Kamervlieg
Klasse: Insecta
(insekten)
|
|
Kenmerken | Insekt met donker gekleurd achterlijf. Deze vlieg heeft, behalve drie paar poten aan de vergroeide borstringen, één paar vliezige vleugels. |
Biotoop |
In en rond woningen, boerderijen, kantoren, werkplaatsen en fabrieken. |
Verspreidingsgebied |
Alle bewoonde gebieden met een gematigd klimaat en ook in de tropen. |
Maten | |
Paartijd |
Bij 15 graden planten ze zich het hele jaar voort, voornamelijk in organisch afval, zoals mest, etensresten, dode dieren en composthopen. Het wijfje legt elke keer ongeveer 150 eieren. Na 1-3 dagen komen er larven uit, die zich na enkele dagen of verpoppen. Hieruit komen na weer enkele dagen de volwassen vliegen. |
Leefgewoonte |
Vliegen overdag en zitten vaak op mest, etensresten, dode dieren en voedsel. |
Voedsel | Zuigen voedingsstoffen op uit allerlei organisch materiaal, zoals suiker, mest, etensresten e.d. |
Zien, proeven en eten
De
vlieg is goed uitgerust om zijn voedsel te vinden en om zijn vijanden te
ontwijken. De voelsprieten
worden gebruikt om te ruiken. Ze kunnen zien met twee facetogen en een drietal
puntogen. De facetogen zijn samengesteld uit meer dan 4.000 aparte ogen. Daarmee
kan de vlieg tienmaal zo snel zien als de mens.
De vlieg kan alleen maar vloeibaar voedsel opnemen. Hij maakt het voedsel zacht
door er eerst speeksel op te laten lopen. Als het zacht is kan de vlieg dit met
het zuigbuisje naar binnen zuigen.
De
smaakzintuigen bevinden zich niet alleen in de bek maar ook op de uiteinden van
de poten. Tussen de twee klauwen, die ze gebruiken om zich op ruwe oppervlakken
voort te bewegen, bevinden zich twee zuignapjes. Hiermee kan de vlieg zich zelfs
aan glazen ruiten vasthouden.
Nieuw leven uit afval
De
eieren worden op dezelfde plaatsen gelegd waar de larven hun voedsel vinden: in
mest, voedselresten, dode dieren en composthopen.
Al na één dag kunnen er witte larven
(maden) uit komen. Zij hebben geen ogen en
pootjes. Ze kunnen via de huid voedingsstoffen opnemen. Ze groeien zeer
snel en vervellen meerdere keren. Na een week veranderen ze in een tonvormige
pop.. Een week later springt het deksel van dit tonnetje eraf en er komt er een
kant en klare vlieg uit.
Al na drie dagen nadat ze uit
het ei is gekomen kan het vrouwtje beginnen met het leggen van eitjes. Aangezien
de vliegen in slechts 14 dagen al volwassen kunnen zijn, kan iedere kamervlieg
wel 900 eitjes per zomer leggen. Ze vermenigvuldigen zich dus razendsnel.
Gelukkig ontwikkelen lang niet alle larven zich tot volwassen dieren.
Elke winter sterven veel
vliegen door de kou. Enkele vrouwtjes overleven de winter op beschutte plaatsen.
1. ei-stadium (1-3 dagen)
|
Overbrengers van ziekten
Kamervliegen zuigen geen bloed zoals sommige muggensoorten en brengen ook geen micro-organismen over van een ziek op een gezond mens. Maar omdat zij van uitwerpselen en alle mogelijke etensresten leven, kunnen ze dragers zijn van maag- en darmkwalen zoals dysenterie. Men kan kamervliegen het best bestrijden door hun kweekplaatsen op te ruimen, waterspoeling in het toilet te gebruiken, gebruiken van gesloten rioolsystemen en afgesloten afvalbakken en het deponeren van vuilnis in gesloten bakken. Dit heeft meer resultaat dan het spuiten met insekten dodende middelen. Een aantal vliegen zal de gifspuit overleven en immun raken. Hun nakomelingen zullen de volgende gifspuit allemaal overleven, zodat weer andere middelen zullen moeten worden toegepast.