Slurfdieren
Slurfdieren zijn op dit moment de grootste landdieren. Vroeger bestonden er
talrijke soorten die overal op aarde voorkwamen. Hiertoe behoorde ook de reeds
lang geleden uitgestorven mammoet. Nu zijn er nog twee soorten: de Aziatische en
de Afrikaanse olifant.
Met een schouderhoogte van 4 meter en een gewicht van bijna 6000 kilo zijn de
olifanten de grootste landdieren. Hun poten zijn dik en zuilvormig en ze hebben
een breed loopvlak dat bestaat uit een dikke hoornmassa.
Karakteristieke kenmerken van deze dieren zijn de grote kop met de reusachtige
oorschelpen, de bovenste snijtanden die zijn omgevormd tot slagtanden en de tot
een slurf verlengde neus en bovenlip.
De slurf van de olifant heeft vele verschillende taken. Met de zogenaamde
slurfvinger kan de olifant voorwerpen pakken. Verder kan de olifant met zijn
gevoelige slurf drinken, eten en ruiken en kan hij hem als wapen gebruiken.
Olifanten zijn planteneters. Ze leven in kuddes op de steppen en in de bossen.
Ze kunnen tot 60 jaar oud worden.