JAN FLORYSZOON GAEL, overleden in het jaar 1426, zoon van FLORIS GAEL en N.N..
Jan Gael erfde in 1400 stoel No. 26 van zijn vader, voorts in 1416 stoel No. 16 van zijn oom Arend van Hilsebroec, welke stoel hij terstond op naam van zijn echtgenote liet overboeken. Tenslotte erfde hij nog in 1420 stoel No. 35 van zijn neef Jacob van Hilsebroec, welke stoel hij terzelfder tijd doorverkocht aan Pieter Heynenzoon. In hetzelfde jaar 1420 werd hij, na dode van zijn neef Jacob door de grafelijkheid beleend met de aloude Hilsebroecse leengoederen, waaronder nog steeds de tienden van Ravensdorp. Op die zelfde dag 15 augustus 1420 stelt hij de "minre helft" van zijn leengoed als lijftocht voor Yonefie. Op 2 februari 1415 beleend de Heer van Egmond Jan met het oude leen van zijn overgrootvader Gheryt Gael dat deze op 8 mei 1332 had ontvangen.
Jan Gael bekleedde in het Kerstgilde successievelijk de functies van "dienst", 1400, "vinder", 1404, 1409, 1416, 1420 en 1424, en "deken" in 1422. Tenslotte vinden wij hem nog vermeld als schepen van Haarlem in de jaren 1413, 1415 en 1424. Zijn schepenzegel is bewaard gebleven onder een akte van 4 oktober 1413. (zie jb. CBG 1970).
Jan was gehuwd met
YONEFIE CLAES PUTKENSDOCHTER, dochter van CLAES JAN JACOBSZOON, genaamd Put of Putje (vele malen schepen in Haarlem tussen de jaren 1378 en 1395) en LISEBETH N.N..
Yonefie vindt men in het Ruyghe Register vermeld als "dienst" van het Kerstgilde in de jaren 1419, 1423 en 1429. Zij stierf ca. 1457/58 aangezien haar stoel No. 16 in 1458 op haar oudste zoon Florys vererfde.
Uit dit huwelijk:
- 1 : FLORIS JANSZONE GAEL, overleden in het jaar 1461.
Beleend na dode zijns vaders, en wel op 24 juli 1426. Tevens werd in dat jaar 1426 stoel No. 26 op hem overgeboekt. Hij werd in 1429 "dienst", in 1453, 1456 en 1460 "vinder" in welk laatstgenoemd dienstjaar hij kwam te overlijden. Tot "deken van het gilde was hij benoemd in het jaar 1455.
Floris was gehuwd met ALIJT GERRITSDR. VAN ADRICHEM, zij ontving van haar man als lijftocht de "minre helft" van zijn leengoederen. Alijt blijft nog lange tijd inleven, uit een Haarlemse transportakte van maart 1487 blijkt dat neef Florys haar nog steeds gelden moet uitkeren, kennelijk verband houdend met haar recht van lijftocht, overleden in het jaar 1493 nadat zij ook haar tweede echtgenoot nog een jaar had overleefd, dochter van GHERYT VAN ADRICHEM, schepen en burgemeester van Haarlem en JANNE JACOB JANSZOONDR..
Alijt was later gehuwd met FLORIS VAN ALPHEN.
- 2 : DIRCK JANSZONE GAEL, overleden in het jaar 1463.
In 1461 werden beide stoelen (No. 16 en 26) van zijn broer Florys op zijn naam overgeboekt. Op 28 mei 1462 wordt Dirck door de graaf beleend met de leengoederen van die broer. Op 12 december 1462 stelt hij de lijftocht voor zijn echtgenote vast op de "minre helft" van zijn lenen. Hij sterft echter in het volgend jaar.
Dirck was gehuwd met GEERTRUYT HENDRICK JANSZOONSDR..
INDEX