Metaalgroene tot zwartgroene echte libellen. De meeste soorten zijn gebonden aan laag- en hoogvenen en vervenende vennen. Het zijn goede vliegers, die boven het water of langs bosranden patrouilleren.
Adult: voorhoofd geheel metaal-groen.
Man: achterlijf bronsgroen, op driekwart tot viervijfde verbreed.
Vlucht: krachtige vlucht, vaak langs de waterkant, op ongeveer 20-50 cm boven het water; zit zelden.
Habitat: laagveenmoeras en vennen.
Vliegtijd: mei-juni(-juli)
Lijkt op: zie vergelijkingstabel.
Adult: voorhoofd met gele dwarsstreep.
Man: achterlijf helder groen, halverwege verbreed.
Vrouw: lange afstaande legboor.
Vlucht: krachtige vlucht boven water, zo nu en dan over de oever.
Habitat: beken en stilstaand water, vaak bosrijk.
Vliegtijd: juni-augustus.
Lijkt op: zie vergelijkingstabel.
Adult: voorhoofd met gele vlekken; achterlijf donker zwartgroen met gele vlekken aan de voorzijde van de zijkant van segment 3-8.
Man: achterlijf ingesnoerd op segm. 3.
Vlucht: vaak op 1 à 2 meter hoogte boven opgaande vegetaties (bv riet-, lisdodde- en gagelvelden) patrouillerend.
Habitat: moerassen, op Gotland (Zweden) trof ik de soort in de Galigaanvennen.
Vliegtijd: juni-augustus.
Lijkt op: zie vergelijkingstabel.
Adult: voorhoofd met gele vlekken; achterlijf donker zwartgroen, met twee gele zijvlekken op segment 2-3.
Man: achterlijfaanhangselen naar elkaar toe gebogen als de tangen van een Oorkruiper.
Vrouw: legboor kort en dik.
Vlucht: ?
Habitat: hoogveen.
Vliegtijd: juni-augustus.
Lijkt op: zie vergelijkingstabel.