VAT-EDE - - - - - - - - - - Huishoudelijk Reglement - - - - - - - - - - -

02.04.2003

      terug naar info      


Kandidaatlidmaatschap

Artikel 1

1. De aanmelding van het kandidaatlidmaatschap dient bij het hoofdbestuur van de vereniging te geschieden.
    De aanmelding dient schriftelijk te worden vastgelegd en bij de ledenadministratie te worden ingediend.

2. Vóór het in behandeling nemen van de aanmelding moet een inschrijfgeld worden voldaan, waarvan de grootte
    wordt vastgesteld door de algemene vergadering.

3. Zij die door het hoofdbestuur als kandidaatlid zijn toegelaten, worden op de wachtlijst voor het tuincomplex van hun keuze
    geplaatst in volgorde van de datum van binnenkomst.


Artikel 2

1. Kandidaatleden komen voor een tuin in aanmerking in de volgorde waarop hun namen voorkomen op de in artikel 1 lid 3 (HHR)
    genoemde wachtlijst. Zij worden in die volgorde opgeroepen bij het vrijkomen van tuinen.

2. Een kandidaatlid heeft het recht, maximaal twee maal van een aangeboden tuin af te zien, zonder dat dit konsekwenties heeft
    ten aanzien van de plaats op de wachtlijst. Het hoofdbestuur beslist bij een derde weigering over het
    al dan niet handhaven van het desbetreffende kandidaatlid op de wachtlijst.

3. Het kandidaatlid dat een tuin heeft toegewezen gekregen en geaccepteerd heeft, tekent een gebruiksovereenkomst in tweevoud,
    waarin ten minste tuincomplex, tuinnummer, tuinomvang en hoogte van de borgsom worden vermeld.
    Door tekenen van de gebruiksovereenkomst treedt het kandidaatlid toe als lid van de vereniging
    met alle daaraan verbonden rechten en plichten.

4. Bij het tekenen van de gebruiksovereenkomst worden een exemplaar van Statuten, Huishoudelijk Reglement, Tuinreglement en
    een samenvatting van de belangrijkste regels verstrekt.

5. Door toetreding als lid van de vereniging meldt men zich gelijktijdig aan als lid van het Algemeen Verbond van Volkstuinders-
    verenigingen in Nederland, indien de vereniging lid is van dit verbond.


Lidmaatschap

Artikel 3

1. Ieder lid betaalt aan de vereniging de reglementair en door de besluiten van de algemene vergadering vastgestelde bedragen.

2. Ieder lid ontvang "De Amateurtuinder" indien de vereniging lid is van het AVVN en het verenigingsperiodiek "De Kruiwagen".


Artikel 4

1. Ieder lid wordt geacht de bepalingen van Statuten en reglementen, alsmede de overige vastgestelde en behoorlijk
    bekent gemaakte regels, te kennen.

2. Van het Huishoudelijk Reglement en het Tuinreglement wordt door het hoofdbestuur een samenvatting gemaakt, bevattende de belangrijkste
    regels, vooral betrekking hebbend op het dagelijks tuinieren. Behalve in het Nederlands wordt deze samenvatting
    desgevraagd ook geschreven in de taal van groepen niet nederlandstalige leden.
    Bij meningsverschillen (geschillen) kan men zich uitstuitend beroepen op de formeel vastgestelde artikelen in
    Statuten, Huishoudelijk Reglement en Tuinreglement.

3. De leden zijn verplicht de Statuten en de reglementen van de vereniging, alsmede de besluiten van de algemene vergadering, ook al waren
    zij niet tegenwoordig of vertegenwoordigd, stipt op te volgen en zijn te dien opzichte volledig aansprakelijk voor de gedragingen
    van hun gezinsleden en bezoekers.

4. De leden zijn verplicht deel te nemen aan de algemene werkzaamheden ten behoeve van het complex.

5. Eigendommen van de vereniging dienen op eerste aanvraag van het complexbestuur of van het hoofdbestuur te worden ingeleverd.


Artikel 5

1. Ieder lid heeft de vrije beschikking over de hem in gebruik gegeven tuin, mits hij zich houdt aan het gestelde in het Tuinreglement,
    alsmede aan de overige vastgestelde en behoorlijk bekend gemaakte regels.

2. Het totale oppervlak van de in gebruik te geven tuin(en) mag voor een lid ten hoogste 300 m² bedragen. Het complexbestuur
    kan onder nader te stellen voorwaarden deze oppervlakte doen overschrijden. Indien het betreffende lid op een ander complex eveneens
    een tuin in gebruik heeft, behoeft deze overschrijding de goedkeuring van het hoofdbestuur.

3. Overeenkomstig de doelstelling van de vereniging dienen de tuin en de opstallen, waaronder begrepen de beplanting op de tuin,
    voor ontspanning van het lid en zijn gezinsleden; het uitoefenen van beroepsmatige handelingen is derhalve niet toegestaan.

4. Leden worden geacht de op de aan hen toegewezen tuin aanwezige opstallen , waaronder begrepen de beplanting, in eigendom te bezitten.
    Deze strekken tot onderpand van de uit het lidmaatschap en de huurovereenkomst voortvloeiende verplichtingen.

5. Leden kunnen een schriftelijk verzoek indienen bij het complexbestuur tot wisseling, uitbreiding of verkleining van de in gebruik gegeven tuin.
    Dit verzoek leidt, na kennisgeving aan de ledenadministrateur, tot plaatsing op de wachtlijst van het betreffende tuincomplex
    in de volgorde van de datum van binnenkomst van het verzoek.
    Vervolgens is van toepassing het gestelde in artikel 2 de leden 1 en 2 (HHR).

6. Wisselen van tuin is slechts eenmaal per vijf jaar toegestaan.

7. Indien er tijdens een verenigingsjaar op een complex tuinen onbezet zijn, terwijl er geen kandidaten op de wachtlijst van dat complex staan,
    kan het complexbestuur besluiten deze tuinen, of gedeelten daarvan, voor de rest van het verenigingsjaar tegen een door het
    hoofdbestuur vast te stellen huurprijs aan leden aan te bieden. Bij het in huur geven van zo'n tuin of gedeelten van een tuin
    laat de ledenadministrateur het betreffende lid een gebruiksovereenkomst voor tijdelijk gebruik tekenen.
    Aan het einde van het verenigingsjaar dient het lid deze tuin weer op te leveren overeenkomstig artikel 7 lid 2 (HHR).


Vergoedingen en contributies

Artikel 6

1. Bij tekenen van de gebruiksovereenkomst, dan wel een gebruiksovereenkomst voor tijdelijk gebruik, dient een waarborgsom
    te worden betaald.

2. Contributie en tuinhuur dienen jaarlijks te worden betaald vóór een door het hoofdbestuur vastgestelde datum.

3. Bij niet tijdige betaling kunnen administratiekosten in rekening worden gebracht.


Einde lidmaatschap

Artikel 7

1. Het lidmaatschap eindigd ingevolge het gestelde in artikel 8 van de Statuten.

2. Bij beëndiging van het lidmaatschap dient het lid de tijdens zijn lidmaatschap in gebruik gegeven tuin "schoon" op te leveren,
     zulks ter beoordeling van het complexbestuur. Eventuele opstallen, waaronder begrepen beplanting, dienen vóór het einde van het
    verenigingsjaar verwijderd te worden, tenzij het complexbestuur hiervoor een schriftelijke ontheffing verleende.
    Indien niet aan de bepaling van het complexbestuur wordt voldaan zal terugbetaling van de borgsom uitsluitend plaats vinden na aftrek
    van eventuele schulden en gemaakte kosten en vervallen eventuele eigendommen aan de vereniging.
    Overstijgen de opruimkosten van een tuin de borgsom van de tuin, dan is het betreffende lid aansprakelijk voor de meerkosten.

3. Wordt tijdens het verenigingsjaar het lidmaatschap opgezegd dan vindt geen terugbetaling van contributie plaats.
    Terugbetaling van een gedeelte van de tuinhuur vindt slechts plaats vanaf de datum dat een ander lid de vrijgekomen tuin overneemt


Artikel 8

1. Ontzetting (royement), ingevolge artikel 8 lid 7 van de Statuten, wordt uitgesproken door het hoofdbestuur.
    Het hoofdbestuur zal tot ontzetting besluiten indien daarvoor naar zijn oordeel dwingende redenen zijn.
    Onder dwingende redenen worden onder andere verstaan:
    a. een voordracht van het complexbestuur, ingeval een lid, ondanks herhaaldelijk waarschuwen, niet voldoet aan de verplichtingen
        in het Tuinreglement of de besluiten van de complexvergadering niet opvolgt;
    b. het niet op de gestelde tijd voldoen aan financiële verplichtingen;
    c. het niet opvolgen van de reglementen van de vereniging, dan wel de besluiten van de algemene vergadering;
    d. het door wangedrag, woord of geschrift benadelen van de vereniging, waaronder mede is te verstaan elke gedraging of handeling die
         de goede gang van zaken en het vriendschappelijk verkeer tussen de leden onderling verstoort of het aanzien van de vereniging schaadt.

2. Het complexbestuur is ten aanzien van lid 1 a gehouden een lid van het complex dat in gebreke is gebleven, schriftelijk de mogelijkheid
    te bieden alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen binnen een gestelde termijn van minimaal veertien dagen.
    Blijft het lid alsnog in gebreke en besluit het complexbestuur tot voordracht voor royement, dan brengt het deze
    voordracht schriftelijk ter kennis van het hoofdbestuur en stelt tevens het lid schriftelijk van deze voordracht
    op de hoogte. De kennisgeving aan het lid wordt aangetekend verzonden.

3. De voordracht tot ontzetting dient zo spoedig mogelijk door het hoofdbestuur in behandeling te worden genomen.

4. Besluitvorming met betrekking tot ontzetting vindt plaats in een hoofdbestuursvergadering waarin ten minste 2/3 van de
    hoofdbestuursleden aanwezig zijn. Het besluit tot ontzetting behoeft een meerderheid van 2/3 van
    het aantal ter vergadering uit te brengen stemmen.

5. Het bericht tot ontzetting als bedoeld in artikel 8 lid 8 van de Statuten, wordt het betrokken lid aangetekend verzonden of door twee
    hoofdbestuursleden overhandigd.

6. Indien de commissie van beroep ingevolge artikel 8 lid 9 van de Statuten besluit tot verwerping van de ontzetting,
    dan wordt hierdoor tevens de schorsing opgeheven en het desbetreffende lid in zijn rechten hersteld.

7. Handhaaft de commissie van beroep het besluit tot ontzetting dan brengt het hoofdbestuur uiterlijk tien dagen nadat het besluit is genomen
    dit per aangetekende brief ter kennis van de betrokkene.

8. Contributie en tuinhuur worden na ontzetting niet terugbetaald.


Hoofdbestuur

Artikel 9

1. Het hoofdbestuur is verantwoordelijk voor het beheer over alle eigendommen van de vereniging en voor de
    instandhouding en het onderhoud ervan.

2. Het hoofdbestuur stelt regels vast ten aanzien van de uitvoerende taken die zijn toegewezen aan de complexbesturen en commissies,
    voor zover niet geregeld in Statuten en Huishoudelijk Reglement en ziet toe op de juiste uitvoering van die taken.

3. Het hoofdbestuur is voor het gevoerde beleid en al zijn handelingen verantwoording schuldig aan de algemene vergadering.

4. De hoofdbestuursleden hebben het recht van toegang tot alle complexvergaderingen, complexbestuursvergaderingen en commissie-
    vergaderingen.

5. Hoofdbestuursleden die hun funktie neerleggen, dan wel uit hun funktie worden ontheven, dienen al hun bescheiden de
    vereniging betreffende, binnen veertien dagen in te leveren bij de secretaris.


Artikel 10

Het hoofdbestuur is gerechtigd het totaalbedrag van de begroting in verband met onvoorziene omstandigheden met 10 % te overschrijden.

Voorzitter

Artikel 11

1. De voorzitter is woordvoerder namens de vereniging en reprecenteert de vereniging naar buiten. Hij geeft
    leiding aan het hoofdbestuurswerk en leidt de hoofdbestuurs- en algemene vergaderingen.

2. De voorzitter geeft op vergaderingen of bijeenkomsten het woord en ontneemt dit indien dit buiten de goede orde gaat.
    Hij heeft het recht debatten te sluiten, indien hij van mening is dat de vergadering voldoende is ingelicht.
    Hij is gerechtigd een ieder die de orde verstoort, het verder bijwonen van de vergadering te ontzeggen.
    Hij kan een vergadering schorsen en/of na overleg met (bestuurs)leden verdagen.


Secretaris

Artikel 12

De secretaris is belast met:
a. het notuleren van zowel hoofdbestuurs- als algemene vergaderingen en het voeren van de verenigingscorrespondentie;
b. het ondertekenen van alle stukken van het hoofdbestuur uitgaande en het copie houden hiervan;
c. het verzorgen van het uitschrijven van vergaderingen en bijeenkomsten;
d. de zorg over het archief, waarin alle ingekomen stukken en copieën van uitgaande stukken worden verzameld;
e. het houden van aantekeningen van alle besluiten genomen in hoofdbestuurs- en algemene vergaderingen;
f. het uitbrengen van een schriftelijk verslag op de algemene vergadering over het gevoerde beleid;
g. het informeren van de leden;
h. het toezenden van de notulen van de hoofdbestuursvergaderingen aan de secretarissen van de complexbesturen.


Penningmeester

Artikel 13

De penningmeester is belast met:
a. het innen van in artikel 9 van de Statuten genoemde geldmiddelen en het verrichten van de betalingen;
b. het beheren van de gelden en het voeren van de administratie hieraan verbonden;
c. het uitbrengen van een schriftelijk verslag op de jaarlijkse algemene vergadering over het gevoerde financiële
    beleid van het afgelopen jaar, zoals genoemd in artikel 20 lid 2b van de Statuten;
d. het opstellen van een begroting voor het nieuwe verenigingsjaar, zoals genoemd in artikel 20 lid 2 van de Statuten;
e. het voorststellen van de hoogte van de budgetten voor de complexen, zoals genoemd in artikel 20 lid 2g van de Statuten;
f. het ten minste eenmaal per jaar inzage geven van alle boeken en bescheiden aan de kascommissie.


Algemeen adjunct

Artikel 14

De algemeen adjunct is belast met:
a. het vervangen van de voorzitter, de secretaris of de penningmeester bij hun ontstentenis;
b. het vervullen van taken zoals in het dagelijks bestuur afgesproken


Ledenadministratie

Artikel 15

De ledenadministratie is belast met:
a. het bijhouden van de ledenadministratie;
b. de voorlichting aan kandidaatleden;
c. alle administratieve handelingen bij het aanmelden van een kandidaatlid, bij het toewijzen van een tuin,
    het beëindigen van de huur van een tuin dan wel wisseling en bij het beëindigen van het lidmaatschap;
d. het kontakt onderhouden met de betreffende complexbesturen bij het toewijzen, wisselen, uitbreiden en verkleinen van tuinen.


Overdracht van taken

Artikel 16

De secretaris en de penningmeester kunnen met instemming van de overige bestuursleden een deel van hun werkzaamheden
overdragen aan een ander bestuurslid of aan een commissielid, die voor deze werkzaamheden verantwoording schuldig is aan de
desbetreffende functionaris.


Complexbestuur

Artikel 17

1. Het complexbestuur voert het beheer over het tuincomplex, draagt zorg voor de instandhouding en het onderhoud ervan,
    is belast met het toezicht op de eigendommen van de vereniging binnen het complex en ziet toe op de naleving
    van het Tuinreglement.

2. Het complexbestuur onderhoudt contacten met het hoofdbestuur over uit te geven en op te leveren tuinen. De verantwoordelijkheid
    voor niet in gebruik zijnde tuinen berust bij het complexbestuur.

3. Het complexbestuur is belast met de organisatie van en het toezicht op de algemene werkzaamheden op het complex.

4. Het complexbestuur stelt regels vast ten aanzien van het doen en laten van de leden op het complex voor zover niet
    geregeld in het Tuinreglement.

5. Het complexbestuur is gerechtigd tot het bepalen van een termijn waarbinnen nagelaten onderhoudswerkzaanheden alsnog
    dienen te worden uitgevoerd, indien het betreffende lid:
    a. zonder opgaaf van redenen de hem opgedragen algemene werkzaamheden niet naar behoren uitvoert;
    b. de tuin en/of daarop aanwezige opstallen niet naar behoren onderhoudt;
    c. zich niet houdt aan bepalingen van Statuten en/of reglementen en/of behoorlijk kenbaar gemaakte bepalingen.

6. Het complexbestuur kan onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak doen uitvoeren door commissies die door
    het complexbestuur worden benoemd onder nadere goedkeuring van de complexvergadering.

7. Het complexbestuur is voor het gevoerde beleid en al zijn handelingen verantwoording schuldig aan de complexvergadering en het hoofdbestuur.


Complexvoorzitter

Artikel 18

De complexvoorzitter is woordvoerder namens het complex, geeft leiding aan het complexbestuur en leidt de complex-
    en complexbestuursvergaderingen.

2. De complexvoorzitter geeft op vergaderingen of bijeenkomsten het woord en ontneemt dit indien dit buiten de goede orde gaat.
    Hij heeft het recht debatten te sluiten, indien hij van mening is dat de vergadering voldoende is ingelicht.
    Hij is gerechtigd een ieder die de orde verstoort, het verder bijwonen van de vergadering te ontzeggen.
    Hij kan een vergadering schorsen en/of na overleg met (complexbestuurs)leden verdagen.


Complexsecretaris

Artikel 19

De complexsecretaris is belast met:
a. het notuleren van zowel complexbestuur- als complexvergaderingen en het voeren van de correspondentie;
b. het ondertekenen van alle stukken van het complexbestuur uitgaande en het copie houden hiervan;
c. het verzorgen van het uitschrijven van vergaderingen en bijeenkomsten;
d. de zorg over het archief waarin alle ingekomen stukken en copieën van uitgaande stukken worden verzameld;
e. de zorg voor en de administratie van het aardappelteeltplan;
f. het in copie houden van het ledenbestand van het betreffende complex;
g. het uitbrengen van een schriftelijk verslag op de jaarlijkse complexvergadering over het gevoerde beleid;
h. het informeren van de leden van het complex.


Complexpenningmeester

Artikel 20

De complexpenningmeester in belast met:
a. het beheer van de aan het complex toegewezen gelden en het voeren van de administratie hiervan;
b. het uitbrengen van een schriftelijk verslag op de jaarlijkse complexvergadering over de besteding van de toegewezen gelden
    van het afgelopen jaar;
c. het opstellen van een begroting voor het nieuwe verenigingsjaar;
d. het ten minste eenmaal per jaar inzage geven van alle boeken en bescheiden aan de kascommissie;
e. het ten minste eenmaal per jaar verantwoorden van de aan het complex toegewezen gelden bij de penningmeester van het hoofdbestuur.


artikel 21

1. Een voordracht van kandidaten voor een bestuursfunktie, zoals bedoeld in artikel 11 lid 2 en artikel 16 lid 3 van
    de Statuten, dient vergezeld te zijn van een bevestiging van instemming van deze kandidaten.

2. Om als kandidaat te worden voorgedragen dient men zo mogelijk ten minste één jaar lid van de vereniging te zijn.


Vergaderingen

Artikel 22

de vereniging kent:
a. algemene vergaderingen, waaronder de jaarvergadering;
b. hoofdbestuursvergaderingen;
c. dagelijks bestuursvergaderingen;
d. Complexvergaderingen, waaronder de jaarlijkse complexvergadering;
e. complexbestuursvergaderingen;
f. commissievergaderingen.


Jaarvergadering

Artikel 23

1. De jaarvergadering, zoals bedoeld in artikel 20 lid 2 van de Statuten, dient gehouden te worden in maart of april.

2. Voorstellen voor de jaarvergadering moeten vóór 1 november bij de secretaris van het hoofdbestuur zijn ingediend,
    Indiening kan geschieden door zowel complexbesturen als individuele leden.
3. De ingediende voorstellen kunnen worden voorzien van een pré-advies van het hoofdbestuur dat dan op de agenda dient te worden opgenomen.


Algemene vergadering

Artikel 24

1. Algemene vergaderingen als bedoeld in artikel 22 lid 2 en 3 van de Statuten dienen op een zodanig tijdstip gehouden
    te worden dat zoveel mogelijk leden deze kunnen bijwonen

2. De agenda voor een algemene vergadering, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, dient uiterlijk drie weken vóór de datum waarop die
    algemene vergadering wordt gehouden, bij de complexbesturen bekend te zijn


Hoofdbestuursvergaderingen

Artikel 25

1. Hoofdbestuursvergaderingen worden gehouden op voorstel van de voorzitter of op voorstel van twee leden van het hoofdbestuur.

2. De oproep ter vergadering dient ten minste 2 dagen vóór de datum van de vergadering te geschieden.

3. Volgens artikel 13 van de Statuten kunnen besluiten slechts worden genomen met gewone meerderheid van stemmen.
    Bij staken van de stemmen heeft de voorzitter een beslissende stem.

4. Een besluit kan ook buiten de hoofdbestuursvergadering om worden genomen, mits met algemene stemmen en het besluit schriftelijk en
    ondertekend door ieder hoofdbestuurslid wordt bevestigd.

5. Het hoofdbestuur vergadert minimaal vier keer per jaar o.a. ter voorbereiding van algemene vergaderingen en complexvergaderingen.

6. Ingediende voorstellen uit de complexvergaderingen die de gehele vereniging betreffen, dienen als agendapunt in een
    hoofdbestuuravergadering besproken te worden en met verslag van dit agendapunt vóór 1 januari naar alle complexbesturen gezonden te worden.

7. Het dagelijks bestuur vergadert zo vaak als nodig is.


Complexvergaderingen

Artikel 26

1. Voorstellen voor de jaarlijkse complexvergadering moeten vóór 1 januari bij de secretaris
    van het complexbestuur zijn ingediend.

2. Complexvergaderingen als bedoeld in artikel 25 de leden 1 en 2 van de Statuten dienen op een zodanig tijdstip gehouden te worden
    dat zoveel mogelijk leden behorende tot het complex deze kunnen bijwonen.

3. Uiterlijk zeven dagen vóór de datum waarop een algemene vergadering wordt gehouden zoals bedoeld in artikel 22 leden 2 en 3
    van de Statuten dienen complexvergaderingen gehouden te worden ter bespreking van de agenda voor de algemene vergadering en het benoemen
    van afgevaardigden naar deze vergadering. Het vorengaande is niet van toepassing op een algemene vergadering welke wordt gehouden
    in verband met statutenwijziging als bedoeld in artikel 32 van de Statuten.


Complexbestuursvergaderingen

Artikel 27

1. Complexbestuursvergaderingen worden gehouden op voorstel van de voorzitter of op voorstel van twee leden van het complexbestuur.

2. De oproep ter vergadering dient ten minste 2 dagen vóór de datum van de vergadering te geschieden.

3. Volgens artikel 18 van de Statuten kunnen besluiten slechts worden genomen indien ten minste de helft van de bestuursleden aanwezig is
    en zulks met gewone meerderheid van stemmen. Bij staken van de stemmen heeft de voorzitter een beslissende stem.

4. Een besluit kan ook buiten de complexbestuursvergadering om worden genomen, mits met algemene stemmen en het besluit schriftelijk en
    ondertekend door ieder complexbestuurslid wordt bevestigd.

5. Het complexbestuur vergadert minstens eenmaal per jaar o.a. ter voorbereiding van complexvergaderingen en voorts zo vaak als nodig is.

6. De (voorlopige) notulen van de complexbestuursvergaderingen dienen binnen een maand nadat de vergadering gehouden is, aan
    het hoofdbestuur te worden gezonden.


Afvaardiging naar de algemene vergadering

Artikel 28

De complexvergadering benoemt ten minste twee en ten hoogste tien afgevaardigden naar de algemene vergadering.
De namen van de afgevaardigden worden schriftelijk aan het hoofdbestuur bekend gemaakt.


Spreekrecht op de algemene vergadering

Artikel 29

Per agendapunt hebben maximaal twee afgevaardigden per complex spreekrecht op de algemene vergadering.

Stemmingen

Artikel 30

1. Op de algemene vergadering brengen de afgevaardigden van de complexen stemmen uit na onderling overleg of
    zoals afgesproken op de complexvergadering.

2. Tijdens de algemene vergadering en complexvergaderingen worden bij schriftelijke stemmingen drie leden buiten het bestuur aangewezen
    voor het openen en tellen van de stembriefjes.

3. Van onwaarde zijn stembriefjes die:
a. blanko zijn;
b. ondertekend zijn;
c. onleesbaar zijn;
d. niet aan het doel waarvoor de briefjes zijn uitgereikt, voldoen.


Artikel 31

Tijdens complexvergaderingen kan een lid een ander lid namens hem bij volmacht laten stemmen, maar een lid mag bij een stemming
niet meer dan één stem bij volmacht uitbrengen. De schriftelijke machtiging daartoe dient vóór de vergadering aan de voorzitter te zijn overhandigd.


Commissies

Artikel 32

De verenging kent de volgende commissies:
a. kascommissie;
b. commissie van beroep;
c. inkoopcommissie
d. eventuele andere commissies


Artikel 33

1. Tot commissieleden kunnen worden benoemd, leden van de vereniging.

2. In commissies zoals bedoeld in artikel 32 sub c en sub d (HHR) kunnen ook gekozen en benoemd worden de echtgeno(o)t(t)e of een gezinslid
    van een lid, of een met een lid duurzaam samenwonende.

3. Elke commissie bestaat uit ten minste twee en ten hoogste zeven leden.

4. Behalve door het hoofdbestuur en het complexbestuur kunnen kandidaten voor commissies ook worden voorgedragen door ten minste drie
     verenigingsleden. De voordracht dient uiterlijk twee dagen vóór een algemene vergadering bij het hoofdbestuur dan wel
    complexbestuur te worden ingeleverd.

5. Commissieleden zoals bedoeld onder artikel 32 sub c en sub d (HHR) worden benoemd voor een periode van drie jaren en zijn
    terstond herkiesbaar. Zij treden af volgens een door het hoofdbestuur dan wel complexbestuur op te stellen rooster, of door beëindiging
    van het lidmaatschap van de vereniging.

6. Commissies zoals bedoeld onder artikel 32 sub d (HHR) worden ingesteld voor de duur van de opdracht en ontbonden wanneer deze is voltooid.


Artikel 34

1. Indien naar de mening van het hoofdbestuur dan wel complexbestuur commissieleden hun taak niet of niet in voldoende mate uitvoeren,
    is het hoofdbestuur dan wel het complexbestuur gerechtigd hen tot de eerstvolgende algemene vergadering dan wel complexvergadering te schorsen.

2. Alvorens commissieleden te schorsen zal het hoofdbestuur dan wel complexbestuur de betrokkene in de gelegenheid stellen zich in een
    hoofdbestuurs- dan wel complexbestuursvergadering te verantwoorden.


Artikel 35

Bij tussentijdse vacatures van commissieleden of bij ingevolge artikel 34 (HHR) besloten schorsing:
a. zijn de funktionarissen verplicht de in hun bezit zijnde bescheiden of andere eigendommen van de vereniging binnen veertien dagen over te
    dragen aan een door het hoofdbestuur dan wel complexbestuur aan te wijzen bestuurslid;
b. kan het hoofdbestuur dan wel het complexbestuur een nieuwe funktionaris benoemen die op het rooster de plaats van
    de voorganger inneemt. Deze benoeming wordt aan de eerstvolgende algemene vergadering dan wel complexvergadering voorgelegd.


Artikel 35

1. Commissievergaderingen worden gehouden op voorstel van één of meer leden van de commissie.

2. In een commissie, met uitzondering van de kascommissie en de commissie van beroep, heeft bij voorkeur een hoofdbestuurslid dan wel
    complexbestuurslid zitting voor de coördinatie met het hoofdbestuur c.q. complexbestuur.

3. Commissievergaderingen worden geleid door een uit de commissieleden gekozen voorzitter.

4. Van alle commissievergaderingen dient schriftelijk verslag te worden gemaakt. Het voorlopig verslag dient binnen
    vier weken te worden ingeleverd bij de secretaris van het hoofdbestuur c.q. van het complexbestuur.


Kascommissie

Artikel 37

1. De kascommissie bestaat uit twee leden en een reservelid, die geen deel uitmaken van hoofdbestuur of penningmeester zijn van een
    complexbestuur. Zij worden benoemd voor een periode van twee jaar en zijn niet terstond herkiesbaar.Elk jaar treedt één lid van hen af

2. De kascommissie controleert de boeken van de penningmeester van het hoofdbestuur, van de complexbesturen en van de inkoopcommissie
    (indien ingesteld), alsmede alle andere onder de verantwoordelijkheid van de penningmeester vallende financiële bescheiden.
    Indien een inkoopcommissie is ingesteld, controleert de kascommissie tevens de voorraad van de inkoopcommissie
    vóór een door het hoofdbestuur te noemen datum.

3. Indien de bescheiden en de voorraad in orde worden bevonden, tekenen de leden van de kascommissie het financieel- en voorraadbeheer
    voor akkoord en wordt op de jaarvergadering schriftelijk verslag uitgebracht. Bij niet akkoord bevinden geeft de commissie
    daarvan onmiddellijk schriftelijk kennis aan het bestuur.

4. Indien een complexpenningmeester daadwerkelijk beheer uitvoert over de complexpenningen, moet de complexvergadering een eigen kascommissie
    benoemen die de boeken van de complexpenningmeester en de daarbij behorende bescheiden controleert. Deze kascommissie bestaat uit twee leden
    die geen deel uitmaken van het complexbestuur. Zij worden benoemd voor een periode van twee jaar en zijn herkiesbaar.
    Verslaggeving geschiedt schriftelijk naar de complexvergadering en naar de penningmeester van het hoofdbestuur.


Commissie van beroep

Artikel 38

1. De in artikel 29 van de Statuten bedoelde commissie van beroep dient te bestaan uit één lid van de vereniging dat geen deel uitmaakt
    van hoofdbestuur of complexbestuur, één lid dat geen lid van de vereniging is en één lid aan te wijzen door het AVVN.

2. Het beroep op de commissie van beroep wordt per aangetekende brief ingediend bij de commissie. Het beroepschrift behoeft niet meer in te houden
    dan dat in beroep gekomen wordt van de desbetreffende bestuursbeslissing.

3. Voor de ontvankelijkheid is bepalend de datum waarop het beroep ter post is bezorgd. In bijzondere gevallen kan de commissie van beroep
    een beroep ontvankelijk verklaren indien de termijn is overschreden.

4. De commissie van beroep draagt er zorg voor dat binnen een week de ontvangst schriftelijk wordt bevestigd en dat het hoofdbestuur in
    kennis wordt gesteld van het ingestelde beroep.

5. De commissie van beroep behandelt het beroep uiterlijk binnen zes weken na ontvangst van het beroepschrift. De commissie zorgt per aangetekende
    brief voor oproeping van degene die het beroep heeft ingesteld en van het hoofdbestuur.

6. De insteller van het beroep zal zich door maximaal twee personen mogen laten bijstaan. Het hoofdbestuur wordt vertegenwoordigd door twee
    afgevaardigden van het bestuur; deze mogen zich laten bijstaan door een derde persoon.

7. De commissie van beroep beslist, uiterlijk binnen drie weken nadat de behandeling heeft plaastgevonden, bij gewone meerderheid van stemmen
    in een bijeenkomst waarin alle leden van de commissie aanwezig zijn. Het besluit is gemotiveerd en wordt aan beide partijen
    per aangetekende brief toegezonden.

8. Het besluit van de commissie van beroep is bindend.


Inkoopcommissie

Artikel 39

1. De inkoopcommissie bestaat uit minimaal drie en maximaal vijf personen die de volgende funkties onderling verdelen:
    voorzitter, tevens lid van het hoofdbestuur, secretaris, penningmeester, inkoper en verkoper, waarbij de combinatie inkoper/penningmeester en
    verkoper/penningmeester niet is toegestaan.

2. De inkoopcommissie is belast met het zonder winstoogmerk aanbieden aan de leden van artikelen ten behoeve van het tuinieren.

3. De inkoopcommissie is verantwoordelijk voor het beheer van de voorraad.

4. De inkoopcommissie kan zich door één of meer leden van de vereniging laten bijstaan.

5. De inkoopcommissie verstrekt tweemaal per jaar een finantieel overzicht aan het hoofdbestuur.

6. Op de jaarvergadering presenteert de inkoopcommissie zijn jaarlijks verslag en financieel jaaroverzicht.

7. Ten minste eenmaal per jaar dient de inkoopcommissie inzage te geven van alle bescheiden aan de kascommissie en
    de voorraad te laten controleren.


Verenigingsperiodiek

Artikel 40

1. Het verenigingsperiodiek "De Kruiwagen" verschijnt minimaal vijfmaal per jaar.

2. De eindredacteur, tevens lid van het hoofdbestuur, wordt bijgestaan door één of twee redacteuren.

3. Vaste schrijvers zijn de secretaris van het hoofdbestuur, één lid van elk complexbestuur, bij voorkeur de secretaris, de secretaris
    van de inkoopcommissie (indien inkoopcommissie is ingesteld) en de ledenadministrateur.

4. Vaste rubriek is publikatie van genomen besluiten op de algemene vergaderingen, hoofdbestuursvergaderingen en
    complexbestuursvergaderingen.

5. De redactie en de vaste schrijvers komen minimaal eenmaal per jaar bijeen.

6. De inleverdata voor de kopy worden voor een periode van één jaar vastgelegd door de redactie en
    gepubliceerd in "De Kruiwagen".


Tuinreglement

Artikel 41

Voor een goede bewindvoering wordt een tuinreglement vastgesteld.

Wijzigen reglementen

Artikel 42

In het Huishoudelijk- en Tuinreglement kan geen verandering worden aangebracht dan door een besluit van de
algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de
reglementen worden voorgesteld.


Artikel 43
Een reglementenwijziging treedt in werking op de eerste van de maand volgend op de algemene vergadering
waarin deze wijziging is goedgekeurd.


Algemeen

Artikel 44

Het hoofdbestuur is gerechtigd, al of niet op voordracht van het complexbestuur, tot het opleggen van boete
en/of bepalen van een termijn waarbinnen nagelaten onderhoudswerkzaamheden alsnog dienen te worden
uitgevoerd, indien het desbetreffende lid:
a. zonder opgaaf van redenen de hem opgedragen algemene werkzaamheden niet of niet naar behoren uitvoert;
b. de tuin en/of daarop aanwezige opstallen niet naar behoren onderhoudt;
c. zich niet houdt aan bepalingen van Statuten en/of reglementen en/of kenbaar gemaakte bepalingen.


Artikel 45

Het hoofdbestuur, het complexbestuur, de bestuursleden en de commissieleden zijn in de uitoefening van hun funktie
niet aansprakelijk voor:
a. schade aan eigendommen van leden of bezoekers;
b. ongevallen of letsel van welke aard ook;
c. diefstal, beschadiging of verlies op enige wijze.


Artikel 46

Over alle zaken waarin niet door Wet, Statuten, Huishoudelijk Reglement of Tuinreglement is voorzien,
beslist het hoofdbestuur, maar het hoofdbestuur is daarover verantwoording verschuldigd aan de algemene vergadering.



      terug naar info