English Nederlands

Vakantie naar Italië

De hoofdrolspelers Het begon allemaal met Leo. Die zou op vakantie gaan met een vriend, maar die vriend kreeg verkering en liet het afweten. Leo had weinig zin om alleen weg te gaan, vertelde dit op een dansavond tegen Robert, en had in Robert opeens een nieuwe reisgenoot gevonden. Daarna gaf Wilma aan ook wel mee te willen, en als laatste voegde ik me bij de groep.

Alle vier kenden we elkaar al van de dansschool. Op dansavonden en tijdens dansles hadden we altijd al de grootste lol met elkaar. Alle vier waren we nog 'single'. Tenminste, in mei, toen we onze vakantieplannen smeedden. In juni kreeg ik een vriendinnetje, Tracy. Dat bracht me wel even aan het twijfelen, maar uiteindelijk besloot ik de anderen niet in de steek laten en de vakantieplannen toch door te zetten.

Hoe zou dat uitpakken, 9 dagen met z'n vieren in Italië?


Zondag, 9 juli 2000 - Op weg

Dat we met het vliegtuig naar Italië zouden gaan, daar hoefden we niet lang over te discussiëren. Maar hoe we precies bij Schiphol zouden komen, dat kostte wat meer overpeinzingen. Uiteindelijk hadden we een constructie bedacht waarin het woord 'openbaar vervoer' niet voorkwam, en waarin parkeergeld en omrijden tot een minimum beperkt bleven. Wilma liet zich samen met Robert wegbrengen door Wilma's zus Anja, ik had een vergelijkbare constructie met Leo.

Spitsuur op Schiphol Dus stond ik zondagochtend met auto en met hulpvaardige ouders bij Leo op de stoep. Niet helemaal stipt om 10.00 uur, maar dat was geen ramp. Leo stond al helemaal klaar voor vertrek, en onderweg werden we niet gehinderd door verkeersopstoppingen. Het was 11.10 uur toen we de vertrekhal binnenliepen, ruim op tijd. Wilma en Robert arriveerden stipt op het afgesproken tijdstip van half twaalf. We sloten aan bij de lange rij wachtenden voor de incheckbalie. Tijdens het wachten werden we vermaakt door een soort KLM-padvinders, die schreeuwend langs de rij op zoek gingen naar sukkels die te laat dreigden te komen voor hun vliegtuig. Sukkels? Eerder slimmerds, zij werden fijn uit de rij geplukt en mochten als eerste inchecken.

De rij werd op efficiënte wijze afgewerkt, maar al met al duurde het zo lang dat er voor ons niet eens meer tijd overbleef voor een kopje koffie in het reizigersgedeelte. We stoomden meteen door naar onze pier, waar het vliegtuig al klaar stond. Een Fokker 700. Tja, op dit soort vluchtjes hoef je niet zo gauw op een 747 te rekenen.

Het vertrek was keurig op schema (nou goed, 10 minuten te laat). Opstijgen, eten werd op je schoot gepleurd, en kort daarna al weer naar beneden, een vlucht van nog geen 2 uur. Bij het aanvliegen naar de landingsbaan kreeg ik een prachtig uitzicht over Venetië. Maar het kwam niet in me op om even een foto te maken vanuit het raampje. Stom stom stom!

Nou, de warmte valt mee, het is minder erg dan ik had verwacht. Niet meteen zo'n muur waar je tegenaan loopt op de vliegtuigtrap.

Venetië is overal water, zelfs op het vliegveld kun je al de watertaxi richting stad nemen. Wij kozen voor het (goedkopere) alternatief, de autobus.

Busje komt zo... De bus reed over een lange brug naar de stad. Aan onze linkerhand liep een spoorlijn over dezelfde brug. Ik wist niet eens dat Venetië zo'n eind van het vasteland lag. Tja, mijn eerste keer in Italië, ik moet nog veel leren. Nog een geluk dat Wilma hier vaker geweest is.

We werden gedropt op Piazza La Roma, een plein aan de rand van de stad. Te ver van het hotel om te gaan lopen met die zware koffers en tassen. Maar geen nood, Venetië heeft een prima openbaar vervoermiddel: de waterbus. Omdat we verwachtten daar nog wel vaker gebruik van te gaan maken, hebben we alle vier maar meteen een weekkaart aangeschaft.

Niet helemaal via de kortste weg, maar uiteindelijk bracht de waterbus ons keurig bij het San Marco-plein. Vandaar is het maar een klein stukje lopen naar het hotel. Zo breed als het plein is, zo smal zijn de straatjes er omheen. Nu snap ik waarom er in Venetië geen auto's rijden. Het probleem is niet zozeer het water, het is de bebouwing. De stad is zo ontzettend volgebouwd dat er alleen nog maar steegjes tussen de huizen lopen. Er is gewoon geen ruimte meer voor fatsoenlijke wegen. Voor ons toeristen is dat geen bezwaar, integendeel: in Venetië kun je lopen waar je wilt, zonder bang te zijn dat je platgereden wordt door een Italiaanse wegpiraat.

We meldden ons bij de receptie van het hotel. De receptionist nam ons mee naar buiten en leidde ons door nog meer smalle straatjes naar een ander hotelgebouw: 'Residence San Marco'. Hmmm, het stinkt hier wel, het water ziet er ook een beetje blauw uit hier. Maar toch geen slechte ruil, want de hotelkamers die we toegewezen kregen waren mooi, schoon en ruim. Robert en ik zaten op de eerste etage in kamer 122, Wilma en Leo twee verdiepingen daarboven in 322. Maar achteraf bezien hadden we ook wel alle vier in één kamer gepast, zo ruim waren die kamers!

Casa Robert & Ruud Het was inmiddels na vijven, dus nadat we ons een beetje geïnstalleerd hadden, gingen we op zoek naar een leuk eettentje. De receptionist gaf ons een tip, het was even zoeken maar uiteindelijk kwamen we uit bij een leuk terrasje in een iets breder gedeelte van één van de vele smalle straatjes.

Zittend in de schaduw van de hoge huizen die het terras omringden, deden we ons te goed aan de meest vreemde spijzen. Zo had ik een vissoep besteld die een complete schelpenverzameling bleek te bevatten. Leo werd gestoken door een mug en kreeg een bult op zijn kuit waar hij de rest van de vakantie last van zou blijven houden. Ondanks dat hadden we het prima naar ons zin, en al gauw kwamen de verhalen los. Wilma deed een profetische uitspraak: het beeld dat wij van elkaar hebben (we kennen elkaar eigenlijk alleen van de dansschool) zal tijdens deze vakantie veranderen. Of eigenlijk: bijgesteld worden. Ze kon toen zelf nog niet weten hoe waar die uitspraak uiteindelijk zou blijken te zijn...

Na anderhalf uur praten gingen we op zoek naar een terrasje om wat te drinken. Maar om middernacht gaat alles dicht. We waren uiteindelijk zo ver afgedwaald dat we met de waterbus terug moesten. Een mooi systeem is dat. Snel, gemakkelijk en vooral heel erg leuk. Zo eindigden we tenslotte bij ons eigen hotel. We dronken wat uit de minibar op kamer 322, daarna gingen Robert en ik naar onze eigen kamer zodat we allemaal konden gaan slapen.

Maandag, 10 juli 2000 - Eilandhoppen

Murano, Burano... ik kan het niet meer uit elkaar houden Een warme, zonnige dag, mooi weer om te gaan eilandhoppen. Een watertaxi, geregeld door het hotel, bracht ons naar Murano, bekend om zijn kleurige glaswerk. De taxirit begon niet ver van de Rialto-brug. Via smalle grachten dwars door de stad, onder de brug van de zeven zuchten door, kwamen we op de uitgestrekte waddenzee terecht die Venetië omringt.

Eenmaal aangemeerd op Murano loodste de taxibestuurder ons linea recta naar een glasblazerij waar de meester en zijn leerlingen hun ambacht demonstreerden voor de ogen van toeristen zoals wij. De deur naar buiten leidde ons rechtstreeks een souvenirwinkel in. Glaswerk in allerlei kleuren fonkelde ons tegemoet, maar niemand van ons had behoefte om één van de vele prullaria aan te schaffen.

Toen met de waterbus naar Burano, waar het stikt van de winkeltjes met kantwerk. Een mooie gelegenheid voor Wilma om een souvenir voor Sophie te kopen.

Luieren op Burano Met de waterbus gingen we nog een aantal eilandjes af. Min of meer noodgedwongen, het valt soms niet mee om te zien welke boot je moet hebben om op de door jou gewenste bestemming te komen.

Na veel omzwervingen over het water eindelijk terug op Piazza San Marco. Even opfrissen in het hotel. Meteen de tijd benut om ansichtkaarten te schrijven. Die had ik gisteren al gekocht, maar het komt er gewoon niet van om ze van naam, adres en groet te voorzien. Zelfs al is het simpelweg 12 keer dezelfde groet.

Het is avond, hoog tijd om te gaan eten. We vonden een terrasje aan de voet van de Rialto-brug. Het terras was krap maar erg gezellig. Het eten was er lekker en de ober was ontzettend grappig. Hij ging ons even 'helpen' met ons Italiaans taalgebruik. Vooral de uitspraak van Wilma werd even goed bijgeschaafd.

Tafel 28 Na het eten gingen we weer op stap door de vele steegjes. In één van de wat minder smalle straten vonden we een langwerpig terras langs de gevel van een gebouw. Overdekt gelukkig, want opeens ging het regenen. Niet zo heel hard, maar genoeg om er aardig nat van te worden.

Opvallend, die Afrikaanse straatventers overal. Met tasjes, of rozen, of speelgoedsoldaatjes. En altijd op hun hoede voor surveillerende politieagenten.

Aan het eind van de avond gingen we weer even wat drinken in 322. Toen was het bedtijd voor Leo. En voor de rest van ons eigenlijk ook wel.

Moet wel een komisch gezicht zijn geweest, denk ik, Robert en ik in een tweepersoonsbed. Allebei zo ver mogelijk aan de rand, zodat er een veilige tussenruimte bleef. We snurken gelukkig geen van beide (Leo wel, arme Wilma), maar ik had in mijn slaap wel alle dekens naar me toegetrokken, hoorde ik de volgende ochtend aan het ontbijt.

Dinsdag, 11 juli 2000 - Quattro Capucina Per Favor

Een van de vele waterbussen Net als gisteren ontbeten we in het hotel. We hadden een lange dicussie over geloof en godsdienst, die tot op de hotelkamer doorging. Dat was wel leuk.

Nee maar, het is bewolkt! Het weerbericht: minima van 12°C, maxima 27°C, bewolkt, kans op regen. Ik doe dit keer maar een lange broek aan, het kan best fris zijn op de waterbus of op een terras in de wind. Wel, die voorspelling kwam niet helemaal uit. Misschien dat de norm in Italië een beetje hoger ligt, maar in Nederland zouden we dit een warme, zonnige dag noemen.

We namen een capucino op een terrasje verderop langs het Grande Canal. Daarna gingen we een beetje eilandhoppen, net als gisteren. We gingen dit keer naar Torcello, een eiland waarop een oude kerk te bezichtigen was. We hebben daar geluncht op een ontzettend leuk terras: het was overdekt, en onder de overkapping zaten zeker 5 of 6 zwaluwnesten met jongen. De zwaluwouders vlogen af en aan om hun kroost van voedsel te voorzien. Jammer alleen dat de bediening zo ontzettend traag was.

Venetië bij nacht: zo romantisch... Ons bezoek aan Torcello was eigenlijk onze enige activiteit deze dag. We waren al zo laat begonnen, de ritten per waterbus duurden lang (omweg op de heenweg, de terugweg ging gelukkig een stuk sneller), het lange wachten tijdens de lunch. En na afloop waren we alle vier zo moe (waarvan eigenlijk?) dat we maar snel naar onze hotelkamers gingen en daar 1½ uur bleven om uit te rusten (zeg maar rustig: slapen) en ons op te frissen.

Om 19.15 uur gingen we uitgerust de stad in om een eetgelegenheid te vinden. Piazza San Marco stond onder water (het is vloed!), dus gingen we de andere kant maar op. Over de Rialto-brug op weg naar het San Roma-plein, kwamen we bij een klein terrasje ergens op een stil plein. Nou ja, stil, op die twee zangeressen na dan. Dit is echt Italië! Het eten was niet geweldig (ik had een vis in inktzwarte saus), maar ach, het smaakte wel.

Weer terug via de Rialto-brug. Wilma kreeg het koud, we brachten haar met z'n allen terug naar het hotel. Onderweg hebben we nog Capucino gedronken in een piepkleine pub niet ver van het hotel die we gekscherend 'de minibar' noemden. Daarna ging ik met de twee andere heren nog even de stad in. Leo en Robert maakten nog wat foto's van Venetië bij nacht (dat hoef ik met mijn toestelletje niet te proberen). En we aten een Italiaans ijsje, ieder een hoorntje met twee bolletjes. Nou ja, bolletjes... dat waren flinke kluiten ijs. Vervelend dat het zo snel langs het hoorntje begint te druipen. Maar wel erg lekker.

Woensdag, 12 juli 2000 - Luieren in het park

Au, wat prikt dat gras... Vandaag maakten we er een rustig dagje van. Het was zonnig, af en toe een wolkje, en met een briesje dat de boel goed afkoelt. Dat maakt het (iets te) fris in de schaduw, en zeer verraderlijk in de zon. Maar de zonnecrème doet z'n werk goed. Al ontdekten Robert en ik aan het eind van de dag wel precies de plekjes op onze huid die we waren vergeten in te smeren.

We liepen langs het water naar het park ten oosten van Piazza San Marco en bleven daar een tijdje zitten en/of liggen in de zon en/of schaduw. En als we ons een beetje verveelden, dan gingen we stiekem foto's van elkaar maken.

O sole mio...
Aan het eind van de middag gingen we terug naar het hotel vanwaar we een gondeltocht geboekt hadden. Dat was een leuke tocht, maar drie kwartier is wel snel om. En let op, die gondeliers en hun kornuiten proberen dubbele fooi uit je zak te praten.

Terug naar het hotel om bij te tanken, en daarna eten. Toen we gisteren op zoek waren naar een eettent hadden we een ristorante pizzeria gezien. Leo zag daar toen al wat in, en vanavond gingen we er dan daadwerkelijk eten. De wind was fris op het terras, maar dit keer hadden we er iets beter rekening mee gehouden, bijvoorbeeld door middel van een dubbel T-shirt of een Rotterdam-jack.

Donderdag, 13 juli 2000 - Mosselen en amaro

Piazza San Marco, compleet met duiven Onze laatste volle dag in Venetië. Het is zonnig, maar nu en dan zijn er wolken en er vielen zelfs eventjes grote druppels regen. Eerst even inkopen doen. Ik heb een paar souvenirs gekocht. Het is niet gemakkelijk om iets leuks te vinden, in elk winkeltje zie je dezelfde prullen.

In Venetië zelf zijn ook nog een paar eilanden die we nog niet gezien hadden. Twee ervan zijn we gaan bekijken, waaronder Giorgio. Veel eettentjes waren er niet, dus gingen we terug naar onze eigen boulevard voor een lekkere omelet. Wat, 102.000 lire voor een omelet en twee drankjes maal 4 personen? Duur hoor. Wel een grappige ober, met zijn Manuel-snor en hij sprak een beetje Nederlands (zonder accent!). Daarna nog wat drinken op een zonovergoten Piazza San Marco. Terug naar het hotel om bij te tanken, zoals elke dag.

Alle ingrediënten voor een waar feestmaal! 's Avonds op zoek naar dat terrasje onder het groen, waar een oude hippie en zijn zoon de zaak runden. Dat ging niet helemaal goed. De spaghetti van Leo en Robert bevatte geen vleessaus maar mosselen, het aqua minerale bevatte bubbels, de salade kwam niet als bijgerecht maar als voorgerecht. Goed, uiteindelijk was ik het vuilnisvat waarin niet alleen mijn eigen (veel te karige) maaltijd verdween, maar ook nog een groot deel van die van Leo en Robert. Dit tot verbazing van mijn reisgenoten. Waar laat die jongen het?

Goed, snel weg van hier, op zoek naar iets om de honger van Leo en Robert te stillen. Uiteindelijk zaten we met z'n vieren op de trappen van de Rialto-brug een lekker Italiaans ijsje te eten. Toen naar een terrasje voor een lekkere capucino. In Italië is het heel normaal om daar een amaro bij te nemen, wist Wilma. Dat wilde ik ook wel eens proberen, maar toen ik hoorde van Wilma hoeveel alcohol daarin zat, heb ik het laatste beetje uit mijn glas maar verdeeld over de glazen van Wilma en Robert.

Tenslotte nog wat napraten op kamer 122. Met een lekker bekertje leidingwater (je moet toch wat) in de hand ging ik de anderen eens fijn uithoren over hun houding ten aanzien van relaties en dergelijke. Het was net de Oprah Winfrey Show. Grappig dat juist ik, de groenste van het stel, dat gesprek op gang ging brengen. Het zal de amaro wel zijn geweest.

Het gesprek eindigde vrij abrupt toen de maag van Robert met een reaktie kwam op de combinatie lege maag + wijn + Italiaans ijs + amaro + 2 glazen water + zware verhalen. En dat terwijl Leo had verwacht dat ik ziek zou worden nadat ik zijn mengsel van spaghetti, mosselen, citroen en cola had opgegeten.

Arme Robert, het duurde wel even voordat zijn maag weer een beetje tot rust kwam. Zodoende duurde het ook wel even voordat de rust definitief weerkeerde in onze hotelkamer. Toch heb ik een goede nachtrust gehad, en de volgende ochtend was Robert weer redelijk de oude.

Vrijdag, 14 juli 2000 - Per spoor

Waar nu heen? Tijd om Venetië te verlaten. Een heel klein beetje uitslapen, ontbijten, inpakken, en toen om 10.45 uur bij de receptie om uit te checken. Met de waterbus voeren we naar het station. Gelukkig waren er veel reizigers die dezelfde halte eraf moesten, want het flink druk op de waterbus en ik zat met mijn tassen helemaal ingebouwd. Want alles en iedereen maakt gebruik van die boten: van oude vrouwtjes tot moeders met kinderwagens. Met het grootste gemak stappen ze de deinende boot op en af.

Op het treinstation moesten we een tijd in de rij staan voor kaartjes. Een paar van die eikels vooraan in de rij hielden alles op. Toen we eindelijk aan de beurt waren was de intercity van 12.28 uur vol. Dan maar de stoptrein van 13.04 uur. Mooi even de tijd voor een lekkere pizza-slice. Tot Bologna was het snel en comfortabel reizen. Toen moesten we overstappen en kwamen we met onze tassen en koffers in een bomvolle trein terecht. Gelukkig was dat maar voor een uur.

Arrivi? Wasdat? Aankomst in Florence, of Firenza zoals de Italianen het zelf noemen. Een kopstation, dus je loopt gewoon over het perron recht op de uitgang af. Even op een plattgrond kijken waar ons hotel zich bevindt. Héél dichtbij, dat scheelt weer een taxi- of busrit. Bij het inchecken moesten we onze paspoorten achterlaten. Die kregen we 's avonds wel weer terug, maar toch wel een beetje eng.

De hotelkamers waren een stuk minder luxe en een stuk kleiner dan wat we hadden in Venetië. Geen slaapbank als uitwijkmogelijkheid, maar wel twee losse bedden, dat slaapt toch een stuk rustiger. En Wilma en Leo hebben dan tenminste nog een bed, Robert en ik alleen een douche. Ach, ik was toch niet van plan om uitgebreid te gaan badderen.

Vakantieman, gezellig hè? De kamers lagen aan weerszijden van een piepkleine binnenplaats. Gooi de ramen open en je kunt met elkaar praten. Dat is leuk!

Bij het zoeken naar een restaurant lieten we ons leiden door een reisgids die Wilma had meegenomen. Onze keus viel op 'Il Cantinone' (Via San Spirito 6r), een soort van kelder, heel gezellig.

Op de vlucht voor de regen streken we neer op een groot overdekt terras met live-muziek. Het ging steeds harder regenen, maar het tentdoek boven onze hoofden was gelukkig sterk genoeg. Wel begon zich aan onze voeten een riviertje van overtollig regenwater te vormen.

Zaterdag, 15 juli 2000 - Internetten in Florence

Goed uitslapen, dat hadden we gisteravond al met elkaar afgesproken. Nou, dat lukte Robert en mij aardig, om 10.55 uur moest Wilma ons wakker bellen. Zij en Leo stonden al helemaal klaar. Leo had zelfs al ontbeten beneden in het hotel. Maar dat was geen geweldig ontbijt, zo vertelde hij. Dus trokken we de stad in op zoek naar een leuk tentje. Alle vier in korte broek, want de zon scheen volop. Ik moest mezelf zelfs insmeren tegen de zon, zo brandde het op mijn huid. Maar toen kwamen de wolken, en om 13.15 uur begon het te regenen. Vanaf dat moment hebben we weinig droge momenten gekend. Goed weer om kerken en musea te bezichtigen. Daarnaast hebben we wat rondgestruind over de markt.

Eerst internetten, dan pas scheren Onderweg kwamen we een goede plek tegen om te internetten, 'Internet Train'. Ik was al een tijdje naar zoiets op zoek, had ook al twee keer iets gezien, maar deze had tenminste een beetje redelijke prijzen: 6000 lire voor een half uur. Ik zei in het Engels dat ik wilde internetten tegen de juffrouw achter de balie, en zei antwoordde in plat Nederlands: 'Dat ken.' Ik ging er in eerste instantie niet op in. Ik nam plaats achter een PC, stuurde een e-mailtje aan Tracy, en keek op de website van mijn GSM-provider hoe ik naar Nederland kon bellen. Pas na afloop vroeg ik het meisje hoe ze wist dat ik Nederlander was. 'Ik begin daar een oog voor te krijgen', zei ze. Ik riep de anderen binnen, en met z'n vieren hebben we een tijdje met haar staan babbelen. Ze woonde al 4 jaar in Italië. Op een dag had ze gewoon haar spullen gepakt en Nederland verlaten. Voordat we weggingen gaf ze ons wat tips over een goedkoop restaurant en een goede Ierse pub.

Dat restaurant hebben we niet bezocht, we zijn weer van onze eigen reisgids uitgegaan. We gingen naar 'Osteria - Pizzeria Baldorino' (Via San Giuseppe 22r). Het leek er eerst heel klein, maar later zagen we dat er verder naar achteren nog meer ruimtes waren. We begonnen ons al af te vragen waar al die mensen bleven die steeds maar bleven binnenkomen.

We gingen terug naar het hotel. Ik kreeg last van mijn maag en van diaree. De anderen wilden naar die Ierse pub, maar ik twijfelde of ik wel mee zou gaan. Uiteindelijk waagde ik het er toch op. Voor de zekerheid had ik een pilletje van Leo meegenomen waarmee ik mijn darmen op rust zou kunnen brengen, maar dat heb ik gelukkig niet nodig gehad. Eenmaal in de pub voelde ik me al weer iets beter. Ik besloot het niet te laat te maken, een goede nachtrust leek me nu wel nuttig. Robert vond het ook wel welletjes, dus samen gingen we terug naar onze kamer. Leo en Wilma bleven nog een tijdje hangen in de pub voordat ook zij gingen slapen.

Zondag, 16 juli 2000 - Tuinen en dronken Belgen

Net doen of je erbij hoort... Ik was redelijk op tijd wakker. Mijn maag voelde al een stuk beter. De anderen waren wat later, dus liep ik vast de stad in om mijn e-mail te checken. Gisteren had ik hooguit 15 van de 30 minuten internettijd verbruikt, dus met dezelfde magneetkaart kon ik nog een tijdje vooruit. En Internet Train had meerdere vestigingen in Florence, keurig aangegeven op een plattegrondje van de stad. T-6 bleek het dichtste bij het hotel te zitten. Het was even zoeken, zelfs met een goede plattegrond loop je heel snel een zijstraat voorbij. Helaas, T-6 was nog dicht. Ach ja, het is natuurlijk zondagochtend. Een normale internetjunk slaapt dan nog.

Vandaag gingen we tuinen bekijken. We begonnen bij een groot tuinencomplex dat zich achter een soort paleis uitstrekte. Hier konden we ons wel vermaken met wandelen over de paden, luieren in het gras, en eten en drinken op een gezellig terrasje. En foto's maken natuurlijk, het uitzicht over de stad was prachtig. Vooral toen een zwarte rookpluim verraadde dat er ergens brand was, werd de stad een heel geliefd object bij de toeristen.

Drie Chinese meisjes wilden een foto maken van de stad, besloten toen dat het leuker was als ze er zelf ook allemaal op stonden, zagen ons vieren achter hen op een bankje zitten... En wie denk je dat ze vroegen om het fototoestel even vast te houden? Juist ja, mij. Dus terwijl ik geconcentreerd door de zoeker keek, hoorde ik mijn reisgenoten achter me zachtjes zingen: 'Dat gaan we aan Tracy vertellen...' De plaaggeesten.

Smikkelen en smullen 's Middags gingen we op zoek naar een aantal andere tuinen elders in de stad. Maar helaas, die waren allemaal dicht. In een parkje midden in de stad bleven we even uitrusten op een bankje. Veel mensen waren er niet. Wat zouden Italianen nou zoal doen in hun vrije tijd? In ieder geval niet in dit park zitten. Er was daar een draaimolen, hoe kan die daar ooit winst draaien?

's Avonds gingen we eten bij een uitstekende pizzeria genaamd Nuti (Borgo San Lorenzo 22). Pizza is voor de Italianen een snack tussendoor, niet een echt gerecht. Maar deze pizzeria was echt een heel goed restaurant. Leuke sfeer, lekker eten en prima bediening.

Na het eten gingen we naar dat terras met live-muziek waar we vrijdag ook geweest waren. Dit keer was de sfeer wat losser (en het regende niet). Met Wilma danste ik een mambo, een merengue en zelfs een slowfox. Daarna gingen we met z'n allen wat swingen voor het podium.

Wilma met Belg - deze was nog redelijk nuchter We raakten aan de praat met een drietal Belgische jongens. Aardige gasten, maar ze hadden wel wat teveel gedronken. Steeds probeerden ze meisjes ten dans te vragen, met wisselend succes. De jongens bleken cabinepersoneel van Sabena te zijn. Vandaag waren ze hier gearriveerd, morgen stond er weer een vlucht terug op het programma. Dus konden ze tussendoor nog mooi even de bloemetjes buiten zetten.

Na twaalven ging het terras sluiten. Onze Belgische vrienden wilden nog wel even doorgaan, een van hen kende wel een discotheek in de buurt. Of wij ook zin hadden om mee te gaan? Dus even later hobbelden we achter het vrolijke groepje aan. Ze maakten wel wat veel herrie, het was niet te hopen dat we door de caribinièri opgepakt zouden worden. Maar de weg vinden naar de disco bleek toch wel lastig, vooral met een slok op. Terwijl één van hen een voetganger aanklampte, begon de rest de inzittenden van een passerende cabrio te ondervragen. Uiteraard kwamen daar verschillende aanwijzingen uit voort, wat aan één van de Belgen de uitspraak ontlokte: 'Awel, er moeten hier zelfs twee discotheken zijn, eentje die kant op en een andere die kant op!'

We hadden er niet zo'n vertrouwen meer in dat we die disco nog voor sluitingstijd zouden bereiken, dus hebben we stilletjes onze snor gedrukt. Onderweg terug naar het hotel kwamen we nog een ander groepje Belgen tegen, ook al enigzins aangeschoten. Ze vertelden dat ze hier in de omgeving aan het kamperen waren.

Niet te geloven, het lijkt wel alsof je hier na twaalven alleen nog maar dronken Belgen tegenkomt.

Maandag, 17 juli 2000 - Afscheid

Onze laatste dag hier in Italië. We hadden gisteren afgesproken om 8.45 uur te gaan ontbijten, maar dat werd wel 9.00 uur. Alleen Wilma lag nog op bed, dus nadat we zelf beneden in het hotel gegeten hadden, brachten we haar een ontbijtje op bed. We zochten onze spullen bij elkaar, ik ging nog snel even internetten (T-6 was nu wel open). Ik stuurde een tweede mailtje naar Tracy met het vluchtnummer en de schematijd (dan kan ze onze terugvlucht op teletekst volgen) en toen nog een kattenbelletje naar wat vrienden. Ik klikte op 'Send' en zag toen dat ik nog 4 sekonden internettijd over had. Mooi uitgemikt.

Uitgeteld in de schaduw We gingen uitchecken bij de balie van het hotel. Het was nog lang geen tijd om naar het vliegveld te gaan, dus lieten we onze bagage in het hotel achter en trokken de stad in. We liepen systematisch alle marktkraampjes in het centrum af, op zoek naar leuke T-shirts en andere souvenirs. Leo scoorde een mooie poster voor 10.000 lire.

Moe van het slenteren ploften we neer bij Nuti (het restaurant van gisteren) voor wat drinken en eten. Echt lekker daar!

Daarna lekker luieren in de schaduw op de trappen bij het Piazza San Maria Novella, niet ver van het hotel. Wat een herrie daar: rumoerige lieden, een vuilniswagen... Het was niet eens zo'n ramp dat we plotseling terug naar het hotel moesten toen Leo zijn huissleutels miste. Bij de receptie wisten ze er al van, Leo had ze laten liggen in de hotelkamer. Tweede keer geluk, in Venetië ging het ook al bijna mis toen Leo zijn portemonnee verloor in een winkel.

Tijd om naar het vliegveld te gaan. We lieten een taxi naar het hotel komen. De chauffeur gooide onze spullen in de achterbak, en scheurde ons toen in 20 minuten tijd door de stad naar het vliegveld.

De vertrekhal was klein en rustig. Terwijl de anderen bezig waren met inchecken, verwisselde ik alvast mijn korte broek voor een lange achter een strategisch opgestelde plant. Nu was het wachten geblazen, we gingen maar ergens buiten op de grond zitten. Mooi de tijd om dit reisverslag nog een beetje bij te werken. Of om een beetje te gaan dollen met bagagekarretjes.

Tussenstop Milaan - van Ruud zijn alleen nog de schoenen over Aan het eind van middag vertrok het vliegtuig, redelijk op schema (17.50 uur). Lang waren we niet in de lucht, want er stond een tussenlanding in Milaan op het programma. In de restauratie van het vliegveld namen we wat te eten en te drinken. Wilma was buiten in de warme avondzon een boek gaan lezen, dus brachten we haar een lekker bekertje koffie.

Om negen uur was ons bliksembezoek aan Milaan ten einde en stegen we weer op richting Nederland. Vanuit het raampje kon je beneden in het donker de verlichte dorpen en steden zien liggen.

Rond 22.40 uur landden we op Schiphol, een kwartier voor op schema. Onderweg naar de bagageband wisselde ik al weer de eerste SMS-berichtjes uit met Tracy. We waren vroeg, maar onze 'afhalers' moesten toch nog wel even wachten tot we onze bagage weer van de band geplukt hadden.

Daarmee waren we aan het einde gekomen van een vermoeiende maar leuke vakantie waarin we veel met elkaar gelachen hebben, en waarin we elkaar op een heel andere manier hebben leren kennen. Erg lang hoeven we elkaar niet te missen, spoedig gaat de dansschool weer open en zien we elkaar weer op lessen en dansavonden.


Terug naar Ruud's homepage