VAT-EDE  - - - - - - - - - -  STATUTEN   - - - - - - - - - - -

08.08.2002

      terug naar info      


Naam en zetel

Artikel 1
De vereniging draagt de naam: VERENIGING VAN AMATEURTUINDERS EDE (V.A.T.-EDE).
Zij heeft haar zetel in de gemeente Ede.

Doel

Artikel 2
1 De vereniging heeft ten doel het bevorderen van het tuinieren als amateur in de ruimste zin des woords.
2 De vereniging tracht dit doel ondermeer te bereiken door:
    a het trachten te verkrijgen van geschikte terreinen bestemd voor volkstuinen, zo mogelijk met een permanent karakter;
    b het beheren van een of meerdere volkstuincomplexen;
    c het geven van voorlichting en het organiseren van cursussen betreffende het tuinieren als amateur;
    d het organiseren van excursies, tentoonstellingen op het gebied van tuinieren als amateur;
    e het bieden van faciliteiten voor het aankopen van zaden, planten en andere tuinbenodigdheden ten behoeve van haar leden;
    f het samenwerken met gelijkgerichte verenigingen, ook in andere gemeenten;
    g het uitgeven van een eigen verenigingsblad.
3 Ter ondersteuning van de aktiviteiten vermeld onder a tot en met g onder lid 2 van dit artikel kan de vereniging deel uitmaken van
    het Algemeen Verbond van Volkstuinders verenigingen in Nederland verkorte naam AVVN.
4 Ter ondersteuning van de aktiviteiten vermeld onder lid 2 sub e van dit artikel kan de vereniging een inkoopcommissie in het leven roepen.


Duur

Artikel 3
1 De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd.
2 Het verenigingsjaar valt samen met het kalenderjaar.


Leden

Artikel 4
1 De vereniging kent:
    a leden;
    b kandidaatleden;
    c leden van verdiensten;
    d ereleden;
    e donateurs;
    f leden als bedoeld in artikel 35 lid 3.


Artikel 5
1. Leden zijn meerderjarige natuurlijke personen, die een tuin van de vereniging in gebruik hebben.
2. Kandidaatleden zijn zij, die zich bij het hoofdbestuur hebben laten inschrijven om een tuin van de vereniging in gebruik te krijgen.
3. Leden van verdienste zijn leden die zich jegens de vereniging bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt.
4. Ereleden zijn meerderjarige natuurlijke personen, die -geen lid van de vereniging zijnde- zich jegens de vereniging bijzonder
    verdienstelijk hebben gemaakt.
5. Donateurs zijn zij, die -geen lid van de vereniging zijnde- de vereniging geldelijk steunen, zonder dat daaruit voor de vereniging
    enige verplichting voortvloeit.


Toelating

Artikel 6
1. Het hoofdbestuur beslist omtrent de toelating van leden en/of kandidaatleden.
2. Bij niet-toelating als lid kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.
2. Ereleden en leden van verdienste worden benoemd door de algemene vergadering op voordracht van het hoofdbestuur.


Aanvang lidmaatschap

Artikel 7
1. Het lidmaatschap vangt aan bij toetreding tot de vereniging
2. Het moment van toetreding moet blijken uit een door het hoofdbestuur schriftelijk verstrekte kennisgeving van toelating


Einde lidmaatschap

Artikel 8
1. Het lidmaatschap eindigd:
    a door overlijden van het lid;
    b door opzegging door het lid;
    c door opzegging namens de vereniging;
    d door ontzetting (royement).
2. Bij overlijden kan het lidmaatschap desgewenst overgaan op de echtgeno(o)t(e)/partner of een van de wettige erfgenamen
    in de eerste graad of een stiefkind, mits naar het oordeel van het hoofdbestuur een tuin aan betrokkene in
    gebruik kan worden gegeven.
3. Opzegging door het lid kan tegen het einde van het verenigingsjaar, met inachtneming van een opzeggingstermijn van minimaal
    vier weken. De opzegging dient schriftelijk te geschieden aan de ledenadministratie.
    In bijzondere gevallen kan het hoofdbestuur ten gunste van het lid hiervan afwijken.
4. Opzegging namens de vereniging kan geschieden door het hoofdbestuur tegen het einde van het verenigingsjaar, met inachtneming van
    een opzegtermijn van vier weken en mits schriftelijk aan het lid bekend gemaakt, wanneer:
    a een lid heeft opgehouden aan de vereisten door de statuten voor het lidmaatschap gesteld te voldoen;
    b wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
5. Een lid kan binnen vier weken, nadat hem een besluit waarbij de verplichtingen van de leden zijn verzwaard, is bekend geworden of is meegedeeld,
    door opzegging van zijn lidmaatschap de toepasselijkheid van het desbetreffende besluit te zijnen opzichte uitsluiten.
    Vorenstaande geldt niet indien de verplichtingen van de leden van geldelijke aard zijn verzwaard.
6. Een lid kan zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat hem een besluit is medegedeeld
    tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm of tot fusie.
7. Ontzetting (royement) kan worden uitgesproken door het hoofdbestuur wanneer:
    a een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handeld;
    b een lid de vereniging opzettelijk benadeeld.
8. Bij ontzetting uit het lidmaatschap zal betrokkene ten spoedigste -in ieder geval binnen een week nadat de ontzetting is uitgesproken-
    schriftelijk van het besluit in kennis worden gesteld, onder gelijktijdige opgave van de motivatie tot het genomen besluit.
9. Het betrokken lid kan tegen het besluit in beroep gaan bij de commissie van beroep, binnen een maand na ontvangst van de kennisgeving
    van het besluit. Maakt het betrokken lid gebruik van zijn recht op beroep, dan is het hoofdbestuur verplicht de commissie
    van beroep binnen een maand na ontvangst van het beroepschrift bijeen te roepen.
    Wordt hieraan binnen de gestelde termijn niet voldaan dan vervalt automatisch de ontzetting.
10.Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het betrokken lid geschorst. Gedurende de schorsingstermijn kan het betrokken lid
    geen van zijn lidmaatschapsrechten uitoefenen. De verplichting voor het lid zijn tuin te onderhouden blijft gedurende de schorsingstermijn
    bestaan tenzij het hoofdbestuur anders beslist.


Geldmiddelen

Artikel 9
De geldmiddelen van de vereniging worden gevormd door:
a. inschrijfgelden;
b. contributies;
c. waarborgsommen;
d. tuinhuur;
e. leningen;
f. rente;
g. opbrengst inkoopcommissie (indien inkoopcommissie is ingesteld);
h. donaties;
i. toevallige baten.


Jaarlijkse contributie en andere financiële verplichtingen.

Artikel 10
1. Kandidaatleden zijn gehouden bij inschrijving een eenmalig bedrag te voldoen.
2. Zodra men een tuin krijgt toegewezen, dient een waarborgsom te worden betaald.
3. De leden zijn gehouden een jaarlijkse contributie te betalen en een jaarlijkse huurprijs voor de in gebruik zijnde tuin.
4. Op grond van sociale indicatie is het hoofdbestuur bevoegd maar niet verplicht in naar zijn oordeel noodzakelijke gevallen
    gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van de jaarlijkse contributie te verlenen.
5. De hoogte van het inschrijfgeld, de contributie, de waarborgsom en de tuinhuur wordt door de algemene vergadering voor het
    lopende kalenderjaar vastgesteld.


Hoofdbestuur

Artikel 11
1. Het hoofdbestuur bestaat uit:
    a. de voorzitter, secretaris, penningmeester en algemeen adjunct;
    b. de voorzitter van de inkoopcommissie (indien inkoopcommissie is ingesteld);
    c. de eindredacteur van het verenigingsperiodiek;
    d. de ledenadministrateur;
    e. een complexbestuurslid uit ieder complex.
2. De hoofdbestuursleden genoemd onder lid 1 a. tot en met d. worden gekozen uit de leden door de afgevaardigden van de complexen
    op de algemene vergadering, voor de tijd van drie jaar. De verkiezing van deze hoofdbestuursleden geschiedt zo mogelijk
    uit meer kandidaten dan er vacatures in het hoofdbestuur zijn. De verkiezing geschiedt uit een voordracht van het
    hoofdbestuur en/of uit een voordracht van een complexvergadering.
3. De voorzitter wordt in functie gekozen; de andere functies worden door het hoofdbestuur onderling verdeeld.
4. Elk hoofdbestuurslid genoemd onder lid a. tot en met d. treedt af volgens een door het hoofdbestuur op te maken rooster van aftreding.
    De aftredende is terstond herkiesbaar. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster de plaats in van
    zijn voorganger. De voorzitter en secretaris treden volgens het rooster nooit tegelijk af.
5. De hoofdbestuursleden genoemd onder lid 1.e van dit artikel worden gekozen zoals vermeld in artikel 16 de leden 1, 2 en 3
    Ze treden af zoals vermeld onder artikel 16 lid 4.
6. een hoofdbestuurslid kan, ook al is hij voor een bepaalde tijd benoemd, te allen tijde door het hoofdbestuur tot de eerstkomende
    algemene vergadering worden geschorst indien:
    a. hij in strijd met de wet, de statuten, reglementen en/of besluiten van de vereniging handelt;
    b. hij de belangen van de vereniging niet naar behoren gehartigt.
    In de eerstvolgende algemene vergadering wordt het ontslag of de schorsing ter beslissing voorgelegd aan de leden.
    Deze vergadering dient binnen een maand na het ontslag of de schorsing te worden gehouden. Het hoofdbestuurslid dat is ontslagen
    dan wel geschorst, is verplicht de in zijn bezit zijnde administratieve bescheiden en verdere eigendommen van de vereniging
    binnen veertien dagen over te dragen aan een door het hoofdbestuur aan te wijzen bestuurslid.
7. Het hoofdbestuurslidmaatschap eindigt met onmiddellijke ingang:
    a. bij overlijden;
    b. bij beëindiging van het verenigingslidmaatschap.


Taak van het hoofdbestuur

Artikel 12
1. Het hoofdbestuur is belast met het besturen van de vereniging met uitzondering van die handelingen als zodanig in de statuten vermeld.
2. Uit het hoofdbestuur wordt het dagelijks bestuur gevormd, bestaande uit de voorzitter, secretaris, penningmeester en algemeen adjunkt,
    aan welk college de dagelijkse leiding van de vereniging wordt opgedragen.
3. Indien het aantal hoofdbestuursleden tot de helft van het vereiste aantal is gedaald, blijft het hoofdbestuur bevoegd.
    Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk -in ieder geval binnen vier weken- een algemene vergadering te beleggen,
    waarin de voorziening in de open plaatsen aan de orde komt.
4. Het hoofdbestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies die
    door het hoofdbestuur als zodanig worden benoemd, onder nadere goedkeuring van de algemene vergadering.
5. Het hoofdbestuur is, mits met goedkeuring van de algemene vergadering bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten inzake kopen, verwerven, verhuren,
    vervreemden, huren of bezwaren van onroerende goederen, het sluiten van credietovereenkomsten en het sluiten van overeenkomsten waarbij
    de vereniging zich als borg of hoofdelijke medeschuldenaar verbindt. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden geen
    beroep worden gedaan. In gebruik geven van volkstuinen van een complex valt buiten het bepaalde in dit lid.
6. Het hoofdbestuur is mits met goedkeuring van de algemene vergadering, bevoegd tot het opleggen van boete en/of andere maatregelen.
    Tegen het opleggen van boete en/of andere maatregelen is beroep mogelijk bij de commissie van beroep.


Besluitvorming van het hoofdbestuur

Artikel 13
1. De besluiten van het hoofdbestuur kunnen slechts worden genomen, indien ten minste de helft van de hoofdbestuursleden aanwezig is,
    en zulks met gewone meerderheid van stemmen. Bij staken van de stemmen heeft de voorzitter een beslissende stem.


Vertegenwoordiging

Artikel 14
1. Het hoofdbestuur vertegenwoordigt de vereniging in en buiten rechte. Onverminderd deze bevoegdheid zijn ook twee gezamenlijk
    handelende leden van het dagelijks bestuur bevoegd tot het vertegenwoordigen van de vereniging.
2. Het hoofdbestuur kan besluiten tot de verlening van volmacht aan een of meer der bestuurders, alsook aan anderen, om de vereniging binnen
    de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.


Complexen

Artikel 15
1. De leden van de vereniging zijn ondergebracht in de afzonderlijke tuincomplexen van de vereniging.
    Elk complex wordt aangeduid met de naam van het betreffende tuincomplex.


Complexbestuur

Artikel 16
1. Het complexbestuur bestaat uit ten minste drie en ten hoogste vijftien leden, gekozen uit en door de tot het complex behorende leden
    voor een periode van drie jaar.
2. De te bezetten functies zijn ten minste die van voorzitter, secretaris, penningmeester en materiaalbeheerder.
    Indien het complexbestuur bestaat uit drie leden, krijgt één lid een dubbelfunctie. De voorzitter wordt in functie gekozen; de overige functies
    worden onderling door het complexbestuur verdeeld. Eén lid, bij voorkeur de voorzitter wordt voorgedragen tot benoeming in het hoofdbestuur.
3. De verkiezing van complexbestuursleden geschiedt zo mogelijk uit meer kandidaten dan er vacatures in het complexbestuur zijn. De verkiezing geschiedt
    uit een voordracht van het complexbestuur en/of ten minste tien procent van de tot het complex behorende leden.
4. Elk complexbestuurslid treedt af volgens een door het complexbestuur op te maken rooster van aftreding. De aftredende is terstond herkiesbaar.
    Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster de plaats in van zijn voorganger.
5. Een complexbestuurslid kan, ook al is hij voor een bepaalde tijd benoemd, te allen tijde door het hoofdbestuur tot de eerstkomende algemene
    vergadering worden geschorst indien:
    a. hij in strijd met de wet, de statuten, reglementen en/of bestuiten van de vereniging handelt;
    b. hij de belangen van de vereniging niet naar behoren gehartigt.
    In de eerstvolgende algemene vergadering wordt het ontslag of de schorsing ter beslissing voorgelegd aan de leden.
    Deze vergadering dient binnen een maand na het ontslag of de schorsing te worden gehouden. Het complexbestuurslid dat is ontslagen
    dan wel geschorst, is verplicht de in zijn bezit zijnde administratieve bescheiden en verdere eigendommen van de vereniging
    binnen veertien dagen over te dragen aan een door het complexbestuur aan te wijzen complexbestuurslid.
6. Het complexbestuurslidmaatschap eindigt met onmiddellijke ingang:
    a. bij overlijden;
    b. bij beëindiging van het verenigingslidmaatschap.


Taak van het complexbestuur

Artikel 17
1. Aan het complexbestuur is in het bijzonder opgedragen:
    a. de leiding van het complex;
    b. het bevorderen van de belangen van de vereniging en van haar leden binnen het gebied van hun complex;
    c. de regeling van de vergaderingen voor de leden van hun complex;
    d. het beheer van het aan hun complex toegewezen budget;
    e. het jaarlijks uiterlijk vóór één maart doen toekomen van het jaarverslag en het financiële verslag aan het hoofdbestuur;
    f. andere taken in overleg met het hoofdbestuur vastgesteld.


Besluitvorming van het complexbestuur

Artikel 18
1. Besluiten van het complexbestuur kunnen slechts worden genomen, indien ten minste de helft van de complexbestuursleden aanwezig is, en zulks met
    gewone meerderheid van stemmen. Bij staken van stemmen heeft de voorzitter een beslissende stem.
2. Besluiten van het complexbestuur dienen binnen een maand nadat de vergadering is gehouden schriftelijk ter kennes van het hoofdbestuur te worden gebracht.


Budgetten

Artikel 19
De complexbesturen kunnen van de leden geen verplichte geldelijke bijdrage heffen.
2. Ieder complex krijgt een budget toegewezen.
3. De hoogte van het budget wordt per complex op voorstel van het hoofdbestuur jaarlijks vastgesteld door de algemene vergadering.
    Bij overschrijding van het jaarlijks vastgestelde budget is toestemming van het hoofdbestuur nodig.
4. De toegewezen budgetten zijn bestemd voor kosten die samenhangen met het uitvoeren van de taken genoemd in artikel 17.


Algemene vergadering

Artikel 20
De algemene vergadering is het hoogste orgaan binnen de vereniging. Aan de algemene vergadering komen alle bevoegdheden toe,
    die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.
2. Jaarlijks, uiterlijk vier maanden na afloop van het verenigingsjaar, wordt een algemene vergadering -de jaarvergadering- gehouden.
    In de jaarvergadering komen onder meer aan de orde:
    a. het jaarverslag over het door het bestuur in de afgelopen verenigingsjaar gevoerde beleid;
    b. het jaarverslag over het gevoerde financiële beleid onder overlegging van balans en staat van baten en lasten;
    c. het verslag van de kascommissie;
    d. de benoeming van de kascommissie voor het volgende verenigingsjaar;
    e. de begroting voor het nieuwe verenigingsjaar;
    f. de verkiezing en/of benoeming van hoofdbestuursleden en leden van de commissie van beroep;
    g. het vaststellen van budgetten voor de complexen;
    h. het bespreken van voorstellen uit de complexvergaderingen;
    i. het benoemen van een of meer afgevaardigden voor de komende vergadering van het AVVN.
3. De agenda van de jaarvergadering dient in de eerste week van het nieuwe verenigingsjaar gereed te zijn en toegezonden te worden
    aan de complexbesturen, ter bespreking op de jaarlijkse complexvergaderingen.


Toegang en stemrecht op de algemene vergadering

Artikel 21
1. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle leden van de vereniging met uitzondering van de onder lid 2 van dit artikel genoemde leden.
2. Geen toegang hebben geschorste leden en/of geschorste bestuursleden, behalve tijdens behandeling van het agendapunt
    waarin hun schorsing, ontzetting of ontslag aan de orde komt.
3. In overige gevallen beslist de voorzitter over het al dan niet toegang verlenen tot de vergadering.
4. Alleen afgevaardigden van de complexen hebben het recht in de vergadering het woord te voeren.
5. Alleen de afgevaardigden van de complexen kunnen stemmen uitbrengen met inachtneming van het volgende:
    Het aantal stemmen bedraagt twee voor ieder complex, vermeerderd met het aantal leden van het complex gedeeld door vijfentwintig
    waarbij het aantal stemmen achter de komma wordt afgerond naar boven.


Bijeenroepen van de algemene vergadering

Artikel 22
1. De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het hoofdbestuur. De kennisgeving bevat de vermelding van tijd en plaats van de
    te houden vergadering, alsmede de agenda. De oproeping geschiedt schriftelijk aan de adressen van de leden. De termijn voor oproeping
    bedraagt ten minste acht dagen.
2. Algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur zulks wenselijk oordeelt, zulks met inachtneming van het bepaalde in artikel 20.
3. Voorts is het bestuur op schriftelijk, met redenen omkleed, verzoek van ten minste tien procent van het aantal leden verplicht tot het bijeenroepen van
    een algemene vergadering binnen een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven
    kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig het gestelde onder lid 1 van dit artikel dan wel
    bij aankondiging in één van de huis aan huis verspreide kranten in de gemeente waar de vereniging statutair is gevestigd.


Voorzitterschap en notulen van algemene vergadering

Artikel 23
De algemene vergaderingen worden geleid door de voorzitter van de vereniging. Bij afwezigheid van deze treedt een der andere hoofdbestuursleden
    -door het hoofdbestuur aan te wijzen- als voorzitter op.
    Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelve.
2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander daartoe aangewezen persoon notulen maakt, die op de eerstvolgende
    vergadering ter goedkeuring worden voorgelegd en daarna door de voorzitter en de secretaris worden ondertekend.


Besluitvorming van de algemene vergadering

Artikel 24
1. Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter, dat door de vergaderingen een besluit genomen is, is beslissend.
2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het eerste lid bedoelde oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming
    plaats, wanneer de meerderheid van de vergadering, of indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk geschiedde, één stemgerechtigde
    aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
3. Alle besluiten van de algemene vergadering worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen, voor zover de wet of de statuten
    niet anders bepalen. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
4. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming plaats.
    Heeft alsdan weer niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vinden herstemmingenplaats, totdat hetzij één persoon de volstrekte meerderheid
    heeft verkregen, tenzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken. Bij gemelde herstemming (waaronder niet is begrepen de tweede stemming)
    wordt telkens gestemd tussen de personen, op wie bij de voorafgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonderd de persoon, op wie bij die voorafgaande
    stemming het geringste aantal stemmen is uitgebracht. Is bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen op meer dan één persoon uitgebracht,
    dan wordt door loting uitgemaakt, op wie van die personen bij de nieuwe stemming geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht.
    Ingeval bij een stemming tussen twee personen, de stemmen staken, beslist het lot wie van beide is gekozen
5. Indien de stemmen staken over een voorstel niet rakende de verkiezing van personen, dan is het voorstel verworpen.
6. Over personen wordt schriftelijk gestemd. Alle overige stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één
    der afgevaardigden van de complexen zulks verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij gewaarmerkte, gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie
    is mogelijk, tenzij één of meer afgevaardigden of hoofdbestuursleden hoofdelijke stemming verlangen.
7. Een éénstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het hoofdbestuur
    genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering.
8. Zolang in een algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen mits met algemene stemmen,
    omtrent alle aan de orde komende onderwerpen -behalve een voorstel tot statutenwijziging of ontbinding- ook al heeft geen oproep plaats gehad of is deze niet
    op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van vergaderingen of daarmee verband houdende formaliteiten
    niet in acht genomen.


Complexvergadering

Artikel 25
1. Elke complexvergadering wordt tijdig, doch minstens acht dagen voordien schriftelijk aan de adressen van de complexleden en aan het hoofdbestuur aangekondigd.
    De kennisgeving bevat de vermelding van tijd en plaats van de te houden vergadering, alsmede de agenda.
2. Het complexbestuur is verplicht tot het doen houden van een complexvergadering binnen een termijn van niet langer dan vier weken, indien minimaal tien procent
    van de stemgerechtige leden van het complex, met een minimum aantal van vier leden, hierom schriftelijk met redenen omkleed verzoekt.
    Indien hieraan geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot bijeenroeping overgaan overeenkomstig het gestelde in lid 1 van dit artikel.
3. De complexbesturen zijn gehouden ten minste eenmaal per jaar een vergadering van het complex te beleggen (de jaarlijkse complexvergadering), in januari of februari
4. In de jaarlijkse complexvergadering komen onder meer aan de orde:
    a. het jaarverslag van de secretaris en de penningmeester van het betreffende complex;
    b. de bespreking en standpuntbepaling ten aanzien van de agenda van de te houden algemene vergadering;
    c. de begroting van de besteding van het toe te wijzen budget;
    d. de verkiezing van de leden van het complexbestuur;
    e. de benoeming van afgevaardigden naar de algemene vergadering met inachtneming van het in het volgende lid bepaalde.
5. De complexvergaderingen benoemen ten minste twee en maximaal tien afgevaardigden naar de algemene vergadering.


Toegangen stemrecht op de complexvergadering

Artikel 26
1. De complexvergaderingen zijn toegankelijk voor alle tot het betreffende complex behorende leden alsmede voor de leden van het hoofdbestuur van de vereniging
    In de overige gevallen beslist de voorzitter van het complex over het al dan niet toegang verlenen tot de vergadering.
2. Alleen de leden van het complex, mits niet geschorst, hebben in de complexvergadering stemrecht.


Besluitvorming en besluiten van de complexvergadering

Artikel 27
1. Het ter complexvergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter, dat door de vergaderingen een besluit genomen is, is beslissend.
2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het eerste lid bedoelde oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats,
    wanneer de meerderheid van de vergadering, of indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, één stemgerechtigde
    aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
3. Alle besluiten van de complex vergadering worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen, voor zover de wet of de statuten niet
    anders bepalen. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
4. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming plaats.
    Heeft alsdan weer niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vinden herstemmingenplaats, totdat hetzij één persoon de volstrekte meerderheid
    heeft verkregen, tenzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken. Bij gemelde herstemming (waaronder niet is begrepen de tweede stemming) wordt
    telkens gestemd tussen de personen, op wie bij de voorafgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonders de persoon, op wie bij die voorafgaande stemming het
    geringste aantal stemmen is uitgebracht. Is bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen op meer dan één persoon uitgebracht,
    dan wordt door loting uitgemaakt, op wie van die personen bij de nieuwe stemming geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht.
    Ingeval bij een stemming tussen twee personen, de stemmen staken, beslist het lot wie van beide is gekozen
5. Indien de stemmen staken over een voorstel niet rakende de verkiezing van personen, dan is het voorstel verworpen.
6. Over personen wordt schriftelijk gestemd. Alle overige stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één
    der stemgerechtigde leden van het complex zulks verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij gewaarmerkte, gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie
    is mogelijk, tenzij één of meer complexbestuursleden of stemgerechtigde leden van het complex hoofdelijke stemming verlangen.
7. Een éénstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het hoofdbestuur
    genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering.
8. Zolang in een complexvergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen mits met algemene stemmen, omtrent
    alle aan de orde komende onderwerpen -behalve een voorstel tot statutenwijziging of ontbinding- ook al heeft geen oproep plaats gehad of is deze
    niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van vergaderingen of daarmee verband houdende
    formaliteiten niet in acht genomen.


Artikel 28
1. Allen leden van een complex zijn gebonden aan de besluiten van de complexvergadering en van het complexbestuur.
2. Het hoofdbestuur is bevoegd, om gewichtige redenen, een lid van het complex vrij te stellen van zijn gebondenheid aan een besluit van de complexvergadering
    of het complexbestuur. Een hiertoe strekkend verzoek moet zo spoedig mogelijk schriftelijk en met redenen omkleed bij het hoofdbestuur ingediend
    worden. Alvorens te beslissen is het hoofdbestuur verplicht het complexbestuur te horen.
3. Elk lid van het complex kan tegen een besluit van het complexbestuur in beroep gaan bij het hoofdbestuur. Dit dient schriftelijk te gebeuren.
4. Het hoofdbestuur is uit eigener beweging bevoegd te komen tot vernietiging van een besluit van de complexvergadering of het complexbestuur. Dit moet het
    hoofdbestuur schriftelijk en met redenen omkleed aan het complexbestuur kenbaar maken. Een besluit van de complexvergadering of het complexbestuur
    kan vernietigd worden wanneer het in strijd is met de wet, deze statuten, enig reglement van de vereniging, een besluit van de algemene vergadering
    of een voor het complex geldend reglement.
5. Alvorens een besluit van een complexvergadering of het complexbestuur te vernietigen, zal het hoofdbestuur verplicht zijn het complexbestuur en indien
    het complexbestuur zulks verlangt ook de complexvergadering te horen. Hangende het beroep bij het hoofdbestuur wordt de uitvoering van het bestuit opgeschort.
6. De voorlopige notulen van iedere complexvergadering dienen binnen een maand, nadat de vergadering gehouden is, aan het hoofdbestuur te worden gezonden.
    Voorzover de complexvergadering wordt gehouden mede met het doel ter voorbereiding van een algemene vergadering, dienen de voorlopige notulen
    uiterlijk vijf dagen voor die algemene vergadering in het bezit van het hoofdbestuur te zijn.


Commissie van beroep

Artikel 29
1. De commissie van beroep bestaat uit drie personen, gekozen en benoemd door de algemene vergadering
2. De personen worden benoemd voor de tijd van drie jaar. Ieder jaar treedt één persoon af.
   De aftredende persoon is niet terstond herkiesbaar.


Referendum

Artikel 30
1. Indien de algemene vergadering een besluit heeft genomen en het hoofdbestuur betwijfelt of het genomen besluit door een ruime meerderheid van de leden
    wordt gedragen, is het bevoegd dit besluit bij referendum aan het oordeel van de leden te onderwerpen, in welk geval zodanig
    besluit door het referendum zal worden bekrachtigd of vernietigd.
2. De beslissing tot het houden van een referendum dient binnen één maand nadat het onderhavige besluit van de algemene vergadering
    is genomen, tijdens een hoofdbestuursvergadering te worden vastgelegd. Het referendum dient binnen twee maanden na genoemde datum
    te worden uitgeschreven. Hangende de uitslag van het referendum wordt de uitvoering van het onderhavige besluit opgeschort,
    hetgeen aan de leden kenbaar dient te worden gemaakt.
3. Aan alle leden van de vereniging wordt een gedagtekend stembiljet toegezonden, waarvan de vorm en inhoud door het hoofdbestuur worden bepaald.
    Tevens wordt alsdan medegezonden een toelichting, waarin het onderwerp van het referendum wordt uiteengezet.
4. Bij de toezending wordt medegedeeld, dat het stembiljet door het lid persoonlijk moet worden ondertekend en binnen welke termijn en aan welk adres
    het moet worden teruggezonden. Deze termijn kan niet langer zijn dan drie weken na de dagtekening van het stembiljet.
    Na de vastgestelde tijd ingekomen of niet ondertekende stembiljetten zijn van onwaarde.
5. Een besluit kan bij referendum slechts worden vernietigd, indien ten minste de helft van de leden aan het referendum heeft deelgenomen en met
    ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen. Blanco stemmen en stemmen van onwaarde tellen niet mee.
6. Indien minder dan de helft van het aantal leden aan het referendum heeft deelgenomen, zal binnen één maand na de voor het eerste referendum
    vastgestelde sluitingsdatum een tweede referendum worden gehouden, waarop het in lid 3 en lid 4 van dit artikel bepaalde van overeenkomstige
    toepassing is. Een besluit kan bij het tweede referendum slechts worden vernietigd met ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen,
    ongeacht het aantal leden dat aan het tweede referendum heeft deelgenomen. Blanco stemmen en stemmen van onwaarde tellen niet mee.
7. De uitslag van de stemming bij referendum wordt door het hoofdbestuur vastgesteld binnen veertien dagen na de stuitingsdatum voor de inzending
    van de stembiljetten. Deze uitslag dient in het eerstvolgende verenigingsperiodiek gepubliceerd te worden. Deze uitslag is bindend voor
    alle leden vanaf de eerste dag van de maand volgend op die waarin de betreffende uitslag is gepubliceerd.


Artikel 31
Geen referendun is mogelijk ten aanzien van:
a. de begroting van het lopende of volgende verenigingsjaar;
b. de rekening van een afgelopen verenigingsjaar;
c. verkiezingen en benoemingen;
d. schorsing van een lid en opzegging van of ontzetting uit het lidmaatschap;
e. statutenwijziging;
f. de ontbinding der vereniging.


statutenwijziging

Artikel 32
1. In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit van de algemene vergadering waartoe is opgeroepen
    met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.
2. Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste 14 dagen voor de
    vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats de leden ter
    inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. Boverdien wordt een afschrif als hiervoor bedoeld
    aan alle leden toegezonden uiterlijk een week voor de dag waarop de vergadering wordt gehouden.
3. In tegenstelling tot het bepaalde in artikel 21 heeft elk lid in de algemene vergadering stemrecht en spreekrecht aangaande statutenwijziging of
    ontbinding van de vereniging.
4. Een besluit tot statutenwijziging behoeft ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen in de algemene vergadering waarin ten minste twintig procent
    van het aantal leden tegenwoordig is. Is niet twintig procent van de leden tegenwoordig, dan wordt na een week doch in ieder geval binnen vier weken
    daarna een tweede vergadering bijeen geroepen, waarbij over het voorstel, zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht
    het aantal tegenwoordige leden, kan worden besloten, mits met ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen.
5. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Voor het compareren bij het verlijden van de desbetreffende
    akte is ieder hoofdbestuurslid bevoegd.


Ontbinding

Artikel 33
De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Het bepaalde in de leden1, 2, 3 en 4 van artikel 32
    is van overeenkomstige toepassing.
2. Het batig saldo na vereffening vervalt aan degenen die ten tijde van het besluit tot ontbinding lid waren. Ieder hunner ontvangt een gelijk deel.
    Bij het besluit tot ontbinding kan echter een andere bestemming aan het batig saldo worden gegeven.


Huishoudelijk reglement

Artikel 34
1. De algemene vergadering stelt het huishoudelijk reglement vast.
2. Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten.


slotbepalingen

Artikel 35
1. In hoofd- en complexbestuursvergaderingen, complex-, commissie- of algemene vergaderingen kunnen geen bestuiten worden genomen of
    stemmingen worden gehouden over punten die niet in de agenda der vergadering vermeld zijn, zulks met uitzondering van het bepaalde in
    artikel 24 lid 8 en artikel 27 lid 8.
2. Beslissingen in alle zaken waarin bij wet, statuten of huishoudelijk reglement niet is voorzien, berusten, behoudens de verantwoording aan de algemene
    vergadering, bij het hoofdbestuur.
3. Indien de vereniging de beschikking over één of meer tuincomplexen verliest, vervalt ingevolge artikel 5 lid 1 het lidmaatschap van de bij
    de betreffende complexen ondergebrachte leden. In de voornoemde situatie kunnen de betreffende leden op hun verzoek hun lidmaatschap behouden en zo de
    rechten uitoefenen en de verplichtingen nakomen zoals bij deze statuten aan de leden toegekend. Zodra er weer een tuin
    beschikbaar is hebben deze leden voorrang boven kandidaatleden.



      terug naar info