Salamanders

Een van de hoofdgroepen van de amfibieën zijn de salamanders. Er bestaan ongeveer 300 soorten die vooral in de gematigde zones van het noordelijk halfrond leven.

Daar houden ze zich vooral in het water of in zeer vochtige gebieden op. Enkelen leven ook onder stenen of in holen in de grond in het bos. Bijna allemaal rusten ze overdag uit in een schuilplaats en gaan ze pas 's nachts op zoek naar wormen, spinnen, weekdieren en kleine gewervelde dieren.

Wanneer de winter invalt op het noordelijke halfrond of wanneer het water opdroogt tijdens zeer warme perioden vallen ze als alle amfibieën in een 'winterslaap'.

Salamanders hebben een langgerekt hagedis-achtig lichaam en een lange staart. De vier poten zijn kort, de voorpoten hebben drie tot vier tenen, de achterpoten, die soms ook totaal ontbreken, hebben twee tot vijf tenen.

De huid is meestal donker van kleur en bedekt met lichte vlekken en strepen. De huid is relatief dun en vaak bedekt met wratten. Deze klieren scheiden een kleverig slijm af.

Salamanders vervellen zeer dikwijls. Dit gebeurt altijd slechts gedeeltelijk en valt daardoor niet op. Wanneer ze één van hun ledematen verliezen, groeit er een nieuwe voor in de plaats

De voortplanting van salamanders voltrekt zich op een zeer speciale manier. Bij salamanders zijn het mannetje als het vrouwtje allebei in het water. Het mannetje scheidt pakketjes zaad af (spermatoforen). Via de anus nemen de vrouwtjes de spermatoforen op en deze bevruchten vervolgens de eitjes die zich in het lijf van het vrouwtje bevinden. Daarna verlaat het paar het water. Later keert het vrouwtje weer naar het water terug om de zich ontwikkelende eitjes af te zetten.

Bij watersalamanders worden telkens een aantal eitjes met kleverig slijm op planten gelegd.

Pas wanneer er zich bij de jongen longen hebben gevormd waarmee ze op het land kunnen ademhalen verlaten ze het water. Dit geldt zowel voor land- als voor watersalamanders.

Tot de salamanders (staartamfibieën) horen de families van de salamander en de watersalamander, de kamsalamander en de olm.