Kenmerkengids Krekels

Geluiden

Scherp klinkende geluiden

Hol klinkende geluiden

Een koor boskrekels produceert ook een redelijk hol klinkend geluid, een individu alleen klinkt veel scherper.

Kenmerken

Gryllus campestris - veldkrekel

Voorkomen: NL, B.
Adult: zwart, massieve kop; achtervleugels gereduceerd (de grotere zuid-Europese Gryllus bimaculatus heeft volledig ontwikkelde achtervleugels).
geluid: lange reeksen hoge zri-zri zri-zri tonen, op regelmatige afstand.
Habitat: droge heide, droge heischrale graslanden, in Nederland niet in de duinen.
Volwassen en zingend: mei-augustus.

Acheta domesticus - huiskrekel

Voorkomen: NL, B.
Adult: lichtbruin, met donkerbruine tot zwarte marmering, zwarte dwarsstreep tussen ogen; achtervleugels volledig ontwikkeld.
geluid: lange reeksen zri zri-zri zri zri tonen, op onregelmatige afstand. Vooral in schemer en nacht.
Habitat: binnenshuis, in de zomer ook naar buiten trekkend.
Volwassen en zingend: hele jaar, zomers buiten.

Nemobius sylvestris - boskrekel

Voorkomen: NL, B.
Adult: donkerbruin, vrij kleine en slanke soort; vleugels gereduceerd.
geluid: hoog, vrij hol ruuuurr, dat van ver weg lijkt te komen terwijl de krekel (bij wijze van spreken) aan je voeten zit.
Habitat: loofbossen, waar de soort in het strooisel zit, in Nederland vooral op de stuwwallen.
Volwassen en zingend: Zomer en nazomer.

Boskrekel, vrouwtje. M.P. van Veen.

Oecanthus pellucens - wijnhaantje

Voorkomen: NL, B.
Adult: slanke, bleekbruine tot bijna witte krekel; lange, rechte cerci; achtervleugels ontwikkeld.
geluid: heel hol, melodieus en verdragend geluid, voortgebracht in de schemer en nacht.
Habitat: in warme streken op warme graslanden met veel struiken en hoge kruiden, naar het noorden toe alleen op zeer warme hellingen.
Volwassen en zingend: augustus-oktober.

Oecanthus pellucens, zuid-spanje; W. Klein

Gryllotalpa gryllotalpa - veenmol

Voorkomen: NL, B.
Adult: bruin molletje in sprinkhaanformaat, voorpoten tot graafpoten vervormd, halsschild massief. Vrouw zonder legboor.
geluid: laag snorrend, hol en verdragend geluid, met verschillende klanken erin.
Habitat: onder de grond, vooral in laagveengebieden.
Volwassen en zingend: half april-eind juni.

Last updated 28.12.2006