De Grand Bleu is een oud ras, dat tijdens de regering van Hendrik IV door de baron De Ruble werd gefokt op het kasteel van Bruka. Vele generaties Bleus zagen op dit kasteel het levenslicht. De baron heeft door zijn jaloerse instelling en zijn weigering vreemd bloed te gebruiken het ras tot zijn dood in 1892 zuiver kunnen houden. Zijn kleinzoon de markies De Scorrailles zette zijn taak voort, zonder van het standpunt van de baron af te wijken.
Maar hoe kwam De Ruble aan zijn honden? De origine van de honden van De Ruble was terug te vinden in de meute van Hendrik IV. Zijn honden waren afstammelingen van de meute van Gaston Phoebus.
De Ruble vertoonde zijn honden op de tentoonstelling in 1863 en een ieder was verrukt van deze honden. Toen De Scorrailles zijn honden in Toulouse tentoonstelde, maakte iemand een opmerking over de aanwezige keelhuid. De Grand Bleu moet keelhuid hebben; de keelhuid is alleen bij Franse rassen sterk ontwikkeld. Waarschijnlijk is het stemgeluid gebonden aan de aanwezigheid van keelhuid, wat natuurlijk geen reden is om tot overdrijving te leiden.
De schilder Gelibert heeft vele portretten vervaardigd van deze fantastische honden. Het jachtmuseum in Senlis bezit een schilderij van Gelibert waarop het hallali van de wolf is af- gebeeld. Dit schilderij toont de ware aard van de Bleu: onverschrokken, doortastend en moedig. De neus is het vijfde been van de Bleu, dat wil zeggen altijd op de grond: klaar om het spoor te volgen.
Behalve op wolf jaagde De Ruble ook op wild zwijn. Ook wilden ze wel een haas achtervolgen. ".. Ze jagen haas uit ambitie, zwijn uit woede en wolf uit liefde", aldus De Ruble. De Comte Le Coulteux zag de Grand Bleu als wolvenjager, die door de ontwik- keling gedegradeerd was tot hazenjager.
Er is geen nobeler ras te vinden als de Grand Bleu de Gascogne met zijn koninklijke allure, zijn trotse bouw, zijn glinsterende vacht en zijn krachtige stem. Het is des te jammer dat het aantal Grand Bleus dat geboren wordt, steeds kleiner wordt.
Het is een intelligente en "gehoorzame" hond, heel zacht voor mensen maar behoorlijke eigenzinning, waardoor de Grand Bleu niet voor iedereen geschikt is.
De Grand Bleu heeft slechts een handjevol vertegenwoordigers in ons land, waarvan de meeste honden niet ingeschreven zijn in het N.H.S.B. Het eerste exemplaar kwam in 1968 naar Nederland. Met de Grand Bleus is in Nederland nooit gefokt.
Foto: Alice van Kempen