Kilometerheffing in de stad

Meer dan een kwart van alle autoritten is korter dan 5 kilometer en meer dan de helft is korter dan 10 kilometer. Het wegennet in en om de steden wordt dus vooral in beslag genomen door korte ritten. Voor de iets langere ritten wijkt men uit naar het snelwegennet. Een groot deel van de mensen zou kunnen fietsen, maar waarom zouden ze? Het rijden in de stad kost niets. Ook het parkeren is gratis, want het overgrote deel van de spitsrijders parkeert op het terrein van hun werkgever of anders in een nabijgelegen woonwijk. Al jaren proberen steden hier iets aan te doen met parkeermeters en vergunningssystemen. Maar nog steeds parkeert 30 tot 50 procent van de bezoekers gratis in de binnenstad. En buiten de binnenstad wordt door gebruikers van woon-werktorens helemaal niets betaald.
Bestuurders beklagen zich erover dat automobilisten de bestaande transferia mijden. Heel begrijpelijk als het gemeentebestuur van Rotterdam plannen accepteert waarin meer en meer parkeergarages in de stad worden toegestaan en de toegang tot de stad gratis is. Voor een kort verblijf in de stad zetten ze hun auto liever even in een parkeergarage onder de Bijenkorf dan op een transferium. De reistijd is nog steeds veel korter en veel gemakkelijker. De toegang tot de stad kost niets. Je staat hoogstens een kwartier in de file en je hoeft niet over te stappen op een andere vorm van vervoer. Dat door hun gedrag het leef- en woonklimaat in de stad ernstig wordt aangetast? So what, daar hebben zij toch geen last van? Zij zijn zo weer terug in hun eigen (rand)gemeente. Transferia en andere overstappunten aan de rand van stedelijke gebieden moeten gecombineerd worden met een toegangsheffing voor het oprijden van een invalsweg naar de stad.

Autowegen naar en in de stad zijn een 'schaars goed' waar de normale economische instrumenten op toegepast worden. Wie in de stad wil autorijden betaalt per gereden kilometer. Voor korte ritten pakt men dan vaker de fiets of het openbaar vervoer. Om de milieubelasting in de stad terug te dringen moet het gemotoriseerd verkeer al op de ringweg worden ingedamd. Buiten de ruit van ringwegen wordt een ring van grote transferia (4 tot 5000 parkeerplaatsen) ingericht. Die transferia vangen het woon-werkverkeer en het recreatieve verkeer op . De toestroom van auto's vanaf de ringwegen wordt gereguleerd via entreeheffing op de volgende invalswegen:
Rechter Maasoever:
Parklane (route Giessenplein, Tjalklaan, Vierhavenstraat, Westzeedijk, Droogleever Fortuynplein);
Stadhoudersweg (route Kleinpolderplein, Stadhoudersweg, Statenweg Statentunnel);
Schieweg (route Schieplein, Schieweg, Schiekade, Hofplein);
Maasboulevard (route Kralingseplein, Abram van Rijckevorselweg, Maasboulevard, Oostplein);
Linker Maasoever:
Stadionweg (route IJsselmondseplein, Stadionweg, Laan op Zuid, Erasmusbrug);
Vaanweg (route Vaanplein, Vaanweg, Pleinweg, Doklaan, Maastunnel, Droogleever Fortuynplein);
Dorpsweg (route Groene Kruisplein, Groene Kruisweg, Dorpsweg, Maastunnel, Droogleever Fortuynplein).

Wie dus de Maasboulevard oprijdt, betaalt. Wie zijn auto in het transferium Kralingse Zoom zet, kan met dezelfde parkeerkaart van het openbaar vervoer gebruik maken (metro, shuttlebus) en snel naar het centrum komen. Op het transferium zijn bewaakte fietsenstallingen die voor de automobilist gratis toegankelijk zijn op vertoon van zijn parkeerkaart. Bewoners van de stad zijn van deze heffing vrijgesteld. Die entreeheffing kan het autoverkeer op de Maasboulevard met zo'n 20 procent verminderen. Deze kilometerheffing voor het stedelijk gebied heeft nog een voordeel: de stad krijgt eigen inkomsten. Daarmee kan ze investeren in het stedelijk openbaar vervoer, zodat er ook voor verplaatsingen boven de 5 kilometer een aantrekkelijk alternatief komt voor de auto.
Bij de transferia zijn voorzieningen aanwezig die het de automobilist vergemakkelijken om in wat behoeften te voorzien: een tankstation, supermarkt, fietshersteller, restaurant, crèche. Bovendien moeten de verbindingen met centra van stedelijke gebieden snel en comforabel zijn.

Gratis openbaar vervoer vanuit de regio naar de transferia

Rotterdam is voor veel zaken afhankelijk van mensen die in de regio wonen en omgekeerd. Er is dus veel verkeer tussen stad en regio. Het is een gegeven dat de gemiddelde automobilist zich nauwelijks uit zijn auto laat lokken. Dat maakt de toepassing van ongebruikelijke oplossingen noodzakelijk. Gratis openbaar vervoer is zo'n oplossing. Vanuit de regio worden passagiers met gratis openbaar vervoer gebracht naar transferia, de knooppunten van toevoerlijnen van en naar de stad. En 's avonds weer terug natuurlijk. Vanuit de transferia vertrekken bussen, trams en metrotreinen naar de stad. Gratis openbaar vervoer in de stad werkt nauwelijks, heeft de ervaring geleerd. Maar gratis openbaar vervoer naar de transferia moet worden gezien als een reële optie.

De opbrengst van de stadsheffing dient om dit gratis openbaar vervoer te financieren. Ook kan worden gedacht aan het 'afromen' van de meeropbrengsten van stadsvervoerder RET. Ook het streekvervoer kan een duit in het zakje doen, want ook daar zal op termijn worden verdiend aan extra reizigers. Verder kunnen kostbare investeringen in (lokale en regionale) wegen worden voorkomen.

De eerste stappen naar een ander verkeersbeleid

In hartje Londen verdringen bussen de auto
In Londen is de tolheffing met succes toegepast. Vooral particuliere automobilisten lijken de stad met een grote boog te mijden. Gevolg is dat het verkeer zich weer kan bewegen, ook in winkelstraten als Oxford Street. De bus is tegenwoordig zelfs sneller dan de underground. Wanneer een stad als Rotterdam ook tol wil gaan heffen, is het erg belangrijk dat ze een alternatief voor de auto bieden. Vanaf de allereerste dag moeten transferia in bedrijf zijn, meer bussen worden ingezet en knelpunten op de rondwegen buiten de stadszone opgelost. Dan merkt de automobilist dat er iets veranderd is. In het centrum zijn nog steeds parkeerplaatsen te vinden, maar de parkeerkosten zijn hoog en een politieverordening verbiedt het om je auto de hele dag op dezelfde plek te laten staan. Wanneer een automobilist vanaf de Ruit een invalsweg, hoe klein ook, naar de stad op rijdt, wordt een totaalbeeld van de auto en het nummerbord gefotografeerd. Hij krijgt de gelegenheid om tot uiterlijk tien uur 's avonds te betalen. Doet hij dat niet dan heeft hij nog enkele weken de tijd een verhoogd tarief te betalen, anders volgt een boete. Ook buitenlanders moeten betalen. Een incassobureau dat in elk land boetes kan innen, zorgt voor de afwikkeling daarvan. Fietsers zijn uitgezonderd van de tolheffing.

Zuid-Holland zet gratis streekbus in tegen congestie

De provincie Zuid-Holland wil op 1 januari 2004 een eenjarige proef starten met gratis openbaar busvervoer van transferium ‘t Schouw langs de A44 bij Leiden naar Den Haag. Doel van het gratis busvervoer is het terugdringen van de congestie. Er is nadrukkelijk gekozen voor een experiment op de middellange afstand in het streekvervoer, zodat negatieve bijeffecten zoals een dalend fietsgebruik niet optreden. Wanneer gratis openbaar vervoer alleen voor regionale reizigers wordt geïntroduceerd, ligt de verwachte passagierstoename op 40 procent, waarvan een aanzienlijk deel nu in de auto zit. Hiermee lijkt de proef een bijdrage te leveren aan het terugdringen van het autogebruik, hoewel de absolute aantallen met 110 000 per jaar nog te gering zullen zijn voor een merkbare vermindering van het fileleed.

Eveneens op 1 januari 2004 wordt in Gouda het goedkope zaterdagse euro-retour naar tijd en plaats uitgebreid. Het bestaande goedkope euro-retour op de stadslijnen wordt uitgebreid van de zaterdag naar werkdagen. Ook voor passagiers vanuit buurgemeenten komt er een goedkoop tarief.
In: Verkeerskunde. Vaktijdschrift over verkeer en vervoer van 30/6/03

Gratis (water)bus roomt feestdagenpiek af

Een promotionele actie met gratis stads- en waterbusvervoer in Dordrecht tijdens de laatste zes zaterdagen in 2002 heeft driemaal zoveel passagiers aangetrokken. Doel was de overvolle parkeergarages in deze periode te ontlasten en de bereikbaarheid op peil te houden tijdens de feestdagen.
De binnenstad kampt al jaren met een tekortschietende capaciteit van de parkeergarages in de periode rond evenementen en de feestdagen. Het is niet rendabel om voor die dagen te investeren in extra capaciteit, die de rest van het jaar onbenut blijft. Tijdelijk gratis ov is dan een goedkopere oplossing. Om de bereikbaarheid structureel te verbeteren lijkt een concept met afstandparkeren in transferia en pendelbusjes naar de binnenstad een oplossing.