Geboorte in de wei
uit pk 3 jaargang 1 okt, 73
Het is maandagavond, ongeveer 8 uur als we nog even langs de wei gaan om naar Santala te kijken.
Ze is geweldig dik, de uier is opgezet en de banden langs de staart zijn ingevallen
Er is geen twijfel aan het veulen kan nu binnen enkele uren komen.
Het is geweldig om de reactie van de andere paarden te zien.
Uitgezonderd Hella, blijft iedereen op een afstandje. Hella is Santala's trouwe Vriendin.
Ze lopen altijd samen in de wei en daar ze door de veulenmerries worden verjaagd zoeken ze hun troost maar bij elkaar.
Toen 's middags Wervelwind in de wei kwam, viel Hella hem onmiddellijk aan.
We weten het natuurlijk niet zeker, maar waarschijnlijk is dit toch nog het oerinstinct om de merrie te beschermen. Later zullen we dit nog eens duidelijk merken. We besluiten naar huis te gaan en 's avonds terug te komen.
Om 11 uur lopen we langs de wei, het is donker, we zien slechts vage schimmen die roerloos staan, het hoofd gericht op de hoek van de wei.
Als we hierheen lopen zien we een donkere schaduw tegen de grond. Als ze het geluid van onze voetstappen hoort komt Santala overeind om ons te besnuffelen. We lopen verder en gaan op een afstandje op de bank zitten om de merrie alle rust te geven.
Na ongeveer 5 minuten gaat ze weer.liggen. We kunnen niet zien wat er gebeurt maar in deze stille nacht is duidelijk te horen dat het veulen nu geboren wordt. Onze ogen wennen langzaam aan het duister.
Vaag zien we het witte vlies tegen de grond afsteken. We horen meer dan we zien hoe het veulen met zijn hoofd het vlies stukslaat.
Nu gaat Hella, die de hele tijd naast Santala heeft gestaan, aan de kant en langzaam komen de andere paarden dichterbij. Hella ontvangt ze net de oren in de nek maar staat toch toe dat ze een voor een het veulen besnuffelen en zo kennis maken. Veel tijd is hun niet toegestaan.
Nu komen wij dichterbij en gaan vlak bij Santala zitten.
Hella komt tussen ons in staan en we moeten tussen haar benen door kijken.
Haar houding betekent duidelijk, tot zover en niet verder.
Het veulentje komt nu in beweging. liet kruipt langzaarn, met onhandige bewegingen naar voren, naar het hoofd van de moeder.
Hella komt erbij en begint samen met Santala het veulen af te likken. Ze doen er lang over.
Als de rechterkant naar hun zin droog genoeg is, drukken ze met neus en voorbenen het veulen op de andere kant en gaan door.
Na ongeveer 10 minuten doet het veulen pogingen om op te staan.
Santala staat nu ook op en Hella gaat uit zich zelf weg. Het is alsof ze begrijpt dat ze nu weer voor zichzelf kan zorgen.
Het veulen doet verwoede pogingen om overeind te kornen, maar het zit met zijn lange benen in de knoop.
Het staat, valt, staat weer op en valt weer. Eindelijk lukt het. Het zet met moeite de 2 pasjes naar de moeder en begint de uier te zoeken.
Dit is moeilijk. Het loopt onder de moeder door en zoekt aan de andere kant. Santala helpt het niet. Het is alsof ze nog niet begrijpt wat er van haar verwacht wordt, maar haar instinct verteld haar wat ze doen moet.
Nu heeft het veulen de uier gevonden, we zien hoe Santala even de oren in de nek legt en dan horen we de melk klokken.
Santala negeert ons, pas als we het veulen opvangen dat bijna in het draad tuimelde, kijkt ze ons aan.
We zijn niet welkom, de volgende morgen zal ze ons vriendelijk en trots ontvangen, maar deze nacht wil ze alleen zijn.
We respecteren haar verlangen en gaan weg.
Morgen zullen we weten of hot veulen een merrie of een hengst is, wat voor kleur het heeft en of het mooi of lelijk is. Nu is dat niet belangrijk, merrie en veulen zijn beiden gezond:
Irene
Het laatste uurtje samen met Ammaril
uit pk 3 jaargang 1 okt, 73
Je stond stil een beetje slaperig voor je uit te kijken in je box.
Het was 8 uur 's morgens. Ik haalde je zadel en hoofdstel om je op te zadelen voor ons laatste uurtje samen.
Je liet me rustig je hoofdstel aandoen maar stibbelde een beetje tegen toen ik de singel aanhaalde.
Ik nam je aan de hand mee naar buiten waar ik je eerst nog even liet drinken terwijl ik de beugels op maat maakte.
Je had al gauw genoeg gedronken, schudde toen je hoofd en ging het liefst zo gauw mogelijk de stal weer in,
wat ik je nog net kon beletten.
Het was nog vroeg, je huid glansde door de zon die er op scheen. Ik steeg op en daar gingen we......
Je vroeg al gauw om teugel die ik je gaf en waar je handig gebruik van maakte door snel een paar grassprietjes naar binnen te weken.
Maar al gauw begon het stappen je te vervelen.
Je wou wel eens wat anders, je dribbelde even toen ik je inhield, naar daarna schoot je weg met
je oren plat in de nek en later naar voren gespitst en al gauw was je lekker uitgerend,
je strekte je hals en brieste zachtjes.
Je scheen je te ergeren aan alles wat je tegen kwam Want zelfs
Bij een fietser sprong je het bos al in. Behalve een paard in een weiland,
daar liep je nieuwsgierig naar toe, maar ook daar scheen je gauw genoeg van te hebben.
Na even snuffelen zou je hem het liefst een knauw verkocht hebben.
Toen ik je je dit belette, draaide je je minachtend om.
En zo waren we op het laatste eindje naar stal gekomen, waarschijnlijk de laatste keer dat je dit liep,
maar dit besefte je toen nog niet.
Je was vrolijk en het liefst in een rengalop naar stal gegaan,
maar hierin kon ik je tegen houden.
Toen we op stal kwamen, heb ik je afgezadeld en gepoetst en daarna in je pas opgestrooide box gezet.
Ik gaf je een suikerklontje waar je dol op was.
Hiet was het laatste suikerklontje dat je van mij op stal kreeg en het was je laatste dag op stal,
je laatste dag in je box naast Ravissant.
Maar je begreep dit allemaal nog niet, je schudde je hoofd en begon aan het verse stro te knabbelen
Het was onze laatste rit samen en je laatste dag op stal.
Marjo