MACHTELD LOTTYNSDOCHTER, overleden na 1474, dochter van LOTTYN GHERYTSZ. en ALIJT JAN DIRCXDR..
Deze ouders zijn beiden reeds overleden wanneer op 20 maart 1456 hun goederen gescheiden worden tussen Machtelt en haar drie hier na te noemen kinderen, en haar zuster Ermgaert Lottynsdr. Machtelt is nog in leven anno 1474, en wordt dan nog voor een speciale oorlogsbelasting aangeslagen.
Machteld is getrouwd rond 1430 met
CLAES DIERT, geboren voor 1393, overleden in het jaar 1453, minstens 60 jaar oud, zoon van FLORIS GAEL en BAERTRAET N.N..
Hij komt in 1412 voor als "dienst" van het Kerstgilde. Volgens het Ruyghe Register van het Kerstgilde moet hij in of kort vóór 1412 een stoel (No. 40) verkregen hebben van een zekere Symon van der Does, er is een zeer kleine mogelijkheid aanwezig dat deze Symon een oudere halfbroer van hem was. Als "dienst" van het Kerstgilde komt hij voor in de jaren 1412, 1415, 1423 en 1427, als "vinder" in 1418, 1430, en 1434. Hij was wijnkoper, zoals blijkt uit de kerkmeesters-rekening over 1444 en tevens hield hij herberg, hetgeen blijkt uit het feit dat het Kerstgilde in 1433 de jaarlijkse "maaltijd" te zijnen huize hield.
Hij had bij een nog onbekende vrouw één dochter.
Uit dit huwelijk:
- 1 : FLORIS CLAES DIERTSZOON GAEL, geboren rond 1430, overleden in het jaar 1497, ongeveer 67 jaar oud.
Voor het eerst vermeld in 1453 wanneer hij na de dood van zijn vader diens stoel No. 40 erft. Meteen wordt hij dat jaar "dienst", wederom in 1455; "vinder" in 1460, in welk jaar de "maaltijd" van het Gilde bij hem werd gehouden. Evenals zijn vader was hij wijnkoper en hield herberg. Tenslotte vindt men hem vermeld als "deken" van het gilde in 1475. Hij heeft een pelgrimsreis naar het Heilige Land volbracht teneinde het Heilige Graf bij Jeruzalem te bezoeken; na behouden thuiskomst werd hij lid van de Ridderlijke Broederschap van den Heylichen Lande te Haarlem. In 1463 erft hij de oude leengoederen van zijn neef Dirck Gael en wordt ermede beleend op 4 september 1464. Als "leenman" treedt hij na 1464 een enkele maal op bij het passeren van speciale aktes. Een zegel van hem is niet bewaard gebleven, doch wel een schets naar een zegelafdruk, waaruit blijkt dat ook hij zegelde met het wapen met de twee met ruitjes beladen dwarsbalken. In 1463 erft hij de twee stoelen (No. 16 en 26) van neef Dirck, doch hij schenkt meteen stoel No. 16 aan zijn jonge neef Dirck Potter Dircxz. (kleinzoon van Florys tante Margriet Allairt Saelmonsweduwe) echter onder conditie dat de stoel na Dirc's dood weer op Florys c.q. zijn erven zal terugvallen. Dat Florys gehuwd zou zijn geweest is nergens gebleken.
- 2 : BAERTRAET GAEL, overleden in het jaar 1500.
Baertraet Gael, meerdere malen genoemd "Baertraet Floer Dierten zuster"! Nog minderjarig op 20 maart 1456.
Baertraet was gehuwd met CLAES FLORYSZ. VAN CRANENBROECK, overleden voor 1495.
Hun kinderen staan vermeld in een transportakte van november 1500. (een dochter Machteld van Cranenbroeck is dan blijkbaar reeds gestorven, zij had bij haar huwelijk in 1495 met Daneel Gerritszoon een cadeau ontvangen van haar oom Florys.
- 3 : LOTTYN CLAESZ. GAEL, geboren rond 1441, overleden in december 1521, begraven te Haarlem in de St. Bavo, ongeveer 80 jaar oud.
Minderjarig op 20 maart 1456. Hij was de eerste van zijn geslacht die zich blijkbaar niet veel aan het Kerstgilde gelegen liet liggen. In 1497 erfde hij van zijn broer stoel No. 26 en No. 40, alsmede het recht op de "uitgeleende" stoel No. 16. Nog in datzelfde jaar schenkt hij stoel No. 26 eveneens "voor diens leven" aan zijn neef heer Gheryt Claesz. van Cranenbroeck, priester, zoon van zijn zuster Baertraet. Zelf bleef hij met stoel No. 40 slechts vijf jaar lid van het gilde, want reeds in 1502 schonk hij deze stoel aan zijn oudste zoon Claes. Toen neef Gheryt van Cranenbroeck in 1512 overleed gaf hij stoel 26 door aan zijn jongste zoon Mr. Hughe Gael, eveneens priester, doch deze stierf reeds in 1518, waarop Lottyn de stoel wederom terug ontving doch hem nu doorgaf aan de echtgenote van zijn zoon Claes.
Na de dood van zijn broeder Florys werd Lottyn Claesz. door de graaf beleend met de oude Hilsebroec'se leengoederen op 26 juli 1498. In 1515 besluit hij dan deze lenen aan zijn zoon Claes over te dragen en op zijn verzoek wordt gunstig beslist en de belening van Claes geschiedde op de 12e augustus van dat jaar. Mogelijk met het oog op zijn hoge leeftijd werd in de beleningsakte speciaal vermeld dat Lottyn voor deze overdracht persoonlijk op de kanselarij was verschenen.
Lottyn was gehuwd met LYSBETH ANDRIESDR., geboren te Leiden, overleden op 13 januari 1519, begraven te Haarlem in de St. Bavo, dochter van ANDRIES HUGENZOON en MARGRIETE VAN GAGELENBERGH.
INDEX