Kia Ora! De afgelopen maand is duidelijk geworden dat we niet echt het optimale seizoen hebben uitgekozen (voor zover we keuze hadden, dan). In een week twee keer een zware storm met "powercuts" en daarna nog een "heavy rain warning", weken met heel veel regen (zelfs de locals klagen) en lekker "cool" (lees: kil). Juul's school was zelfs een dag dicht vanwege "extreme weather"; weer eens wat anders dan het ijsvrij dat we nog kennen van vroeger. Het grote grasveld van de school is een enorme zomp geworden; de kinderen mochten er niet meer op (want ze maken graag slidings en ja die modder krijg je er nooit meer af). Ook Juul's lievelingsboom op het strand was vorige week onbereikbaar. Het lieflijke 1 m brede en 10 cm diepe riviertje over het strand dat je eerst door moet waden was na 100 mm neerslag in een nacht een woeste bruine modderstroom geworden; een groot deel van de baai zag bruin van de modder. Het strand is flink lager en steiler geworden (wellicht door de pal aanlandige stormen) en bestaat nu voornamelijk nog uit schelpen. En als we uit ons huis (zeg 200 m van zee, pakweg 50 m hoogte) naar buiten kijken zien we vooral de dikke zoutlaag op de ramen die nog resulteert van de laatste stormen. Dat soort weer leidt nogal eens tot "power cuts", hetgeen ons pijnlijk duidelijk maakte dat we eigenlijk nergens op waren voorbereid. Alles, dus verwarming, koken en noem maar op, gaat hier elektrisch. Warme kleren en zaklantaarns hadden we meegenomen, maar een terugvaloptie voor koken ontbrak nog. Dus hebben we onlangs in de grote stad, het mondaine Whangarei (spreek uit: Fangarei), maar een campingbrander op gastankjes aangeschaft, mede als voorbereiding op het kamperen dat we vanaf medio november denken te gaan doen. Een nieuwe tent en slaapmatjes hadden we al eerder geregeld (ook in Whangarei). Al dat spul blijkt relatief goedkoop te zijn hier, omdat de NZ$ erg laag staat (1 Euro = 2 NZ$). Die goedkoopte komt trouwens goed uit, want Elvira wordt in NZ$ betaald. Lichtpuntje was Het Huwelijk van Elvira's broer Frank. Dat lichtpuntje was niet zozeer dat we ver weg waren (had bij mindere familierelaties best gekund natuurlijk, maar in dit geval niet), maar dat we er toch bij konden zijn via moderne communicatietechnologie. 't Heeft wel wat, midden in de nacht in een koud huis met een kille wind eromheen in NZ, en dan live op je beeldscherm een stralend bruidspaar in de warme zomerzon te zien grijnzen. Geweldig dat skype. Juul heeft twee weken (winter)vakantie gehad en de buitenschoolse opvang bezocht (hier School Holiday Programme genoemd). Vliegers maken, "survival" (vnl. in de 2 speeltuinen en het bos op het schoolterrein), veel TV kijken (ook hier is er zo'n verschrikkelijk 24/7 Sky tekenfilmkanaal) en tijdens een mooie dag zelfs vissen in de haven van Mangonui. Net toen we daar weggingen begon er een hele grote vis aan Juul's aas te knabbelen, je kon het in het heldere water mooi zien! maar helaas de vissen zijn niet dom.... (anders was-ie ook nooit zo groot geworden, vertelde ik Juul; vond ze ook wel weer waar). Dat werd dus patat in plaats van gebakken vis - alle kids blij! Ze begint steeds beter Engels te praten. Regelmatig horen we haar hardop lezen; geschreven Engels en -Nederlands blijkt ze verrassend goed uit elkaar te kunnen houden. Fascinerend om te zien hoe zo'n klein kind dat allemaal oppikt. Dora- & Little Pony-films en de Drie Musketiers mogen in het Engels afgedraaid; maar gek genoeg is voor Winnie the Pooh juist Frans favoriet. Ze heeft een vaste kring vriendinnetjes en vriendjes. Een ervan, 4 jaar ouder maar met wat groeiproblemen, komt zo'n beetje wekelijks hier spelen (haar moeder is vermoedelijk blij dat ze even elders is, die heeft nog een baby die heel toevallig net na schooltijd een slaapje doet). In de klas zijn er een paar maatjes waarmee ze blindelings optrekt in kattenkwaad. Het klikt enorm goed tussen J en de juf; eigenlijk zou ze al bijna naar een hogere groep kunnen maar de juf vindt dat voor die resterende paar maanden niet de moeite. Wij vermoeden een beetje dat de juf Juul ook niet zo graag kwijt wil en omgekeerd. In Juul's klas komt binnenkort een Iraans kindje dat alleen Farsi spreekt. Vorig jaar was er een half jaar een Tsjechisch kinderstel geweest - eentje brabbelde daarna heel aardig Engels, de andere was een half jaar helemaal stil geweest en begon daarna opeens perfecte Engelse volzinnen te zeggen. Maar juf Holemby draait haar hand niet voor om voor dit soort uitdagingen - ze vraagt zich natuurlijk wel telkens af hoe het dit keer zal gaan maar ziet heel laconiek wel weer hoe het afloopt. Haar 43 jaar ervaring (ze mag pas over twee jaar met pensioen) merk je duidelijk; ze blijkt enorm goed te observeren wat de kindertjes kunnen en waar ze aan toe zijn. Kortom, we hebben met deze schoolkeuze voor Julia enorm geluk gehad. Elvira heeft onlangs een "powhiri" gehad (een welkomst-ceremonie conform Maori-gebruik), op het medical centre in Kaitaia. De familie mocht van harte meekomen, maar ja die powhiri hadden ze wel lekker op de eerste schooldag na de vakantie georganiseerd. Juul en Philip moesten dus jammer genoeg verstek laten gaan. Ondertussen zitten we hier met onze neus bovenop de natuur. Ons huis is eigenlijk één groot mierennest; overal zie je af en toe lange stromen mieren heen en weer sjokken. Juul heeft nu "the hard way" geleerd dat ze niet meer snoep moet gappen om dat dan in haar slaapkamer (liefst onder de dekens) op te smikkelen (soms moet je als ouder geluk hebben). Inmiddels is het zover dat ze nu aangekleed en wel voor het ontbijt verschijnt. Want chocopasta-handjes afvegen aan de pyjama werkt natuurlijk ook averechts.... We beginnen steeds beter te begrijpen waarom we zo'n ongelooflijk grote voorraad zwarte spuitbussen met doodshoofden en potten met gif in ons huis aantroffen, de meeste half leeg. Dan is er ook nog een klein luizenprobleem. Waar ik op Juul d'r school in A'dam nog wel eens 's ochtends voor het klassenlokaal een luizeninspectie aantrof die kinderen-met-luizen rücksichtlos naar huis terugstuurde, heeft de Mangonuischool de strijd gewoon opgegegeven. Er zijn teveel kindertjes uit gebroken armoe-gezinnen met te weinig tijd voor dit soort gedoe, en zeg nou zelf, praktisch gezien is het lastig om een kindje terug naar huis in de outback te sturen als het net een half uur in de schoolbus heeft gezeten, niet? Dus op een kwade avond hoorden we gepiep "ik kan niet slapen want het kriebelt zo" en sinds die tijd gaat er twee maal daags een portie troep in Juul's mooie blonde krulletjes en wordt ze elke avond met de netenkam bewerkt. En tsja, lekker midden in de nacht bij ons in het Grote Bed kruipen (of wat vaak gebeurde, daarin 's avonds in slaap vallen) is er ook niet meer bij. Voor ons ouders wel zo rustig maar ook ongezellig hoor. (En, voelen jullie het ook meteen al kriebelen?) We zijn inmiddels een paar keer op lang weekend in de ietwat beroemde Bay of Islands geweest, lekker in een motelletje met "hot spa" (slaapt Juul ook zo lekker op -en wij dus ook). De beroemde Waitangi Grounds bekeken, met de ferry naar Russell, lekker uit eten, en winkelen in Whangarei. Maar het moet gezegd, dat hele "stadje" Paihia (de "kern" van de Bay) kennen we nu wel. Het bestaat eigenlijk alleen maar uit een kleine shopping mall met wat straatjes er direct omheen, en in een wijde straal daar omheen op zo'n beetje elk bebouwbaar plekje een onafzienbare rij hotels, motels en backpackers. "Gewoon" volk (dat niet direct of indirect in het toerisme werkt) is er nauwelijks te bekennen. Leek ons bepaald geen oord om prettig te verblijven in december, januari en februari - behalve als je kickt op toeristenfuiken. Maar in ons geval was die uitgestorven wintersfeer heel goed te hebben. En: zo slecht was het weer nu ook weer niet. De motelhoudster kwam vanwege de dreiging van onweer zorgzaam een kaarsje en lucifers brengen, maar alles bleef het doen. Kortom we hebben Philips verjaardag in stijl gevierd: luieren, lunchen/dineren buiten de deur, en v.w.b. El: veeeeel uitgeven, want: men verkoopt hier heerlijke NIETkriebelwollen truitjes, vederlicht (net als de beurs nu), erg mooi vind ik (=El) en relatief goedkoop (nou ja, er moet nog wel een pakket naar NL terug). Merinowol, en wat zo aardig is, je ziet ze in de weilanden lopen, die wolbalen die die wol leveren. Bemodderd en wel. Hoe doen ze het. O ja en "mijn" werk kreeg een oorkonde ter ere van een accreditatiegebeuren, outstanding/ high standards etc. En laat ook ik dus in de Doubtless Bay Times van 30 juli staan! Glunder. (Wel jammer dat er net een streep door mijn facie loopt). En op El d'r werk, ach het is veel hartkwalen (er wonen hier veel pensionado's), huidinfecties (die modderpoten ook) en veel, heel veel de "flu". Waarvoor men hier dus veel te vaak antibiotica krijgt. En ik dus ook geef. Want zeg nou zelf, als je 20 min met de auto moet en dan ook de dokter moet betalen voor een vervolgconsult en je hoest nou eenmaal heel erg enz enz wie ben ik danom met mijn verhaal van resistentie aan te komen? Ik volg soms het poldermodel van wel een recept maar instructie het toch maar even zonder te proberen. En het gekke is: je ziet hier ook veel meer erge infecties. Dus al na twee weken tik je erg makkelijk weer een recept uit. Het scheelt wel heel veel werk.... Onze NHG-standaarden zouden hier wat aangepast moeten worden, acuut reuma (vanwege een keelinfectie) komt hier nog regelmatig voor (in NL nooit gezien). Er zijn hier wel richtlijnen en informatiepakketten maar zo mooi, uitgebreid en vooral: overzichtelijk als de Nederlandse Standaarden, de Patientenbrieven en Patientenfolders, is het hier niet. Omdat hier zo ontzettend veel privéklinieken zijn (je bent wel een beetje een loser, of een GP/huisarts, als je geen privékliniekje erbij hebt) en de hierarchie van de zorg uit de jaren 70 stamt, is de onderlinge communicatie abominabel. Niks verslag binnen dag of 2, je ontvangt na een tijdje een amicale, persoonlijke brief vol stijlbloempjes waaruit je de diagnose en het plan mag vissen. Komt over alsof de patient vriendelijk en persoonlijk wordt benaderd, maar het overzicht ontbreekt. Het verschil tussen de diverse dokters is groot. Blijkbaar moet je net geluk hebben een opleider te treffen die je leert hoe je ontslagbrieven schrijft. Gelukkig is daar de alwetende GP die even checkt of het wel loopt met de afspraken, die de pillen doorneemt (ook in NL zeer aan te bevelen!). Al moet ik zeggen, de zorg op zich is niet slecht, en lange wachttijden kunnen soms geen kwaad (veel dingen lossen zichzelf op); maar ja 6 maanden wachten op een uroloog is wel wat lang. Of een jaar op een KNO-arts. Gezegend is hij of zij die het ACC-systeem (Accident Compensation Scheme: een soort kruising tussen Ziektewet en WAO) in kan, als iets een letsel is, wat dan ook, dekt de ACC dat, en zie: binnen een vloek en een zucht zit je bij de orthopaed die alles regelt, of bij de KNO-arts die je trommelvlies gaat repareren. Gelukkig zijn de diverse richtlijnen aardig hetzelfde als bij ons, dus makkelijk in te stappen. Het lijkt me hoog tijd worden dat we verwijzen naar een nieuwe serie fotootjes! O ja, uit het Nederlandse nieuws maken we op dat alles hetzelfde en net weer even anders is. Komkommertijd nog, of niet? Hoewel... windhoos in Lutjegast... Fotootjes staan hier (de nieuwe beginnen bij #038): http://www.cig.canon-europe.com/a?i=7wifKRETLC Elvira, Julia & Philip Coopers Beach, 13 aug 2008