De Bas

Deze slag geeft over het algemeen de beat aan het ritme mee, nauwelijks hoorbaar is hij onmisbaar voor het lekker laten 'grooven' van je ritme.

Je  hand (palm) slaat het vel aan en dempt het tegelijkertijd af, hierbij blijft je duim iets omhoog steken en raakt het vel niet. Wat belangrijk is,  is dat de klank mooi dof en diep klinkt, de conga zelf mag niet 'meeklinken', dit noemen we een gemuffelde slag.

Wanneer je sneller gaat,  zal je meer met de "heel" van je hand gaan spelen.

De Tip

De tip wordt over 't algemeen in combinatie met de bas gebruikt, en is net als de bas heel belangrijk voor je 'groove' en innerlijke timing.

Na de bas laat je de palm van je hand op het vel liggen en tip met gesloten vingers het vel aan, dit doe je vanuit de pols, til na het neerkomen van je vingers, je palm iets op van het vel zodat je hand weer 'startklaar' staat voor de bas.

De tip is evenals de bas een gemuffelde slag, dus ook hierbij de conga niet laten meeklinken. Op de 'Oefeningen' pagina heb ik voor bovenstaande slagen een oefening staan.

De Open Toon.

De klank van deze toon dient mooi open en 'rond' te klinken, de toonhoogte is afhankelijk van de spanning van het vel, de stemming.

Met gestrekte vingers raken we het vel, de palm (daar waar je vingers beginnen) slaat op de rand van het vel, de duim laten we iets omhoog steken (doe je dit niet dan voel je hem op de metalen spanring slaan... pijnlijk). Om een mooie toon te krijgen, let je op de volgende dingen:

De palm blijft liggen op de rand van het vel. De klank van je open toon wordt hier niet door beinvloed, en het bespaart je een opwaartse beweging (snelheid).

De Slap.

De meest lastige slag op de conga (een conquero doet er jaren over, om zich zijn persoonlijke slap eigen te maken).

Onmiddelijk na het neerkomen op het vel, worden de vingers gesloten en vormen een kuipje met de opening tussen duim en wijsvinger. Alsof je het vel wilt vastpakken.

 

 

Terug naar de conga pagina