“Anna & Johanna” (ex. Jacob, ex. Charles)
Type: Bark (3-mast)
Rederij: Batenburg & Co.
Haven: Rotterdam
Inhoud: 593 ton, 312 last
In vaart: 1870 – 1873
Gebouwd: in 1855 te Rotterdam
Bouwers: de Jong & Co. te
Rotterdam
Route: Rotterdam – Java
Bevrachting: Nederlandsche
Handel-Maatschappij
Zeemanscollege: Maatschappij
“Tot nut der Zeevaart” te Rotterdam
Gezagvoerders: 1869: C. Dalloyaux (vanaf juni)
1870: C. Dalloyaux (vlag no. 98 R)
1871: C.
Dalloyaux (overleden)
1872: W.H. Hofstee
1873: W.H. Hofstee
Voor 1870 voer dit schip onder de naam “Jacob” voor de Mij. A.F. Ebeling
& Co. te Rotterdam.
Van 1855 – 1861 was J.F.C. Borger kapitein. Van 1862 tot de verkoop in 1869
was J. Mulder Drenth kapitein.
Op 6 april 1869 werd het schip in Rotterdam geveild voor ƒ 20.500,=
(r&g.k.v.d.m.2-66)1)
Vanaf juni 1869 wordt C. Dalloyaux vermeld als kapitein.
Staat in 1856 (bureau Veritas): c.ch.cv-m.d.m*55 hetgeen betekent:
eikenhout,gebout,koper,verdubbeld,metaal, gebouwd in 1855.
Scheepsdiepgang in voeten is 16 (aan de achtersteven gemerkt als het
beladen is).
Het schip had 2 dekken (2P) en was geschikt voor verre reizen (L), voer
onder Nederlandse vlag (P.B) en had als thuishaven Rotterdam.
Deze klassering werd voor 7 jaren afgegeven.
Bevrachting in augustus 1870: ƒ 80,= 2) Rotterdam – Java ,
bevracht door de Factorij op Java bevracht op Rotterdam = Rd. (F).
In 1873 werd het schip gedoopt tot “Twee Gezusters” voor de fa. J.A.H.E.
Meyes te Amsterdam. Kapitein was W.H. Hofstee.
Het schip werd 13 december 1879 op de Atlantische Oceaan in zinkende
toestand verlaten. Uit het journaal 3) blijkt dat de kompassen nog
geregeld werden ‘verlegd’.
1)
Rood & Geel Kopervast, dubbeling metaal van februari
1866 (staat tijdens veiling).
2)
Prijs was per last, de Factorij bevrachtte ca. 2/5 deel.
3)
Journaal gehouden aan boord van het barkschip “Twee
Gezusters”, gevoerd door Kapitein W.H. Hofstee, op een reis van Amsterdam naar
Batavia en terug, 13 mei 1878 – 13 december 1879.
Gegevens o.a. uit: H. Sweys (G.20) en Registe Veritas.