Dhani Dharamdas

Dharamdasji was een rijke handelaar uit het plaatsje Bandhogarh in centraal India. Hij was een gelovige van de heilige Vishnu. Eens, tijdens een pelgrimstocht, was hij in Mathura. Hij was Prasad (offervoedsel) aan het koken. Hij zag toen uit het brandend hout mieren wegrennen. Er zaten nog veel mieren in het brandhout en werden uiteindelijk ook verbrand. Dharamdas merkte dat op en werd zeer teleurgesteld. Hij vond het Prasad, waarvoor vele mieren levend verbrand zijn niet geschikt om aan God te offeren. Dharamdas zelf wilde het Prasad ook niet opeten en besloot het aan een behoeftige te schenken. Al zoekend zag hij gelukkig SatGuru Kabir zitten onder een boom. Hij bood hem het voedsel aan en vroeg hem het aan te nemen. Kabir Saheb keek glimlachend ernaar en zei: “Wil je jouw zonden, die je begaan hebt door mieren levend te verbranden, aan mij overdragen?” 

Dharamdasji was erg verbaasd en verwonderd hoe hij het wist over de verbrande mieren. Op dat moment klapte Kabir Saheb in zijn handen en Dharmdas kon al de dode mieren als het ware uit het Prasad zien kruipen. Nu kon Dharmdas, totaal verbaasd dat hij was, ook geen woord meer uitbrengen. Hij knielde voor Kabir Sahed en verzocht hem mee te gaan naar Bandhogarh. “Ik leef in de harten van Sadhu’s en Sants. Als je me ooit wil zien, dan kan je dat door mij bij Sadhu’s en Sants te zoeken. Dien ze en op een goede dag kom je mij tegen.” Nadat hij dit had gezegd verdween Kabir Saheb.