachting van de GCM–voorspellingen in is de gemiddelde mondiale temperatuur niet of nauwelijks evenredig toegenomen en vertoonde die van 1999 tot 2014 wellicht zelfs een geringe daling.
Mythe | Feit |
---|---|
De gemiddelde wereldtemperatuur is de laatste jaren gestegen. | Binnen de foutmarges is de gemiddelde wereldtemperatuur sinds 1995 niet gestegen. De temperatuur is gedaald sinds 2002, ondanks een stijging in de atmosferische koolstofdioxide van 8% sinds 1995. |
Gedurende het laatste deel van de 20ste eeuw is de gemiddelde wereldtemperatuur in een gevaarlijk tempo gestegen en heeft een nooit eerder geziene hoogte bereikt. | De gemiddelde wereldtemperatuur steeg in het laatste deel van de 20ste eeuw 1 à 2 °C per eeuw, wat ruim binnen de natuurlijke klimaatverandering van de laatste 10.000 jaar is. De gemiddelde wereldtemperatuur is in het geologische verleden vele malen warmer geweest dan nu. |
De gemiddelde wereldtemperatuur was stabiel voor het industriële tijdperk, steeg enorm na 1900 en zal de komende 100 jaar nog meer stijgen (Mann, Bradley & Hughes “hockeystickcurve” en extrapolatie). | De Mann et al. curve is gebaseerd op gebrekkige gegevens en de statistische uitwerking is onjuist; een slechte methode + een goed resultaat = slechte wetenschap. |
Computermodellen voorspellen dat de gemiddelde wereldtemperatuur in de volgende eeuw 6 °C zal stijgen. | Dat doen deterministische computermodellen. Gelijkwaardige empirische computermodellen voorspellen juist afkoeling. |
Opwarming van meer dan 2 °C zal catastrofale gevolgen hebben op ecosystemen en de mensheid. | Een verandering van 2 °C valt binnen de natuurlijke grenzen. Ecosystemen hebben zich sinds onheuglijke tijden altijd aan zulke veranderingen aangepast. Dat proces noemen we evolutie. De mensheid kan zich aanpassen aan allerlei extreme klimaatomstandigheden. |
Verdere menselijke toevoeging van koolstofdioxide aan de atmosfeer zal gevaarlijke opwarming veroorzaken en is over het algemeen schadelijk. | Opwarming door mensen veroorzaakt kan niet apart worden opgespoord. Atmosferische koolstofdioxide is in tegendeel juist gunstig: als meststof voor planten en graanoogsten en een efficiënte verdamping / transpiratie. |
Veranderingen in zonneactiviteit kunnen de veranderingen in gemiddelde wereldtemperatuur van de afgelopen tijd niet verklaren. | De output van de zon verandert continue op verschillende manieren en op vele tijdschalen (bijvoorbeeld de 11-, 22- en 80-jarige zonnecycli) met daarbij horende effecten op het klimaat op aarde. Veranderingen in de zichtbare straling zijn niet groot.
Het is bekend dat veranderingen in deeltjesstromen en het magnetisch veld sterke klimaateffecten teweeg brengen. Meer dan de helft van de stijging van 0,8 °C. in gemiddelde wereldtemperatuur in de 20ste eeuw kan worden toegeschreven aan veranderingen van de zon. |
Door mensen veroorzaakte opwarming zorgt voor een gevaarlijke stijging van de zeespiegel. | De zeespiegel verschilt altijd van tijd tot tijd en van plaats tot plaats; bijvoorbeeld tussen 1955 en 1996 daalde de zeespiegel op Tuvalu met 105 mm, 2,5 mm per jaar. De gemiddelde zeespiegel is een statistische maat zonder waarde voor milieuplanning. Een wereldwijde gemiddelde stijging van de zeespiegel van 1 tot 2 mm per jaar heeft de laatste 150 jaar op natuurlijke wijze plaats gevonden. De stijging is geen gevolg van menselijke beïnvloeding. |
De stijging van de gemiddelde wereldtemperatuur in de late 20e eeuw heeft een stijging in het aantal cyclonen of in stormintensiteit tot gevolg gehad. | Meteorologische experts zijn het erover eens, dat er geen onnatuurlijke stijging van het aantal stormen heeft plaats gevonden. Alleen een natuurlijke variatie. |
Bron: Bron: ten facts and ten myths on climate change | Over de schrijver: Robert M. Carter is onderzoekprofessor aan de James Cook Universiteit (Queensland) en de Universiteit van Adelaide (Zuid-Australië). Hij is paleontoloog, aardlaagkundige, zeegeoloog en milieuwetenschapper met meer dan 30 jaar beroepservaring. Bron: Prof. Robert M. Carter 12 november 2013 |
Bij nadere beschouwing blijft van de claim dat de opwarming is gestopt hoegenaamd niets over:
Een wel zeer ongemakkelijk feit is dat er nu al ruim tien jaar geen sprake is van opwarming. Dat weet het 'opwarmings-establishment' best, zoals blijkt uit de 'Climategate'- e-mail uit 2009 van klimaatwetenschapper Kevin Trenberth: 'Het is een feit dat we het huidige uitblijven van opwarming niet kunnen verklaren, en het is bespottelijk dat we dat niet kunnen.' Maar het uitblijven van die opwarming is alleen maar raar als je gelooft in computermodellen waarin zogeheten terugkoppelingen van waterdamp en wolken het geringe effect van CO2 sterk vergroten.
Dat er al tien jaar geen opwarming plaatsvindt - en dat die opwarming geringer is dan voorspeld in de 22 jaar dat het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) van de VN voorspellingen doet - wijst erop dat de computermodellen de hoeveelheid opwarming die extra CO2 kan veroorzaken, schromelijk hebben overdreven. Dat is genant voor de klimaatalarmisten. Die zijn nu op een ander aambeeld gaan hameren: dat van het extreme weer, om daarmee elk ongewoon verschijnsel in ons chaotische klimaat aan CO2 te kunnen toeschrijven.
In feite is CO2 geen vervuiler, maar een kleur- en reukloos gas dat we allemaal in hoge concentraties uitademen en dat een belangrijke component is van de levenscyclus in de biosfeer. Planten gedijen zoveel beter met meer CO2 dat glastuinbouwers de concentratie CO2 vaak met een factor drie tot vier verhogen voor een betere oogst. Vreemd is dat niet, als je bedenkt dat planten en dieren zijn ontstaan toen het CO2-gehalte tien keer zo hoog was als nu. De enorme toename in landbouwopbrengsten in de afgelopen eeuw zijn grotendeels te danken aan betere plantensoorten, kunstmest en beter beheer, maar een deel van die toename komt bijna zeker voor rekening van meer CO2 in de atmosfeer.
Hoewel het aantal wetenschappers dat er openlijk een andere mening op nahoudt, toeneemt, zeggen veel jonge wetenschappers besmuikt dat hoewel ook zij ernstige twijfels hebben over het opwarmingsverhaal door CO2 vermeerdering, zij dat niet durven zeggen uit angst dat ze niet worden bevorderd - of erger. Die vrees is bepaald niet ongegrond. In 2003 had Chris de Freitas, redacteur van het tijdschrift Climate Research, de euvele moed om een peer reviewed artikel te publiceren dat de politiek incorrecte, maar feitelijk correcte conclusie trok dat de recente opwarming niet ongebruikelijk is in de context van klimaatveranderingen van de afgelopen duizend jaar. Het internationale opwarmingsestablishment begon onmiddellijk een campagne om De Freitas zijn redacteurschap te ontnemen en hem als universiteitsmedewerker te laten ontslaan. Gelukkig behield De Freitas zijn baan aan de universiteit.
Minder bekend dan de broeikasgassen, zijn de aërosolen. Dit zijn stofdeeltjes in de atmosfeer die, naast CO2, in grote hoeveelheden vrijkomen bij verbranding van fossiele brandstoffen en hout. Een deel van de aërosolen heeft een koelende invloed op het klimaat, een ander deel heeft een opwarmend effect. Alle aërosolen bij elkaar zorgen voor een netto afkoelend effect. Hoe groot dit effect is, is zeer onzeker. Dit komt doordat we nog steeds niet goed begrijpen hoe de aërosolen de eigenschappen van wolken en de hoeveelheid wolken beïnvloeden. Natuurlijke invloeden, broeikasgassen en aërosolen zorgen voor een onbalans in de in- en uitgaande straling in de atmosfeer. Dit noemen we stralingsforcering. Bij opwarming van de aarde komt er meer kortgolvige straling afkomstig van de zon binnen dan dat er langgolvige warmtestraling de atmosfeer verlaat. De temperatuurverandering op aarde stopt pas als de stralingsbalans is hersteld. Vanwege de grote capaciteit van oceanen om warmte op te nemen duurt het enige tijd voordat zo’n nieuw evenwicht bereikt is.
We hebben tot nu toe alleen gekeken naar de menselijke uitstoot van CO2 maar de natuurlijke fluxen van CO2 zijn veel groter, ongeveer een factor 10 voor zowel het land als de oceanen. Het grote verschil met menselijke uitstoot is uiteraard dat de natuurlijke CO2 bronnen worden gecompenseerd door CO2 opname, zodat er netto geen uitstoot is. Maar je kan je meteen voorstellen dat een kleine onbalans in de natuurlijke uitstoot en opname de variatie van jaar tot jaar die we in Figuren 2 en 3 zagen goed kan verklaren.
Maar waarom dan? Er zijn een aantal hypotheses en waarschijnlijk spelen ze allemaal een rol, maar helaas is het nog niet duidelijk hoe groot die rol precies is. Ik geef twee voorbeelden.
Tijdens een vulkaanuitbarsting komen er veel aerosolen (stofdeeltjes) hoog in de atmosfeer. Omdat deze het licht verstrooien zorgen aerosolen ervoor dat het zonlicht veel diffuser wordt waardoor niet alleen de bladeren hoog in de boom profiteren van het zonlicht, maar ook bladeren lager in de boom. Dit verhoogt de natuurlijke opname van CO2. Tegelijkertijd is het relatief koud waardoor verrotting van plantenmateriaal langzamer gaat. Dit verlaagt de natuurlijke uitstoot. Beide factoren zorgen er dus voor dat de airborne fraction tijdens jaren met of na grote vulkaanuitbarstingen laag is.
Waarom roept de opwarming zoveel emotie op en waarom is de kwestie zo omstreden geworden dat de American Physical Society, waarvan Giaever het lidmaatschap heeft opgezegd, weigert in te gaan op het toch redelijk lijkend verzoek van veel leden om het woord 'onweerlegbaar' te verwijderen uit de omschrijving van een wetenschappelijk vraagstuk? Daar zijn verschillende redenen voor, maar laten we beginnen met de aloude vraag cui bono?, in de moderne variant, 'waar gaat het geld heen?'
Een hoop mensen hebben veel baat bij het luiden van de noodklok over het klimaat. Het levert overheidsgeld op voor academisch onderzoek. Het is ook een excuus voor regeringen om de belasting te verhogen en met belastinggeld betaalde subsidies te geven aan bedrijven die weten hoe ze het politieke systeem moeten bespelen. Ook stimuleert het grote donaties aan goede doelen die beloven dat ze de planeet gaan redden.
Namens veel wetenschappers en technici die de klimaatwetenschap zorgvuldig en onafhankelijk hebben bestudeerd, hebben wij een boodschap voor iedereen die een politiek ambt ambieert: er zijn geen overtuigende wetenschappelijke argumenten voor drastische actie om de wereldeconomie 'koolstofvrij' te maken. Zelfs als we de overtrokken klimaatvoorspellingen van het IPCC voor waar aannemen, rechtvaardigt dat economisch gezien nog niet een agressief beleid voor het terugdringen van broeikasgassen.
Uit recent onderzoek naar een breed scala van beleidsopties door Yale-econoom William Nordhaus blijkt dat de bijna hoogste kosten-batenratio wordt bereikt door een beleid van nog eens vijftig jaar economische groei die niet wordt gehinderd door het terugdringen van broeikasgassen. Daar zouden vooral de minder ontwikkelde delen van de wereld baat bij hebben, die ook weleens willen genieten van het materiele welzijn, de gezondheid en de levensverwachting die de ontwikkelde landen al hebben. Een ander beleid zou leiden tot een negatieve opbrengst van investeringen. Daarbij is het waarschijnlijk dat meer CO2 en de bescheiden opwarming die daarvan misschien het gevolg is onze planeet in het algemeen goed doet.
Als gekozen ambtenaren zich genoodzaakt voelen 'iets te doen' aan het klimaat, raden wij hun aan de uitmuntende wetenschappers te steunen die bijdragen aan ons begrip ervan door gebruik te maken van instrumenten in satellieten, in de oceanen en op het land en door een analyse van de observatiegegevens. Hoe beter we het klimaat begrijpen, hoe beter we kunnen inspelen op de steeds wisselende aard ervan die het leven van de mens door de hele geschiedenis heen al parten speelt. Veel van de enorme private en publieke investeringen in het klimaat zijn echter hoognodig toe aan kritische herziening.
Elke politicus / bestuurder moet rationele maatregelen ondersteunen die het milieu verbeteren. Het is zinloos om dure programma's overeind te houden die veel geld kosten en die gebaseerd zijn op 'onweerlegbare' bewijzen die onrust zaaien, maar onhoudbaar zijn.
Enkele klimaatsceptici:
Claude Allegre, voormalig directeur van het Institute for the Study of the Earth, Universiteit van Parijs;
J. Scott Armstrong, medeoprichter van het Journal of Forecasting en het International
Journal of Forecasting;
Jan Breslow, hoofd van het Laboratorium Biochemische Genetica en Metabolisme,
Rockefeller University;
Roger Cohen, fellow, American Physical Society;
Edward David, lid van de National Academy of Engineering en National Academy
of Sciences;
William Happer, hoogleraar natuurkunde, Princeton;
Michael Kelly, hoogleraar technologie, University of Cambridge, U.K.;
William Kininmonth, voormalig hoofd klimaat onderzoek van het Australische
Bureau of Meteorology;
Richard Lindzen, hoogleraar atmosfeerwetenschap, MIT;
James McGrath, hoogleraar scheikunde, Virginia Technical University ;
Rodney Nichols, voormalig voorzitter en CEO van de New York Academy of Sciences;
Burt Rutan, ruimtevaarttechnicus, ontwerper van Voyager en SpaceShipOne;
Harrison H. Schmitt, Apollo 17-astronaut en voormalig Amerikaans senator;
Nir Shaviv, hoogleraar astrofysica, Hebrew University, Jerusalem;
Henk Tennekes, voormalig directeur KNMI;
Antonio Zichichi, voorzitter van de World Federation of Scientists, Genève.
Bron: Elsevier maandag 15 februari 2010 08:23 door Marlou Visser
Phil Jones, een voormalig onderzoeker van het IPCC en een van de hoofdrolspelers in Climategate, heeft toegegeven dat de aarde eerder periodes van opwarming heeft gekend. De recente klimaatopwarming is niet uniek en niet significant. Phil Jones, de geplaagde klimaatprofessor, zegt dat zijn leven sinds climategate verschrikkelijk is geweest. Dat zei hij in een interview met de BBC. Jones kreeg daar vragen van wetenschappers en klimaatsceptici voorgelegd. Het interview is opmerkelijk, omdat Jones een van de wetenschappers was die de zogenaamde hockeystickgrafiek verdedigde waaruit moet blijken dat de aarde de laatste jaren sterk opwarmt. Nu geeft hij toe dat de aarde tussen 1910 en 1940 en tussen 1975 en 1998 eenzelfde periode van opwarming heeft gekend.
Ook houdt Jones rekening met de mogelijkheid dat de aarde in de middeleeuwen een warmer klimaat heeft gekend. Dit is een van de argumenten die vaak door klimaatsceptici wordt aangevoerd, omdat als de aarde in de middeleeuwen een vergelijkbare warme periode heeft gekend, de recente opwarming mogelijk ook niet door de mens is veroorzaakt.
Phil Jones was voorzitter van de Climate Research Unit van de Universiteit van East Anglia. Na het uitlekken van verschillende van zijn e-mails, de Climategate, besloot Jones af te treden.
Een van de meest kwalijke citaten uit de gehackte e-mailcorrespondentie is de zin verberg de afkoeling. Jones ontkent nu dat dit op recente temperatuurdalingen sloeg. Hij beaamt nu dat de temperatuur sinds 2002 daalt, maar benadrukt dat deze afkoeling wetenschappelijk niet significant is. De opwarming sinds 1995 ook niet, erkent de klimaatwetenschapper.
Het hele IPCC ligt momenteel onder vuur. In het meest recente rapport worden steeds meer fouten gevonden. Een opmerkelijke fout is dat Nederland niet, zoals in het rapport vermeld staat, voor 55 procent onder de zeespiegel ligt, maar dat 55 procent van het Nederlandse grondoppervlak gevoelig is voor overstromingen.
Bron: Elsevier
Meteorologen: 2008 koudste jaar sinds eeuwwisseling
dinsdag 16 december 2008 20:10
De gemiddelde temperatuur op aarde in het afgelopen jaar is met 14,31 graden Celsius sinds het jaar 2000 niet zo laag geweest.
Uitzonderlijk winterweer in verschillende delen van Europa de afgelopen weken Uitzonderlijk winterweer in verschillende delen van Europa de afgelopen weken
Uitzonderlijk winterweer in verschillende delen van Europa de afgelopen weken. Dat blijkt uit gegevens van de World Meteorological Organization (WMO), meldt de Britse zender BBC.
De gemiddelde temperatuur in 2008 tot nu toe was 14,31 graden Celsius, bijna eentiende graad onder de gemiddelde temperaturen in 2007 en 2006. 2000 was het laatste jaar waarin de gemiddelde temperatuur lager lag.
De verrassende uitkomst van de WMO wordt bevestigd door gegevens van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA, die zijn eigen weermetingen doet.
Volgens meteorologen bereikte gemiddelde temperatuur in 1998 zijn hoogtepunt, toen er 14,52 graden Celsius werd gemeten. Dat wordt toegeschreven aan El Niño, een buitengewoon sterke opwarming van het zeewater rond de Evenaar.
Dat het sindsdien kouder is geworden, zou liggen aan El Niña, het omgekeerde effect. Volgens sommige wetenschappers kan het het komende decennium nog kouder worden als gevolg van koeler zeewater.
Maar andere wetenschappers betwijfelen of dit de vermeende opwarming van de aarde door het versterkte broeikaseffect zal blijven maskeren. De gemiddelde temperatuur in 2008 is overigens nog wel altijd hoger dan die in de periode tussen 1961-1990. Toen was het gemiddeld 0,3 graden kouder. Ook valt 2008 nog in de tien warmste jaren sinds de wereldwijde metingen.
Door Robbert de Witt
Bron: Elsevier
Onderzoek: Gletsjers en ijskappen smelten minder hard
woensdag 8 februari 2012 19:48
Gletsjers en ijskappen hebben tussen 2003 en 2010 beduidend minder sneeuw en ijs verloren dan eerder werd aangenomen. De gletsjers en ijskappen verloren zo'n 148 miljard ton aan massa per jaar, een derde minder dan gedacht.
Door het smelten van ijskappen stijgt de zeespiegel
De afgelopen jaren is in de media het onderscheid tussen begrippen als klimaat, natuur en milieu vrijwel weggevallen. Want dit staat volgens veel wetenschappers en politici vast: het gaat de verkeerde kant op met milieu, natuur, klimaat, en de mens is verantwoordelijk.
Is dat echt zo? Het onderzoek van Thomas Jacob en John Wahr van de Universiteit van Colorado, dat woensdag 8 februari 2012 is gepubliceerd in vaktijdschrift Nature. zet die bewering tussen aanhalingstekens
Vooral in het hooggebergte van Azië blijkt minder sneeuw en ijs te zijn gesmolten dan in eerdere studies is aangenomen. De gesmolten ijs- en sneeuwmassa heeft volgens de onderzoekers gezorgd voor een stijging van de zeespiegel van 1,5 millimeter per jaar tussen 2003 en 2010. Daarvan is 1,1 millimeter van het dooiende ijs op Groenland en Antarctica.
Voor het onderzoek hebben de teams van Jacob en Wahr gebruik gemaakt van de gegevens van Gracesatellieten, die maandelijks de zwaartekracht op aarde meten. Zij concentreerden zich op gletsjers en ijsvlakken van meer dan 100 vierkante kilometer, zoals de Alpen en Kaukasus. Smeltende gletsjers gelden als een beeldbepalend symbool van de klimaatopwarming. De TU Delft maakte in 2010 al bekend dat de ijskappen van Groenland minder hard smelten dan gedacht. Volgens de universiteit smelten de ijskappen twee keer zo langzaam als eerder werd gedacht.
Door Shari Deira
Bron: Elsevier
IJskappen deze zomer minder snel gesmolten
vrijdag 18 september 2009 13:10
Deze zomer is het ijs op de Noordpool minder snel gesmolten dan in de jaren daarvoor. Op 12 september besloeg het ijs een oppervlakte van 5,1 miljoen vierkante kilometer.
Het ijs op de noordpool smelt ieder jaar in de zomer
Half september is de ijslaag op de noordpool doorgaans op zijn kleinst. In 2007 smolt het ijsoppervlakte in de zomer nog naar 4,1 miljoen vierkante kilometer. Dat blijkt uit onderzoek van het Nsidc, een Amerikaanse overheidsinstelling die bijhoudt hoeveel sneeuw en ijs er ligt.
Volgens de onderzoekers zijn de cijfers geen bewijs dat het ijs in de toekomst minder snel zal smelten.
De oppervlakte van 12 september dit jaar is 24 procent minder in vergelijking met de gemiddelde oppervlakte tussen 1979 en 2000.
Door Maartje Willems
Bron: Elsevier
'Stijgen van de zeespiegel is zwaar overschat'
vrijdag 15 mei 2009 12:03
Als delen van het ijs op de Zuidpool smelten en in zee storten, leidt dat niet tot 5 of 6 meter zeespiegelstijging - zoals eerder werd gesuggereerd - maar tot 3,3 meter.
Wetenschappers stellen dat de stijging van de zeespiegel zwaar is overschat
Elseviers opinie
Kabinet, niet op hol slaan door zeespiegelstijging!
Deltacommissie zat fout met zeespiegel
Bekijk ook de analyse van wetenschapsjournalist Simon Rozendaal: Wat is er écht
aan de hand met het klimaat?
Dat concluderen onderzoekers van Universiteit van Bristol en de TU Delft. Het artikel hierover is in het wetenschappelijke tijdschrift Science verschenen.
Wetenschappers stellen dat de stijging van de zeespiegel zwaar is overschat
\
In de regio West-Europa verwachten de onderzoekers een zeespiegelstijging van 3,3 meter, maar bijvoorbeeld aan de kusten van Amerika denken ze aan enkele meters meer.
Groot
Dr. Bert Vermeersen, onderzoeker bij TU Delft zegt dat de kennis uit de negentiende
eeuw, waar al uit bleek dat de zeespiegel niet zo ernstig zou stijgen, 'vreemd
genoeg wat is weggezakt'.
Dat de zeespiegel minder stijgt dan eerder werd gedacht door wetenschappers is de zwaartekracht. Vermeersen: 'Het (mogelijk) in zee storten van het landijs leidt in de zeeën rond Antarctica tot een daling van de zeespiegel door het wegvallen van de zwaartekracht van het afgesmolten ijs.
Op andere plekken op aarde leidt dit fenomeen juist tot een extra stijging van de zeespiegel.'
Het Brits-Nederlandse team heeft ook ontdekt dat er minder ijs zit in de ijskap dan tot nu toe gedacht werd. De onderzoekers hebben dat afgeleid uit nieuwe, preciezere satellietmetingen.
Deze satellieten meten onder meer de dikte van de ijslaag of kleine variaties in de zwaartekracht die informatie geven over de hoeveelheid ijs die zich boven het zeespiegelniveau bevindt.
Door Maartje Willems
Bron: Elsevier
'Zeespiegel stijgt niet door smelten gletsjers'
vrijdag 4 juli 2008 09:17
De smeltende gletsjers aan de rand van de Groenlandse ijskap zorgen op lange termijn niet voor meer stijging van de zeespiegel.
De gletsjers in Groenland smelten weliswaar, maar daardoor stijgt de zeespiegel niet
Smeltende ijskappen in Groenland
Iceberg in Paradise Bay, West Antarctica. (Credit: iStockphoto/Micheal O Fiachra)
Dat stellen onderzoekers van de Universiteit Utrecht. De resultaten van het onderzoek zijn opmerkelijk, omdat in veel populaire publicaties, waaronder de film 'An Inconvenient Truth' van Al Gore, wordt beweerd dat de zeespiegel meters zal stijgen.
De snelheid waarmee het gletsjerijs smelt neemt sterk toe, maar het versnellingsproces wordt doorbroken doordat het smeltwater via steeds bredere kanalen wordt afgevoerd. Hierdoor neemt de beweging van het ijs weer af.
De Utrechtse wetenschappers hebben hun onderzoeksresultaten gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Science.
De onderzoekers hebben sinds begin jaren negentig met GPS-metingen de beweging van de ijskap in West-Groenland gevolgd. Het smeltwater werkt als een smeerlaagje tussen het ijs en de ondergrond. Daardoor blijkt bij warmer weer het ijs in een paar dagen tot wel vier keer zo snel te bewegen.
Het ijs glijdt hierdoor met toenemende snelheid naar de lagere en warmere delen van de ijskap. Na verloop van tijd worden in het ijs grotere kanalen gevormd die het toegenomen smeltwater afvoeren.
Daardoor neemt de waterdruk aan de bodem weer af en ook de snelheid waarmee het ijs glijdt.
Bron: Elsevier
Nieuwe klimaatblunder: VN liegen over smeltende gletsjers
zondag 17 januari 2010 12:18
Samen met de smeltende ijskappen op de Kilimanjaro waren de verdwijnende gletsjers in de Himalaya het symbool van de door de mens veroorzaakte klimaatverandering. Nu blijkt echter dat het klimaatpanel van de Verenigde Naties (VN) fors heeft geblunderd: de bewering dat de ijsmassa's in het Aziatische gebergte verdwijnen, blijkt vrijwel nergens op gebaseerd te zijn.
Smeltende gletsjers, tot nu toe het symbool van door de mens veroorzaakte klimaatverandering
IPCC, het VN-orgaan dat klimaatverandering onderzoekt, beweerde tot nu toe dat de gletsjers in de Himalayain 2035 verdwenen zouden zijn, als de mens zijn gedrag niet zou aanpassen.
De wetenschappers die dit berekend zouden moeten hebben, geven nu toe dat zij hun bewering slechts baseren op een artikel in het blad New Scientist. Er zijn dus geen berekeningen aan te pas gekomen. Ook blijkt het artikel acht jaar voor het IPCC-rapport in 2007 te zijn gepubliceerd.
Het opvallendste is misschien wel wie de schrijver van het artikel is. Het gaat om de volledig onbekende Syed Hasnain, een Indiase wetenschapper verbonden aan de Jawaharlal Nehru University in Delhi. Hasnain heeft intussen toegegeven dat zijn voorspelling niet op berekeningen is gebaseerd, maar puur op speculatie. IPCC-lid Murari Lal, verantwoordelijk voor het hoofdstuk gletsjers, adviseert om het Himalaya-hoofdstuk te schrappen.
Eind vorig jaar meldde een wetenschapper dat de VN een rekenfout hadden gemaakt. De gletsjers zijn niet in 2035, maar in 2350 gesmolten, aldus J Graham Cogley, een Canadese professor.
Volgens The Times gaat het om de grootste dwaling van de VN in het klimaatonderzoek tot nu toe. Eerder bleek al dat er met cijfers geknoeid werd (Climategate) door het IPCC. Gegevens werden gemanipuleerd, waardoor de klimaatverandering erger leek dan in werkelijkheid het geval is.
Een ander symbool voor door de mens veroorzaakte klimaatverandering werd van zijn troon gestoten. De hoogste berg in Afrika, de Kilimanjaro zou zijn sneeuwmassa's verliezen door toedoen van de mens. Een Nederlandse wetenschapper toonde echter aan dat niet de mens, maar de natuur verantwoordelijk is voor de smeltende sneeuw. Daar ging een paradepaard van klimaatgoeroe Al Gore, die de verdwijnende sneeuw op de berg als het bewijs voor klimaatverandering door de mens zag.
Bron: Robin van der Kloor