Helaas zijn er twee soorten zebra's al uitgestorven. Dat zijn de Dauw zebra en de Quagga zebra. De Latijnse naam van de
dauw zebra is Equus quagga burchelli en van de Quagga is dat Equus quagga quagga .
Over deze uitgestorven zebra is een hoop onduidelijkheid. Er zijn ook heel wat ondersoorten ontdekt die mogelijk ook zijn
uitgestorven. Maar het is wel zeker dat deze soort een ondersoort was van de steppenzebra. Deze zebra is in de loop van de
tijd ook veranderd maar ook daar is een hoop onduidelijkheid over.
Hiernaast zie je een plaatje van de dauw.
De dauw wordt gekenmerkt met een witte crèmeachtige effen buik. Zijn poten zijn
roodbruin en over zijn lichaam lopen zwarte strepen. Deze zijn veel minder helder dan een echte steppezebra.
Tussen deze strepen lopen bruine schaduwstrepen.
Er zijn waarschijnlijk niet meer dan tien exemplaren van de typische Equus quagga burchelli overgebleven.
In vroegere tijden werd de dauw zebra vaak de bonte quagga genoemd door de Nederlandse kolonisten in Zuid-Afrika,om ze van
de echte quagga te onderscheiden. De echte quagga heeft namelijk veel minder strepen en deze zijn ook minder helder.
De dauw zebra leefde voornamelijk in het gebied ten noorden van de oranje- en de vaalrivieren in Zuid afrika. Dit gebied
loopt tot het noorden in Beetsjoeanaland en zuidwest Transvaal, naar het oosten ongeveer tot Natal. Net als de andere
steppenzebra's moeten er een zeer groot aantal van deze zebra's op de Afrikaanse savanne hebben geleefd. Mensen zeggen dat
er wel groepen waren van duizenden dieren.
De meeste onderzoekers van de zebra's zeggen dat de dauw rond 1910 is uitgestorven . Hiervoor zijn verschillende oorzaken
en voornamelijk rede van de uitroeiing was de overbejaging van dit dier.
En ze waren er al te laat bij toen ze het wisten dat de dauw er niet meer was.
Maar misschien is er hoop om deze soort terug te fokken. Onderzoekers die dit onderzocht hebben,hebben de huiden die nog
overgebleven zijn onderzocht. Deze huiden waren verzameld op wildboerderijen in Zoeloeland en natal. De huiden wijzen erop
dat een klein deel van de zerbra daar uiterlijke kenmerken vertonen die erg lijken op die van de Burchellzebra. In theorie
zou dan deze zebra met witte poten kunnen worden teruggefokt. Er moet dan wel heel nauwkeurig worden gefokt met deze
dieren.
Wat is er nu nog over van de dauw zebra?
Het Nationaal Natuurhistorisch Museum heeft drie huiden van typische dauwen: een opgezet volwassen mannetje, een jong
vrouwtje en een gedroogde huid.
Volgens het museum komt het vrouwtje uit Litakoo aan de Oranjerivier. Waar de twee andere vandaan komen is niet helemaal
duidelijke. Het volwassen mannetje zou van de 'kaap' komen. De gedroogde huid zou komen uit 1819. Al deze exemplaren komen
uit de eerste helft van de 19e eeuw.
Hieronder een plaatje van de opgezette dauw .
Ook over de Quagga zebra is een hoop onduidelijkheid. Men is er nog steeds niet uit of deze zebra een apart soort is of een ondersoort van de gewone zebra, de Equus burchelli.
De Afrikaanse naam 'quagga' komt van het blaffende geluid dat deze zebra maakten.
Het verspreidings gebied van deze zebra is ook onduidelijk want de Afrikaanse bevolking gaf voor elke soort zebra die dit geluid een beetje maakte de naam quagga. Ook geen enkel museum zegt duidelijke informatie te hebben over de precieze vindplaats van de dier.
Hiernaast zie je een plaatje van de Quagga .
De Quagga is eigenlijk een gewone zebra waarvan de lichte strepen donkerder zijn geworden. Hierdoor krijg je een bruine effen lichaam met een vaag strepenpatroon rond de hals en gezicht.
De poten en de staat zijn wit tot witgeel. Deze soort vertoont ook individuele verschillen zodat elk een uniek strepenpatroon krijgt.
Er zijn ook een aantal quagga's die een heldere strepenpatroon hebben op over hun hele lichaam . Mogelijk zijn dat kruisingen tussen de 'echte' quagga en de dauw zebra.
Voordat men het wist was er niets meer over van de Quagga zebra. Het dier kwam eerst heel veel voor op de Zuid-Afrikaanse vlakten. Door blanke kolonisten die steeds verder naar het noorden trokken hebben de Quagga in korte tijd uit laten sterven. Ze wilde vooral dit dier om hun vlees en hun mooie huid. Het uitsterven had ook te maken met het droge weer. De grasvlakten waren overbegraazd en er kwam geen nieuw voedsel meer voor de dieren. Deze droogte leidde tot heel veel dode dieren die in het wild leefde.
De laatste wilde quagga's zijn waarschijnlijk in 1870 gevangen. De quagga leefde tot 1878 toen er weer een ernorme droogde heerste. Toen was er nog maar een klein groepje quagga's over. Dit dier leefde ten zuiden van de Vaalrivier. De allerlaatste quagga stierf in 1883 in gevangenschap in artis. Dit dier was een merrie en verbleef daar al sinds 1867. Toen het dier stierf zijn de huid en de schedel opgezet en bevinden in het Zoologisch museum.
Hieronder zie je een plaatje van een Quagga.