ZOEA 128 - TERUG 2 - CARENERO-CARENERO
Puerto la Cruz, 8 april 1999
Beste allemaal,
We worden wakker van het gekrijs van de zeemeeuwen. Het lijkt IJmuiden wel.
Niet van die grote kippen maar kleine witte vogels met grijze vleugels en
zwarte koppen. Whity vindt het reuze interessant. Ze gebruiken onze zeerailing
als rustplaats en hij jaagt de schreeuwlelijken steeds weg. Een
leuk terugkerend spelletje. Ik kan me niet herinneren ze de vorige keer gezien
te hebben. Zou er misschien slecht weer op komst zijn? We hebben niet
echt goed geslapen en daarom besluiten we om alleen de 22 mijl door Los
Roques te varen naar het kleine mangrove-eilandje Buchiyaco. De weerkaartjes
om 9 uur ontvangen en het blijft volgens de plaatjes rustig weer. Er wordt
weer een nieuw plan geboren. Rond 12 uur halen we het anker op en richten
de steven bijna zuidwaarts; 165 graden. Eerst even op de motor tussen alle
ontdieptes door. We verkijken ons wederom op de afstanden en denken allang
voorbij de ondiepte te zijn als de meter weer begint te piepen. We kunnen
het prima zien liggen met de zon hoog boven ons maar in het donker.....
Nog even motoren in oostelijke richting om hoogte te winnen en dan hijsen
we de zeilen. Het is heerlijk om na al de box-tochtjes weer eens te genieten
van de rust. De zon zakt als een rode bol in de zee. Ditmaal geen
"Green Flash" want er is nogal wat bewolking. Er is zoals normaal in dit
gebied maar een betrekkelijk korte schemering, binnen 15 minuten is het donker.
We hebben een prima tocht (78 mijl) Zoals gewoonlijk kan Glen op zo'n
kort nachtelijk tripje niet slapen, maar ik tuk wel lekker. Bij het aanlopen
van de kust pakken zich donkere wolken samen en er komt heel wat regen uit.
Dat spoelt mooi het vuil van Bonaire eraf. Alles zat onder een dikke laag
stof. Er komt ook nog een hoop gedonder en geflist bij, maar de tussentijd is
te lang, dus het onweer is nog ver weg. 10 Mijl voor de kust haalt Glen de
fok weg. We gaan te hard! Met daglicht willen we de kust aanlopen. Op dinsdag
6 april 06.30 uur laten we het anker vallen in Ensenada de Corsarios,
de baai van de piraten bij de plaats Carenero. Er zijn meerdere hondjes die
Fikkie heten maar in dit gebied van Venezuela ben ik de naam Carenero al
3 keer tegengekomen. We nemen een borrel. Het regent nog hevig. Inmiddels is
het licht geworden en de vissersboten varen uit. Verder geen zeiljacht in de
baai. Wij duiken de koffer. Welterusten!
73/88 Glen en Margriet vanaf de ZOEA
Wordt vervolgd.