Zeekoeien

Zeekoeien, ook wel sirenen genoemd, zijn in het water levende zoogdieren. Hoewel ze enigszins op robben lijken is de olifanten hun naaste verwant.

Zeekoeien bestaan al sinds ongeveer 50 miljoen jaar. Op dit moment zijn er nog vier soorten, die men overwegend in tropische en subtropische wateren vindt. Ze kunnen wel 8 meter lang worden.

Het plompe lichaam van de zeekoe is slechts weinig behaard. De dikke snuit is op de bovenlip bedekt met korte, stevige borstelharen. De voorste ledematen zijn veranderd in vinnen, de achterste zijn volledig geatrofieerd. Aan het uiteinde van de staart bevindt zich een brede vin.

Zeekoeien leven alleen en in groepen. Ze voeden zich uitsluitend met waterplanten.

De jongen worden geboren na een draagtijd van 12-14 maanden. Afhankelijk van de soort kan het vijf jaar duren voor de jongen geslachtsrijp zijn.

Op basis van de vorm van de staart onderscheidt men twee families. De doejongachtigen hebben een gevorkte staart en de lamantijn-achtigen of manati’s hebben een ronde staart. De enige vertegenwoordiger van de zeekoeien met een gevorkte staart is de doejong of Indische zeekoe. Deze leeft in de Indische Oceaan, in het westen van de Stille Oceaan en in de Rode Zee. Dit dier kan wel tot 3,2 meter lang worden. De mannetjes van deze familie hebben kleine slagtanden die zich ontwikkeld hebben uit de snijtanden. De eveneens tot deze groep behorende reuzenzeekoe die wel 4.000 kilo zwaar kon worden, is inmiddels uitgestorven

De manati's (zeekoeien met een ronde staart) bereiken een lengte van 4,5 meter. Ze leven in de rivieren en zeeën van het oosten van Midden- en Zuid-Amerika en in West-Afrika. Ze hebben geen slagtanden. Ze hebben alleen kiezen, als ze versleten zijn vallen ze uit en worden ze vervangen.

Het zeekoeien-bestand is erg teruggelopen omdat de walvis -vaarders op ze jagen.