De tempel van Jagannath

Indradaman, Koning van Orissa, had ooit een droom waarin de Heer Krishna hem had verteld om een tempel te laten bouwen in naam van Heer Jagganath. De koning voldeed aan de wens van Krishna en bouwde een prachtige tempel. Maar kort nadat het gebouw klaar was, werd het verwoest door de golven van de geweldadige zee. De koning herbouwde de tempel, maar deze werd keer op keer vernietigd. De koning gaf het toen op en lapte het gebouw niet meer op. Toen Kabir van dit hoorde besloot Hij om naar koning Andraman te gaan. De koning ontving Kabir met veel respect en eer en vertelde toen van de gebeurtenissen. Bemoedigend sprak Kabir hem toe om nog eenmaal de tempel te herbouwen. Hij zei dat de zee dit keer niet zou slagen. De koning ging met volle moed aan de slag.

Toen het klaar was, begon de zee weer dreigend op te komen. Kabir zat toen aan het strand en stak zijn Kubari (t-vormig stok) in de grond. Hij deed dit om de zee te waarschuwen niet voorbij de Kubari komen. Het lukte de zee uiteindelijk niet om verder te geraken. Kabir zei toen: "de waarde en grootsheid van deze tempel dagelijks groeien. Dit zal de plek worden waar alle mensen ongeacht kaste zullen komen. Alle pelgrims zullen eender worden behandeld. Voedsel zal aan een ieder worden uitgedeeld". Ook vandaag ziet men nog steeds deze woorden in de praktijk gebracht.