Het gebied Struisenburg, deel van de deelgemeente Kralingen-Crooswijk in Rotterdam, strekt zich uit van de Honingerdijk tot het Oostplein en van de Maasboulevard tot aan de Oostzeedijk. Het vormt een doorgangsgebied voor autostromen van en naar het centrum van Rotterdam. De Maasboulevard, de Honingerdijk en Oostzeedijk vormen verbindingsschakels tussen de verkeersstromen in de stad, rijksweg 20 en woongebieden als Alexanderpolder, Ommoord, Prinsentand, Capelle a/d IJssel en Krimpen a/d IJssel. Verkeer van en naar die plaatsen en het centrum perst zich via die invalswegen, met name de Maasboulevard, de stad in en er weer uit. Via de Maasboulebard, Honingerdijk en Oostzeedijk proberen vele automobilisten 's morgens (woon-werkverkeer) of in vakanties en weekends (toeristen, funshoppers, bezoekers van evenementen) hun auto zover mogelijk de stad in te krijgen om daar een liefst gratis parkeerplaats te vinden. Het parkeerbeleid in het centrum heeft echter als gevolg dat vele automobilisten 'stranden' in de straten van Struisenburg. Voor de bewoners betekent dat extra autoverkeer, parkeeroverlast, lucht- en geluidvervuiling, meer objectieve en subjectieve onveiligheid. Zij ervaren dagelijks hoe het huidige verkeersbeleid van de gemeente Rotterdam het leefmilieu van de bewoners aantast. Het wordt de hoogste tijd dat de (deel)gemeente zoals dat in ambtelijke taal heet, daar een beleid op zet. In het rapport Als het getij verloopt gaat het PLM daar nader op in.
Bewoners van het gebied Struisenburg zien met lede ogen hoe hun leefomgeving
verslechtert. Zij hebben de indruk dat de deelraad niet goed opgewassen
is tegen de golf van ontwikkelingen die het leefmilieu belagen.
Het gezondheidsrisico voor bewoners in de wijk is hoog door het intensieve
autoverkeer door en in de buurt. Via de Maasboulevard en de Honingerdijk
stroomt het autoverkeer 's morgens door de wijk richting het stadscentrum,
naar de Kop van Zuid of door de stad richting Maastunnel, Spaanse Polder,
Schiedam. Bestemmingsverkeer voor het centrum parkeert de auto inde wijk,
omdat het centrum door een stringent parkeerbeleid de parkeerkosten flink
heeft opgevoerd. De enorme verkeers- en parkeeroverlast heeft gevolgen
voor de buitenruimte. Straten en pleinen doen overwegend dienst als rijbaan
en stallingplaats voor auto's met slordige, vaak smerige 'restplaatsen'
vol afval. Steeds verder rukt de auto op ten koste van recreatieve ruimte
voor de bewoners zoals speelruimte voor kinderen. Dertig km-zones zijn
voor kinderen ruim drie keer zo veilig als wegen met de 'gewone' snelheidslimiet
van 50 km/uur. Dat leert analyse van kinderongevallen op diverse types
wegen binnen de bebouwde kom. Toch worden slechts mondjesmaat straten
voor het autoverkeer gesloten of tot dertig km-zone verklaard. Bijna erger
nog is het slordige handhaven van de snelheid in die zones. Op de Oostmaaslaan
bijvoorbeeld rijden veel automobilisten, bijvoorbeeld medewerkers uit
de kantoorpanden Volker Stevin en Hoogheemraadschap Schieland met 40 km
of meer over de verkeersdrempels.
Om het leefmilieu in dit gebied en de stad te verbeteren moet het niet-noodzakelijke gemotoriseerd verkeer al vóór de invalswegen naar de stad worden opgevangen. Dat kan door bij de ruitwegen rond Rotterdam grote transferia (4 tot 6000 parkeerplaatsen) aan te leggen. Een transferium is een verkeersknooppunt aan de rand van een grote stad waar men van het ene vervoermiddel kan overstappen in een ander . Op de snelwegen wordt het transferium aangekondigd door middel van 'drips', dynamische reisinformatie-panelen, die boven de rijbaan worden aangebracht. Vanaf de snelweg moet de automobilist zonder oponthoud door verkeerslichten en omleidingen het transferium kunnen bereiken. Transferia zijn bijvoorbeeld door aparte uit- en invoegstroken of zonodig met een fly-over rechtstreeks op de rijksweg aangesloten. Helaas zijn de huidige plannen voor het Knooppunt Kralingse Zoom uitgemond in een soort bestemmingstransferium voor het daarbij te bouwen kantorencomplex. De oorspronkelijk functie van een transferium is goeddeels verdwenen.