naar preek 30 januari 2005naar preek 30 januari 2005
Terug naar homepage
bekering.gif


ds Rob van Essen - Zondag 23 januari 2005                     Vrij Evangelisch -Den Haag


Matth. 4:17 Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen.


Het is boeiend te weten waarom de gebedsweek juist tussen 18 en 25 januari gehouden wordt. De 18e januari is sinds vele eeuwen gewijd aan de apostel Petrus, terwijl op de 25e de bekering van Paulus herdacht wordt.

Petrus en Paulus, in zekere in representanten van de twee grote kerkenfamilies in het Westen: De Paus ziet zich immers als de opvolger van Petrus, terwijl reformatorischen zich beroepen op de apostel Paulus, met de 'rechtvaardiging door het geloof alleen' .


Petrus en Paulus - samen geroepen, samen behorende bij dezelfde Heer en tegelijk twee persoonlijkheden die behoorlijk met elkaar konden botsen. Want het feit dat mensen een 'bekering' doormaken, wil nog niet zeggen dat ze klonen van elkaar worden. Juist omdat mensen zo verschillend zijn - en ook na hun roeping blijven! - kunnen ze de veelkleurige liefde van God representeren. Bidden om de eenheid kan dan ook nooit betekenen dat we erop uit zijn van Afrikanen calvinisten te maken of van Kopten Anglicanen met plechtige koorzang. Of om het maar heel dicht bij huis te zoeken: wat zou oecumene saai zijn als katholieken liturgisch en organisatorisch ons spiegelbeeld zou zijn. Er zou niets zijn om je over te verwonderen of om van elkaar te leren.


Zoals in een goed huwelijk twee mensen een worden, zonder hun eigen identiteit te verliezen, zo zijn we in Christus verenigd, terwijl we ieder een eigen, unieke vorm geven aan Christus roeping om vissers van mensen te zijn. In het verhaal van de roeping langs de zee van Galilea, horen we dat de broers Simon en Andreas en Jacobus en Johannes achter Jezus geroepen worden. Roeping is in de bijbel nooit een eenzaam avontuur of een weg waarop je self-supporting bent.


In Jesaja 49 hoorden we de profetie van de Knecht des Heren, die geroepen was om 'Jakob/Israel tot de HEER terug te brengen'. In de bekering van het volk heeft God heel de wereld op het oog. 'Ik stel u tot een licht der volken'. In de profetieen van de 'Knecht' heeft Jezus zijn eigen roeping gehoord. Als hij daar aan de zee (Galilea der heidenen/volkerenzee?) de vier broers roept, wordt daarin zichtbaar dat bekering ook hier meer is dan een individuele daad.

Jezus is in het Galilea, het gebied waar de Wetsgetrouwen op neer keken. De mensen die daar woonden maakten er een potje van als het ging om het doen van Gods geboden. Het was ook het gebied waar de oproerkraaiers, de Zeloten, hun machtsbasis hadden. In dat gebied, waar mensen smachtten naar vrijheid, daar verkondigt Jezus dat het Rijk nabij is.


Het beeld van Jezus, de visser in de volkenwereld, is het tegenbeeld dat de profeet Habakuk (hfdst. 1) van de Babyloniers tekent. Met bruut geweld zag hij ze over Israel heen denderen. Zoals een visser zijn net vult en zonder mededogen alles wat leeft uit het water trekt, zo doden de Babyloniers meedogenloos de volkeren. Als God liefde is, als Hij heilig is, dan kan Hij dat toch niet aanzien ! Je zou het geloof in God er bijna bij verliezen. Wie kan er niet met de profeet meevoelen, zeker met de beelden uit Z.O. Azie op je netvlies. Mensen zijn toch niet voor de dood bestemd. Als stervende vissen in een stervende wereld?

 

Maar Mattheus zegt dat het Koninkrijk der hemelen nabij is gekomen? Hoe?

Is het een utopie, een ideologie? Nee, het komt in een Mens.

 'En Jezus was een visser, die het water zo vertrouwde, dat Hij zomaar over zee liep, omdat Hij had leren houden van de mensen', zong Herman van Veen. Jezus vangt mensen niet met een haak, met geweld, maar met Zijn woord. Hij brengt ze samen: vangt ten leven.

 

In Jezus van Nazareth wordt zichtbaar hoe God mensen bedoeld heeft. Hoe Hij hen samen bedoeld heeft! Kijk maar, Hij roept ze twee aan twee. Simon en Andreas, twee broers. En even verderop Jacobus en Johannes, weer twee broers. Want ware oecumene dat is broederschap en zusterschap. Het is aan elkaar gegeven worden in een gemeenschappelijke opdracht. Van de eerste twee horen we dat ze bezig waren het net uit te werpen, terwijl de andere twee in de boot bezig waren hun netten in orde te brengen - boeten: gescheurde draden herstellen.

 

De roep tot navolging komt niet vacuum verpakt tot ons, maar midden in onze besognes. En midden in het volle leven moeten de volgelingen weer de nodiging van het Koninkrijk stem en gestalte geven. Dat is een spannende en soms weerbarstige opdracht.

Wij zouden de broeders en zusters niet altijd gekozen hebben. En terwijl sommigen de netten uit willen gooien, het evangelie zichtbaar willen maken in de wereld, menen anderen dat er nog heel wat reparatiewerk in het schip te doen is.

Maar wie altijd maar met de netten bezig blijft, vangt nooit iets. Terwijl wie geen aandacht geeft aan organisatie en materiaal, uiteindelijk ook vergeefs bezig is.

Oecumene is samen repareren en samen vissen.

 

De taak de discipelen is niet een vijver te vullen met dode vissen die met de stroom meedrijven. De kerk is geen overweldiger die volkeren onderwerpt en knecht. Zending als instrument van kolonialisme.

De rechtvaardige zal uit zijn geloof leven, zegt Habakuk. Geloof in de God die we niet hoeven te vrezen en die geen slaven maakt, geen dode zielen. Die het gewone leven niet minacht, maar het tot een beeld maakt van zijn genadige presentie en opdracht.

Vissers van mensen maak ik jou. En zo gebruikt Hij accountmanagers, middelbare scholieren, huisvrouwen, WAO ers. Midden in hun bestaan klinkt Gods 'ja' en creeert Hij de mogelijkheid om uit het geloof te leven!

Dan krijgt het bestaan zin en richting. Van de vier broers wordt verteld dat ze hun netten lieten liggen, ja, zelfs hun vader achterlieten, en Jezus volgden. Volgen: dat is in het evangelie van Mattheus een kernwoord (25 maal horen we het). Niet dwang en vrees kenmerken het geloof, maar liefde en toewijding. Concretisering van de nieuw gevonden vrijheid. Waar ze ook gaan, ze willen daar zijn waar Jezus is. En daar zullen ze mensen vangen, want de vrijheid is aanstekelijk.

 

Lezingen: Jesaja 49,1-7 en Matteus 4,12-22