De dirigent

terug naar boven
Lijntje
Pas aan het einde van de negentiende eeuw werd de dirigent een vaste persoon voor een orkest. Daarvoor dirigeerde meestal een van de muzikanten, deze stond dan weliswaar voor het orkest, maar de orkestleden moesten aanwijzingen overnemen en "lezen" uit zijn spel. Ook kwam het voor dat er iemand de maat stond te slaan door met een zware stok op de grond te stampen. Door het steeds ingewikkelder worden van de muziek waren beide functies vrijwel niet meer te combineren. De eerste persoon die zich specialiseerde in het dirigeren van een orkest was de duitser Hans Richter.
Tegenwoordig houden dirigenten zich voornamelijk nog bezig met het dirigeren, hoewel er ook nog zijn die ook componeren.

Een dirigent heeft diverse manieren om te communiceren met het orkest. Het is mogelijk dat de dirigent alleen met de hand aanwijzingen geeft aan het orkest, maar meestal gebeurt dit met de dirigeerstok. Dirigenten kunnen ook zeer expressief zijn in hun bewegingen en maken weidse gebaren terwijl weer anderen nauwelijks hun handen bewegen. Met de rechterhand wordt de snelheid van het muziekstuk aangegeven, deze hand bevat dan ook over het algemeen de dirigeerstok. Hieronder zijn voor drie veel voorkomende maatsoorten de globale bewegingen in beeld gebracht. Het is echter zeer goed mogelijk dat de beweging bij de dirigent niet goed herkent wordt. Dit komt omdat de techniek van het dirigeren sterk afhankelijk is van de persoon van de dirigent.
Bij een geslagen tweekwartsmaat beweegt de stok alleen vertikaal. Een driekwartsmaat maakt een driehoekige beweging. De vierkwartsmaatlevert een kruisvormige beweging op.
Met de linkerhand geeft de dirigent aan welke dynamiek hij in een passage wil horen (harder of zachter). Ook geeft de linker hand aan welke intonatie en expressie verwacht wordt. Zelfs het gezicht van de dirigent geeft aanwijzingen, meestal tuit een dirigent de lippen als een passage zacht gespeeld moet worden en krijgt hij bijvoorbeeld een grimmige uitdrukking bij een felle passage. De leden van het orkest hebben geleerd om uit de totale lichaamshouding van de dirigent af te lezen wat er verwacht wordt.
De functie van de dirigent is het leiden van een orkest, hij doet dit onder andere door tijdens het uitvoeren van een muziekstuk aan te geven wanneer een groep instrumenten moet inzetten.

Van dirigenten worden onder andere de volgende eigenschappen verwacht om een orkest goed te kunnen leiden. Als eerste natuurlijk het leiding gevend vermogen, maar ook de kunde om met mensen om te gaan en ze te stimuleren. Inzicht en kennis in de muziek is erg belangrijk, daar de dirigent in veel gevallen een belangrijke stem heeft in de muziekkeuze. Daarnaast moet hij of zij natuurlijk goed op de hoogte zijn van de mogelijkheden en onmogelijkheden van de instrumenten die deel uitmaken van het orkest dat hij dirigeert.
Lijntje
Andere adressen met informatie over de dirigent: terug naar boven
Lijntje