op de wb pagina
op de wb pagina
op de wb pagina
STATION HOFPLEIN

Ik had een reisje in de zin
een ongekend traject:
retourtje Berkel en Rodenrijs
vanaf Hofplein.
Het station - de hal, de trap,
de bovenhal - was leeg,
op het perron, behaaglijk in
een late zomerzon
wachtte een dame met een kleine hond
en, verderop, een heer met krant;
ze hoorden schuld en waardevrij
bij elkaar in een verstolen schilderij.
Ik keek eens rond. Ik zocht en vond
een loket voor plaatsbewijzen,
maar geen beambte in ’t vizier.
In plaats daarvan een bordje,
rood en wit, GESLOTEN.
Wat nu, zonder kaartje naar de trein?
Dat, had ik niet bedoeld.
Ik had, meteen vanaf ‘t begin.
Van schuld gevrijwaard,
mij willen nestelen in een hoek
van de coupe, een en al oog
voor wat ik, neus en handen tegen het glas,
zou leren. Zo had ik het voorvoeld.
Op mijn schreden ben ik teruggekeerd:
De bovenhal, de trap, de hal, de straat.
Ik was ontsnapt aan - noem het kwaad.


Hans Kok.