Kenmerkengids Libellen - Anisoptera

Sympetrum, Crocothemis en Trithemis

Heidelibellen zijn kleine echte libellen, die langs hun voortplantingswater massaal kunnen voorkomen. Enkele soorten vertonen trekgedrag en die kunnen, ook ver van water, in groepen worden waargenomen. Het zijn redelijk lastig te onderscheiden soorten die zorgvuldige bestudering van de kenmerken vergen. Met ervaring zijn ze overigens best van afstand te determineren. Bekijk voor kleurkenmerken uitgekleurde dieren. Met 'snor' wordt bedoeld dat de zwarte streep op het voorhoofd zich langs de oogranden voortzet naar beneden. Soorten zonder 'snor' hebben wel de zwarte streep, maar niet de voortzetting langs de oogrand.
soort poten snor pterostigma gele vleugelvlek achtervleugel
Crocothemis erythraea met veel geel geen streep licht, donkere rand klein, scherp omgrenst
Sympetrum vulgatum met gele lengtestreep aan buitenzijde ja donker geen of klein
Sympetrum striolatum met gele lengtestreep aan buitenzijde nee donker geen of klein
Sympetrum fonscolombei variabel, zwart, zwart met gele lengtestreep of grotendeels geel ja lichtbruin tot -rood omgeven door donkere aders vrij groot, maar variabel
Sympetrum meridionale met brede gele streep aan buitenzijde, soms overwegend geel nee lichtgeel tot -rood, verdikte donkere aders aan voor- en achterrand geen of klein
Sympetrum flaveolum met gele lengtestreep aan buitenzijde nee lichtbruin, donkere rand groot: kwart tot helft achtervleugellengte
Sympetrum sanguineum zwart, dijen met kleine gele vlek ja bruin tot donkerrood klein
Sympetrum depressiusculum zwart, dijen met kleine gele vlek ja lichtbruin tot -rood, rand donker geen
Sympetrum danae zwart ja zwart geen

Sympetrum vulgatum - Steenrode Heidelibel


Adult:
  • voorhoofd met snor (zwart op voorhoofd buigt langs ogen naar beneden);
  • poten met gele streep; achtervleugel zonder of met kleine, vaag gemarkeerde gele vlek;
  • borststuk zijkant: bij uitgekleurde exemplaren geel met enkele zwarte lijntjes, in contrast met bruine schouder.
    Man: achterlijf van boven gezien enigszins verbreed na segment 3, in de loop van de tijd steeds roder.
    Vrouw: legboor haaks afstaand.
    Vlucht: tijdens het vliegen op en neer bewegend, bij zweven vaak naar boven afdwalend; vliegt vaak boven land en gaat vaak zitten.
    Habitat: stilstaand water en een wijd gebied daarom heen; op trektochten overal.
    Vliegtijd: juli-november.
    Lijkt op: zie vergelijkingstabel.
    S. vulgatum (M. van Veen) S. vulgatum (M. van Veen)
    Sympetrum vulgatum (M. van Veen)
  • Sympetrum striolatum - Bruinrode Heidelibel


    Adult:
  • frons zonder snor (zwart op voorhoofd stopt op oogrand);
  • poten met gele streep; vleugel zonder of met kleine, vaag gemarkeerde gele vlek;
  • borststuk zijkant: bij uitgekleurde exemplaren vormen zich twee gele vlekken gescheiden door een brede bruine band, schouder bruin.
    Man: achterlijf van boven gezien nagenoeg recht, in de loop van de tijd steeds roder.
    Vrouw: legboor schuin afstaand, nauwelijks uitstekend.
    Vlucht: tijdens het vliegen op en neer bewegend, bij zweven vaak naar boven afdwalend; vliegt vaak boven land en gaat vaak zitten.
    Habitat: stilstaand water en een wijd gebied daarom heen; op trektochten overal. Voortplantingsbiotoop: vaak matig voedelrijke tot voedselarmere wateren en pasgegraven wateren.
    Vliegtijd: juli-september.
    Lijkt op: zie vergelijkingstabel.
    S. striolatum (M. van Veen) S. striolatum (M. van Veen)
    Sympetrum striolatum man (M. van Veen)
  • Sympetrum flaveolum - Geelvlekheidelibel


    Adult:
  • onderste helft ogen geel;
  • achtervleugels met grote gele vlek, die van de basis minstens tot halverwege de vleugelknik reikt (vaak tot aan de vleugelknik), voorvleugels regelmatig met gele vlek op de knik halverwege de vleugel;
  • poten met gele streep;
  • pterostigma bruin;
  • zijkant achterlijf met een ononderbroken zwarte streep.
    Vlucht: korte stukjes, gaat vaak zitten.
    Habitat: overal op open terreinen; voortplantingsbiotoop: vaak opdrogende matig voedselrijke wateren met veel oevervegetatie.
    Vliegtijd: juni-november.
    Lijkt op: zie vergelijkingstabel.
    Sympetrum flaveolum vrouw  (A. vd Heijden)
  • Sympetrum fonscolombei - Zwervende Heidelibel


    Adult:
  • onderste helft ogen blauw (let op Vuurlibel heeft dit ook!);
  • vrouwtjes en jonge mannetjes opvallend citroengeel;
  • vleugel met aders in de voorkant van de basishelft geel tot rood (vooral opvallend in de gele vleugelvlek), voorvleugel met kleine vleugelvlek, achtervleugel met uitgebreide vleugelvlek;
  • pterostigma licht, donker omrand;
  • poten variabel: geheel zwart, zwart met gele streep tot grotendeels geel.
    Man: jonge exemplaren opvallend citroengeel, later achterlijf en aders naar zachtrood verkleurend.
    Vrouw: achterlijf en aders opvallend citroengeel.
    Vlucht: vaker boven water dan S. vulgatum of S. striolatum, blijft op vaste afstand boven het water vliegen en slaat vaak hoeken naar links of rechts, onderwijl op de zelfde hoogte vliegend; tijdens zweven op dezelfde plek (Marsh, op http://www.dragonflysoc.org.uk/)
    Habitat: zwerver, in Nederland vaak bij wat grotere wateren, die recent gegraven of geschoond zijn.
    Vliegtijd: mei-oktober, soms twee generaties in Nederland.
    Lijkt op: zie vergelijkingstabel.
    Sympetrum fonscolombei   (M. van Veen)
  • Sympetrum meridionale - Zuidelijke Heidelibel


    Adult:
  • zijkant borststuk geel tot bruin, vrijwel zonder zwarte lijnen en niet contrasterend met de schouders die dezelfde kleur hebben;
  • poten zwart met brede gele streep op buitenkant, soms vrijwel geel;
  • zwarte streep op voorhoofd smal, loopt niet langs ogen naar beneden (geen snor);
  • achterlijfsegment 8 en 9 zonder grotere zwarte vlekken.
    Man: borststuk en achterlijf bij jonge mannetjes eigeel, zwarte tekening gereduceerd tot een zeer smalle lengtelijn, een puntpaar en een smalzwart streepje langs zijkant; bij uitgekleurde mannetjes wordt het borststuk eenkleurig lichtbruin (geen contrast tussen bruin en geel zoals bij Steenrode en Bruinrode Heidelibel) en het achterlijf wordt lichtrood waarbij de zwarte tekening vrijwel verdwijnt; pterostigma rood met verdikte zwarte aderen aan voor- en achterkant.
    Vrouw: geelbruin met zijvlekjes gerduceerd tot een smalle lengtelijn, een puntpaar en een smal zwart streepje op de uiterste zijkant; pterostigma lichtgeel met verdikte donkere aders voor en achter.
    Vlucht: zwakke vlieger die veel zit.
    Habitat: stilstaand water.
    Vliegtijd: mei-oktober.
    Lijkt op: zie vergelijkingstabel. Kan veel overeenkomst vertonen met lichte exemplaren van de Steenrode Heidelibel, zie discussie waarneming.nl (ongeschik voor mobiele toepassingen).
    Sympetrum meridionale man (M. van Veen)
  • Sympetrum sanguineum - Bloedrode Heidelibel


    Adult:
  • poten zwart, dijen met gele vlek;
  • achterlijf met streepvormige zwarte vlekken aan zijkant van de segmenten, zwart middenop segm. 8 niet verbonden met zijvlekken.
    Man: voorhoofd bruinrood; achterlijf bloedrood.
    Vrouw: voorhoofd geelbruin, achterlijf geel tot rood.
    Vlucht: vliegt op en gaat weer zitten.
    Habitat: voedselrijke en vegetatierijke wateren (voortplanting).
    Vliegtijd: juni-oktober.
    Lijkt op: zie vergelijkingstabel.
    Sympetrum sanguineum man (M. van Veen)
  • Sympetrum depressiusculum - Kempense Heidelibel


    Adult:
  • poten zwart, dijen met gele vlek;
  • zwarte vlekjes op de zijkant van achterlijfsegment 3-8 druppelvormig, op segm. 8 zijn ze diffuus met de middenvlek verbonden (op afstand segment 8 daardoor smoezelig);
  • achterlijfsaanhangselen opvallend lichtgekleurd ten opzichte van rest achterlijf;
  • dichte vleugeladering.
    Man: achterlijf iets verbreed en afgeplat, in uitgekleurde exemplaren de bovenzijde rood en zijkant gelig, met zwarte druppelvormige vlekjes op de zijkant van de segmenten.
    Vrouw: achterlijf geelbruin tot geelrood met zwarte druppelvormige vlekjes.
    Vlucht: vliegt niet boven open water.
    Habitat: heidevennen.
    Vliegtijd: juli-oktober.
    Lijkt op: zie vergelijkingstabel.
    Sympetrum depressiciusculum man (A. vd Heijden)
  • Sympetrum danae - Zwarte Heidelibel


    Adult:
  • kleinste libel van Nederland;
  • achterlijf opvallend zwart;
  • borststuk zijkant met brede zwarte streep met daarin weer kleine gele vlekjes.
    Man: uitgekleurde mannetjes vrijel geheel zwart.
    Vlucht: zitten en vliegen wisselen elkaar af, nabij water.
    Habitat: kleine stilstaande wateren zoals heidevennen, duinplassen, laagveensloten en hoogveenplassen.
    Vliegtijd: juli-september.
    Lijkt op: zie vergelijkingstabel.
    Sympetrum danae man (M. van Veen)Sympetrum danae zeer jong vrouwtje (M. van Veen)
  • Sympetrum pedemontanum - Bandheidelibel


    Adult: brede zwarte band over de vleugels, pterostigma wit (vr) tot lichtrood (mn).
    Vlucht: fladderend (zwarte vleugelband versterkt fladderende indruk), gaat snel op grond of in vegetatie zitten.
    Habitat: vegetatierijke kwelsloten.
    Vliegtijd: juli-september.

    Lijkt op: andere heidelibellen, maar die hebben nooit een zwarte band over de vleugels.
    Sympetrum pedemontanum (M. van Veen)

    Crocothemis erythraea - vuurlibel


    Adult:
  • achterlijf breed en afgeplat;
  • pterostigma licht met zwarte omranding,
  • blauwe onderkant ogen (lijkt op S. fonscolombii maar platter en forser);
  • bovenzijde borststuk tussen vleugelinplanting met lichte lengtestreep.
    Man: rood, met kleine rood-gele basisvlek in vleugels en smalle zwarte streep over achterlijf. Uitgekleurde exx. vrijwel geheel knalrood.
    Vrouw: borststuk en achterlijf geheel zandkleurig tot olijfgroen, smalle zwarte rugstreep over segm. 3-9, die breder wordt op segm 8-9; vleugel met gele voorrandader en kleine gele basisvlek. Lijkt op vrouwtjes van Orthetrum coerulescens en O. brunneum, maar ogen blauw aan onderzijde.
    Vlucht: krachtig en veelal boven water, korte patrouillevluchten en dan weer op stengels/bladeren zitten.
    Habitat: allerlei wateren.
    Vliegtijd: juni-augustus.
    Lijkt op: zie vergelijkingstabel.
    Crocothemis erythraea, man (A. vd Heijden) Crocothemis erythraea (M. van Veen)
  • Trithemis annulata - purperlibel


    Adult:
    Man: rood met violet-paarse weerschijn; basis achtervleugels met kleine donkere vlek.
    Vrouw: geel tot zandkleurig; achterlijf met krachtige zwarte middenstreep en zijvlekken die streep vormen, achterlijf rolrond; achtervleugels met gele basisvlek.
    Vlucht: ?
    Habitat: Stilstaand en zwakstromend water.
    Vliegtijd: april-november.
    Trithemis annulata, man (A. vd Heijden) Trithemis annulata, vrouw (A. vd Heijden)

    Last updated 21.12.2008