SE-3 oefenopgaven V6 reaktievergelijkingen redox
Geef, indien er een reaktie verloopt, de halfreacties en
totaalvergelijking :
1. een aangezuurde
kaliumpermanganaat-oplossing met oxaalzuur- (H2C2O4)
oplossing.
OX: MNO4- + 8H+
+ 5e- ↔ Mn2+
+ 4H2O | 2
RED: H2C2O4 ↔ 2CO2(g)
+ 2H+ +2e= |
5
V = VOX VRED =
1,52 (-0,49) = 2,01 V : reactie aflopend
2MnO4-
+ 16 H+ + 5 H2C2O4 เ 2 Mn2+
+ 8 H2O + 10 CO2 + 10 H+
Waterstofionen voor en na reactie
wegstrepen.
2MnO4-
+ 6 H+ + 5 H2C2O4 เ 2 Mn2+
+ 8 H2O + 10 CO2
2. ijzer(III)oxide
met koolmonoxide bij hoge temperatuur, waarbij ijzer ontstaat.
Vergelijking
vanuit tekst:
OX: Fe3+
+ 3e- ↔
Fe |
2 opmerking: zit in Fe2O3
RED: CO + O2- ↔ CO2 + 2 e- | 3
Fe2O3
+ 3 CO ↔ 2
Fe + 3 CO2
3. lood met verdund
salpeterzuur. Hierbij ontstaat o.a NO(g).
OX: NO3- + 4 H+
+ 3e- ↔ NO + 2H2O | 2
RED: Pb ↔
Pb2+ + 2e- |
3
V = VOX VRED =
0,96 (-0,13) = 1,02 V : reactie aflopend
3 Pb +
2 NO3- + 8 H+ เ 3 Pb2+
+ 2 NO + 4 H2O
4. natrium met water.
OX: 2 H2O + 2e- ↔ H2 + 2 OH- | 1
RED: Na ↔
Na+ + e-ญญญ |
2
V = VOX
VRED = -0,83 (-2,71) = 1,88 V : reactie aflopend
2 H2O
+ 2Na เ H2 + 2 OH- + 2 Na+
5. kaliumpermanganaat-oplossing,
niet aangezuurd, met natriumsulfiet-opl. Hierbij
ontstaat oa MnO2 (s)
OX: MnO4- + 2 H2O
+ 3 e- ↔ MnO2
+ 4 OH- | 2
RED: SO32- + H2O ↔ SO42-
+ 2 H+ + 2 e- |
3
2MnO4-
+ 4H2O + 3 SO32- + H2O ↔ 2
MnO2 + 8 OH- + 3SO42- + 6 H+
Vox VRED = 0,57
(-0,09) = 0,66 V : reactie aflopend
Voor de reactie
zijn er dus 5 watermoleculen, na de reactie reageren OH- en H+
met elkaar tot water.
Daarna worden de
watermoleculen voor en na de pijl tegen elkaar weggestreept.
Uiteindelijke
reactievergelijking: 2 MnO4- + 3 SO32-
เ 2 MnO4 + 2 OH- +
3SO42- + H2O
6. methyl-2-propanol
met aangezuurde waterstofperoxide oplossing
Deze opgave is
eigenlijk nog niet aan de orde. Wel geldt dat alkoholen kunnen worden
geoxideerd
tot zuren. Dus
het methyl-propanol is een reductor, die wordt geoxideerd tot methyl-2 propaanzuur
7. jood-oplossing met
natriumthiosulfaatoplossing.
OX: I2
+ 2 e- ↔
2I- |
1
RED: 2 S2O32- ↔ S4O62-
+ 2 e- |
1
VOX VRED = 0,62
0,10 = 0,52 V : reactie is aflopend
I2 + 2 S2O32- เ 2 I-
+ S4O62-
8. kaliumpermanganaat-oplossing met geconcentreerd zoutzuur
OX: MnO4-
+ 8 H+ + 5 e- ↔
Mn2+ + 4 H2O |
4
RED: 2
H2O ↔
O2 + 4 H+ + 4 e- | 5
VOX VRED = 1,52
1,23 = 0,29 V : er stelt zich een evenwicht in.
4 MnO4-
+ 32 H+ + 10 H2O ↔
4 Mn2+ + 16 H2O + 5 O2 + 20 H+
4
MnO4- + 12 H+ + 10 H2O ↔ 4 Mn2+ + 6 H2O + 5 O2 + 20
H+
9. natriumthiosulfaat-oplossing
met kaliumjodide-oplossing.
OX: 2 H2O + 2 e- ↔ H2 + 2 OH- | 1 (Dit is de
sterkste oxidator in de oplossing !)
RED: 2 S2O32- ↔ S4O62-
+ 2 e- |
1 (Dit is de sterkste reductor in de oplossing !)
VOX
VRED = -0,83 0,10 = - 0,73 V : De reactie verloopt NIET.
10. natriumsulfiet-oplossing
met aangezuurde kaliumdichromaat-opl. (er ontstaat oa Cr3+)
OX: Cr2O72- +
14 H+ + 6e- ↔
2 Cr3+ + 7 H2O |
1
RED: SO32- + H2O ↔
SO42- + 2 H+ + 2 e- | 3
VOX - VRED = 1,36 (-0,09) = 1,54 V : reactie aflopend
Cr2O72-
+ 14 8H+ + 3 SO32- + 3 H2O
↔ 2 Cr3+ + 7 4H2O + 3 SO42-
+ 6 H+
11. de thermolyse
van kwik(ll)oxide.
OX: Hg2+ + 2 e- ↔ Hg (l) |
2
RED: 2O2- ↔ O2 (g) + 4 e- | 1
Van het (geconjugeerde) reductor-oxidator
koppel O2-/O2 is geen potentiaal bekend, maar het gaat om
een
Thermolyse,
waardoor de energie voor de reactie door de warmte wordt toegevoegd.
2 Hg2+
+ 2 O2- ↔
2 Hg + O2
12. kaliumjodide-oplossing
met waterstofperoxide-opiossing.
OX: H2O2 + 2 e- ↔ 2 OH- | 1
RED: 2 I- ↔ I2 + 2 e- | 1
VOX VRED = 0,94
0,53 = 0,41 V : reactie is aflopend
H2O2
+ 2 I- ↔
2 OH- + I2
13. geconcentreerd
salpeterzuur met zilver. Hierbij ontstaat oa NO2 (g)
In
geconcentreerd salpeterzuur zal eerder de reactie van nitraat optreden, waarbij
NO ontstaat.
OX: NO3- + 4 H+
+ 3e- ↔ NO + 2 H2O | 1
RED: Ag ↔
Ag+ + e- |
3
VOX VRED = 0,96
0,80 = 0,16 V: evenwicht
NO3-
+ 4 H+ + 3 Ag ↔
NO + 2 H2O + 3 Ag+
(De beschreven reactie is de volgende: NO3-
+ 2 H+ + Ag ↔ NO2 + H2O + Ag+
met een
bronspanning van +0,01 V)
14. tin met verdund
zwavelzuur.
15. ethanol met
aangezuurde kaliumpermanganaatoplossing
16. Het roesten van
ijzer in vochtige lucht (er ontstaat ijzer(II)hydroxide)
17. De reactie van een
stroomleverende accu, waarbij aan beide polen PbSO4 ontstaat