Ekster
Klasse: Aves (vogels)
|
|
Kenmerken | Kraaiachtige vogel met lange staart. Kop, nek en borst zijn glanzend zwart met vaak een metaalgroene of -blauwe glans; de buik en schouders zijn zuiver wit; de vleugels hebben een groene weerschijn. Poten en snavel zijn zwart. |
Biotoop |
In open en halfopen landschappen, maar ook in bossen, parken en tuinen. |
Verspreidingsgebied |
Europa en in grote delen van Azië en Noord Amerika. |
Maten en gewicht | Tot 48 cm groot, de 25 cm lange staart meegerekend; weegt 200- 300 gram |
Voortplanting | Broedtijd is van april tot mei; in een nest in een boom worden 4 - 6 eieren gelegd. |
Leefgewoonte |
Is overdag actief op zoek naar voedsel. Zeer waakzaam tegenover mensen en alarmeert luidskeels voor roofvogels, katten en andere vijanden. |
Voedsel | Alleseter, maar hoofdzakelijk insekten. Hij eet ook jonge zoogdieren, slakken, slangen, wormen en spinnen. Ook rooft hij eieren en jongen van andere vogels. Plantaardig voedsel wordt ook gegeten, zoals graan, eikels, noten, bessen en fruit. |
De ekster is een opvallende vogel met zijn lange staart, zwart-witte kleur en
kwetterende roep. Meestal zie je niet meer dan 4 of 5 van deze vogels bij
elkaar, maar `s winters bij het slapen gaan worden soms grotere groepen gevormd.
In de lente vormen zich grotere groepen dan normaal. Ze wippen op takken en op
de grond, ze vliegen traag wat rond en jagen elkaar na. Ze nemen bepaalde
houdingen aan, zetten kopveren op en spreiden de staartveren. Tijdens deze
bijeenkomsten worden paren gevormd.
De lange staart wordt bij het landen omhoog gehouden en komt ook niet op de
grond. De vogel loopt normaal, behalve als hij opgewonden is. Dan kan hij
zijdelings gaan huppen met half geopende vleugels. Zoals bekend pakt hij graag
schitterende en glimmende dingen mee, die hij dan verbergt.
Geen voedsel te min
Eksters zijn alleseters, dus ze eten ook menselijke voedselresten. Om aan de nodige eiwitten en vitaminen te komen eet hij jonge zoogdieren, slakken, slangen, wormen en spinnen, eieren en jongen van andere vogels. Plantaardig voedsel wordt ook gegeten, zoals graan, eikels, noten, bessen en fruit. Ze gaan vaak op koeien en schapen zitten om de teken eraf te pikken.
Bijgeloof
In de loop der eeuwen duikt de ekster vaak op in het bijgeloof. Volgens een Waalse en Franse sage had de ekster eerst een prachtig verenkleed, maar toen de vogel met de gekruisigde Jezus spotte, werd hij vervloekt en kregen zijn veren de kleuren van de rouw. Eksters werden van oudsher al beschouwd als ongeluksvogels, verkondigers van dood en rampzaligheid. Nog zijn er woorden en uitdrukkingen in gebruik die getuigen van dit volksgeloof, zoals bijvoorbeeld 'eksteroog'. Volgens het volksgeloof kunnen eksters het lot voorspellen. Zo zouden ze een naderende oorlog voorspellen wanneer ze zich in grote aantallen verzamelen en luidruchtiger dan gewoonlijk zijn. Ook het weer zou slechter worden wanneer een ekster luidruchtiger is dan anders. In het verhaal "ä basket of flowers" van Lilian Gask (1910) steelt een ekster een gouden ring, waardoor een onschuldig dienstmeisje valselijk wordt beschuldigd en jaren in de gevangenis moet doorbrengen. In de opera La Gazza ladra (de diefachtige ekster) van Rossini wordt een onschuldig dienstmeisje om deze reden zelfs ter dood gebracht en wordt de waarheid te laat ontdekt.
het is nest is groot en grof gebouwd |
Het nest wordt in een doornstruik of in een hoge boom gebouwd, is groot, is van boven overdekt en heeft een verborgen ingang. Het is versterkt met aarde en klei en gevoerd met dunne wortels. Als de bladeren vallen worden de grote nesten goed zichtbaar.
Er worden 5 à 6 eieren gelegd; ze wisselen nogal van kleur maar zijn meestal blauwgroen of gelig van kleur met bruine en grijze spikkels. Ze worden in april gelegd, en er wordt per jaar maar 1 nest jongen grootgebracht tenzij een nest vroeg te gronde gaat. Het vrouwtje broedt 17 - 18 dagen. De nestjongen worden ongeveer een maand door beide ouders gevoerd. Jonge eksters hebben de bonte veren van de ouders, maar de staart is nog kort.