Mesheft
Stam:
Mollusca
(weekdieren) |
|
Kenmerken | Lange en smalle, niet doorschijnende rechte schelp met afgeknotte uiteinden. Over de hele klep loopt een diagonale lijn die de klep in twee kleurhelften en in structuur scheidt. Witachtig met bruine en paarse banden en strepen. |
Biotoop |
Kustgebieden met zandige ondergrond. |
Verspreidingsgebied |
Langs de west- en zuidkust van Europa. |
Maten | Worden tot 20 cm lang en tot 2 cm breed. |
Voortplanting | Het hele jaar worden er eitjes gelegd, waar larven uitkomen. |
Leefgewoonte |
Leven in de zeebodem en filteren plankton uit het water. |
Voedsel | Plankton |
Mesheften is de verzamelnaam voor verschillende soorten schelpdieren. De bekendste zijn het kleine en groot tafelmesheft, de grote zwaardschede, de Amerikaanse zwaardschede en de messchede. Ze leven in de bodem en zitten soms wel tot 50 cm diep. De schelpen van levende dieren steken vertikaal in het zand. Bij zeer laag water (tij) kan je soms levende dieren vinden. Ze leven van plankton, dat ze uit het water filteren. De langwerpige vorm doet inderdaad denken aan het handvat van een tafelmes.
|
|
tafelmesheft met uitgestrekte voet |
|
verspreidingsgebied |
Altijd de kop in het zand
Mesheften leven aan de kust en
voeden zich alleen bij vloed. Ze zitten net onder de oppervlakte van het zand en
en steken hun korte sifons (zuigbuizen) naar buiten. Het water, dat zuurstof en
voedseldeeltjes bevat wordt door een van de sifons naar binnen gezogen. Door de
andere sifon worden afvalstoffen naar buiten gewerkt.
Wanneer het eb is, trekken de mesheften zich terug onder het zand. Soms zie je
aan de kuiltjes in het zand waar ze zitten. Af en toe spuit er water door naar
boven.
Een mesheft beweegt zich op en neer in zijn hol (kuil) door zijn gespierde voet
aan het onderste uiteinde te gebruiken. Mesheften verlaten niet vaak hun holen
en als het nodig is kunnen ze zich weer snel ingraven.
|
|
groot tafelmesheft |
klein tafelmesheft |