Vier oefeningen voor de aanval (1) ; (2) ; (3) ; (4)
Zorg er bij het aanvallen altijd voor, dat je achter de bal blijft. Dat wil zeggen: Op het moment van slaan = de bal raken, bevindt deze zich tussen jouw en het net.
Van groot belang hierbij is, op dezelfde plaats neer te komen, als waar je hebt afgezet, spring je bijv. naar voren, dan is de kans erg groot, dat je op het moment van de bal raken, toch weer voorbij de bal bent en deze achter je hebt op het moment van slaan. Het gevolg hiervan is meestal dat de bal wordt uitgeslagen, of anders is de kracht dermate gereduceerd, dat de aanval gemakkelijk verdedigd kan worden. Ook het ontstaan van enkelblessures is vaak een gevolg van niet op dezelfde plaats neerkomen als waar je hebt afgezet.
Voor het verkrijgen van voldoende topspin in je aanvalsslag, is het belangrijk de bal te raken, wanneer je lichaam nog juist in stijgende lijn is. Topspin veroorzaakt een sneller dalend effect. Door tijdens trainingen evenwijdig aan het net, een beetje schuin achter de spelverdeler te gaan staan, kun je exact waarnemen, of een speler de bal raakt net voor of op het hoogste punt, dan wel reeds dalende is. Wanneer je dalende bent krijgt de bal een achterwaarts effect, waardoor hij minder snel daalt en dus sneller uitgeslagen wordt.
1 Tempo aanvallen (= snel na elkaar)
Trainer werpt ballen op,
die door de spelers worden ingeslagen. Na de aanval bal ophalen en
in de bak bij T doen, aansluiten tot je weer aan de beurt bent.
HOOG TEMPO !
2 Aanvallen met sancties bij fouten
1 Rij R vanuit het midden met bal: aanspelen naar de sv, deze geeft een setup aan de klaarstaande aanvaller buiten-links, deze valt aan; haalt geslagen bal en sluit aan bij rij R.
sanctie
na een foutieve aanval moet
je een sprong-serie afwerken over 5 horden van ± 30 cm hoogte (of ergens anders
overheen, als je niet zo gauw 5 horden van 30 cm kunt vinden).
2 opvoeren moeilijkheidsgraad 1: als bij punt 1, + er staan nu 2 verdedigers klaar om de aangevallen bal te stoppen; krijgen ze hun hand(en) er onder, dus de bal gaat niet rechtstreeks naar de vloer, dan geldt de aanval als foutief en volgt weer de sanctie.
3 opvoeren moeilijkheidsgraad 2: als bij punt 2, + er komt een blokkeerder bij. Wordt de aanval geblokkeerd, dan moeten de aanspeler + de spelverdeler en eventueel ook de aanvaller, opnieuw proberen de bal tot een aanval te brengen, lukt dit, dan geen sanctie, anders dus wel.
Met een beetje fantasie kun je zelf ook sancties bedenken.
3 Aanval / blok en verdediging
1
Rij R speelt van linksvoor de bal naar de spelverdeler, deze geeft een korte
set-up in het midden. A valt aan en probeert de bal links of rechts langs blok B
te slaan.
A haalt de geslagen bal op en sluit aan achter R. R gaat na het aanspelen naar
de rij in het midden om op zijn beurt aan te vallen.
2
Links en rechts schuin/achter het blok komen nu verdedigers staan.
Zij verdedigen de ballen die langs het blok geslagen worden. Na de aanval
verdedig je eerst links, bij de volgende aanval rechts, daarna bal pakken en
aansluiten achter R.
- N.B. Regelmatig midblokkeerders en spelverdelers wisselen.
3
Nadat R de bal heeft aangespeeld, volgt deze de bal naar het midden en valt aan
op kort; speler A loopt nu achter R en rekent op een set-up
achter de rug van R, indien ja, dan valt A aan.
- Het makkelijkst is, dat degene die slaat, doorloopt naar de
verdedigingspositie. Degene die met bal daar vandaan komt, sluit zich aan achter
R.
4 Leren van de staffel-aanval
1
De spelers in rij R hebben allemaal een bal. In rij A niet.
Spelers R spelen een pass naar spelverdeler S. S geeft een korte set-up (eerste
tempo bal)
Speler van rij A loopt in en smasht de kort gegeven set-up.
Na de aanval pak je de geslagen bal en sluit je aan achter rij R. Degene die
aanspeelde sluit aan achter rij A.
2
Als punt 1, echter de spelverdeler geeft nu een setup, juist over
de inkomende aanvaller van rij A heen. De speler die de bal aanspeelde (R) loopt
achter aanvaller (A) langs en smasht de setup (2e tempo aanval). De
geslagen bal wordt nu gehaald door de niet aanvallende 1e tempo
loper, deze sluit aan achter rij R, de 2e tempoloper sluit aan
(zonder bal) achter rij A.
Er zijn 2 uitvoeringswijzen:
1
De 2e tempoloper komt naast de 1e
tempoloper.
2
De 2e tempoloper blijft achter de 1e
tempoloper.
3
Als 1 en 2; de spelverdeler kan nu willekeurig de setup aanspelen naar de
1e -, zowel als naar de 2e tempoloper.
You can make a translation of this page, if you like |
|