ZOEA 137, LEEWARDS 4
St. Maarten, 5 mei 1999
Hallo allemaal,
Nevis en St. Kitts worden ook wel eens de "Secret Caribbean" genoemd.
Alhoewel we momenteel goed liggen, staat dit plekje nogal bekend om
zijn "rollen" (van de boot) omdat we weinig bescherming hebben van
het land. Je ligt hier als het ware in open zee. Deze keer gaan we
niet aan wal. Het zou een pittige wandeling betekenen naar de stad
Basseterre met als middelpunt "The Circus" met een miniatuur Big Ben.
Dit, maar ook de Gregoriaanse huizen laten nog de Engelse invloeden
zien. Nu, om 10 uur, doet de zon alweer zijn uiterste best en is de
beste plek om te vertoeven aan boord vooral met een verkoelend briesje.
We zeilen langs het zustereiland St Kitts oftewel St Christopher.
Vanaf de berg Mount Liamuiga strekt het landschap zich glooiend uit
naar de zee. Suikerrietvelden met hier en daar de afgebrokkelde
schoorstenen van hun voormalige fabrieken. Het land is verdeeld in
allemaal stukken, die na gelang de verbouw allemaal net even een ander
tintje hebben en daardoor lijkt het geheel op een lappendeken. Het
enige eiland trouwens die helemaal "leeft" van de landbouw. Dat zal niet
lang meer duren want veel geld is er niet mee te verdienen. De jongeren
trekken weg en de ouderen worden te oud om het land te bewerken. Ook
hier zal de toerist zijn intrede doen en zal de naam "secret" verdwijnen.
St. Eustatius is ons volgend doel en de 12 mijl brede passage scheidt
St. Kitts van Statia. Van verre zie je de groen begroeide "Quil" de
vulkaan al. De eerste indruk is goed, maar als we dichterbij komen valt
het eiland tegen. Het is een rommelig geheel en van de plannen om hier
ooit een haven te bouwen is niet veel van terecht gekomen. Er is een
min of meer beschermd gedeelte door de nieuwe pier en de bevoorradingsschepen
kunnen nu beter terecht. De zeilboten moeten nog steeds voor
anker en net als bij Nevis lig je in open zee. Sinds begin dit jaar
zijn er wel wat ankerboeien neergegooid. Vanwege de deining gooien we
voor het anker eruit en achter maken we vast aan de boei van het Marinepark
en liggen daardoor meteen een stuk rustiger. Statia, "Historical
Gem" staat er op de nummerborden, heeft een rijk verleden. Dankzij haar
ligging was het ooit een van de belangrijkste eilanden. "Empire of the
Western World" of ook wel "Golden Rock" genoemd. Pakhuizen vol met
voorraden en een levendige slavenhandel. Na de afschaffing van de slavernij
en de verandering in handelsroute, is het in verval geraakt.
De vele stormen en orkanen die dit gebied hebben geteisterd zorgden
voor de rest. Het enige wat er nog van over is zijn ruines. Op de
fundamenten van een 18e eeuwse katoenfabriek staat "The Old Gin House",
gebouwd met de rode stenen die Hollandse schepen als ballast meebrachten.
Het restaurant is nu weer in andere handen en "floreert" weer. Tussen
haakjes want het wil nog niet echt met het toerisme. Na het rijbewijs-gebeuren
is het stil geworden. Het geld voor het oorspronkelijke havenplan is onder
de armen (letterlijk) van de regeerders verdwenen. (In St. Maarten spreekt
men zelfs van 73%). De duiksport is wel wat toegenomen en het "Golden Era"
hotel, waar nog steeds de verkeerstafel staat, kan zijn stoffige ramen
lappen. Als men er tenminste zin in heeft. Overal is het nog een rommeltje.
De vuilnis ligt gewoon in de achtertuinen. Jammer, want er is best wat van
het eiland te maken, maar de spirit is verdwenen. Het enige wat goed draait
is het oliedepot maar dat is in Amerikaanse handen. Vanavond hoorden we iemand
door de microfoon schallen, die heeft pit genoeg. Een bijeenkomst van een
politieke partij want er zijn 7 mei gemeenteraadsverkiezingen. Het enige
wat we duidelijk konden horen waren de woorden die de man steeds maar weer
schreeuwend herhaalde "This island, this island". Het gaf ons een onprettig
gevoel. Er zat iets opzwiepends in zijn relaas. Puntmutsen en fakkels dat
was het enige wat er nog aan mankeerde. Oranjestad bestaat uit lower- en
uppertown. Beneden het havengebied met de stroomvoorziening van het eiland,
een aantal dikke catterpillars, een benzinepomp, 2 eethuisjes, 1 hotel en
wat kleine duikzaken. Via de "old slavery road" kan je naar boven wandelen.
Het gaat flink steil omhoog. Puffend en hijgend komen we bij Ford Oranje.
Ook hier een armoedig zootje, maar men is gelukkig wel bezig met renovatie.
De houten bankjes van de kanonnen zijn doorgerot, de obelisk van Michiel
Adriaensz de Ruyter heeft een verfje nodig en de opscriptie van de plaquette,
ooit onthuld door de Amerikaanse president Roosevelt ter herinnering aan
't eresaluut, mag ook wel even bijgewerkt worden. Dit eresaluut werd door
de toenmalige commandant de Graaf in 1770 gegeven toen de "Andrea Doria"
Statia aandeed met de nieuwe vlag van de Verenigde Staten van Amerika.
Deze erkenning leidde wel tot een oorlog tussen Holland en Engeland, welke
wij helaas verloren en kaalgeplukt werden door admiraal Rodney. Het begint
al te schemeren als we naar beneden lopen. Het is tijd voor een hapje en
een drankje. Dat hebben we na al dat geklauter wel verdiend.
Groetjes vanaf de ZOEA van Glen en Margriet Krab.