Neeru en Neema

Neeru en Neema, op terugweg van "Gauna", liepen langs Lahartala. Toen Neema het vijvertje zag, wilde ze haar handen wassen en gezicht opfrissen. Terwijl ze haar handen aan het wassen was, hoorde ze het wenen van een baby. Ze keek om zich heen en was verbijsterd toen ze een beeldschoon kindje zag liggen op een lotusbloem. Het kind leek net geboren en had een hemelse glans op zijn gezicht. Neema raakte betoverd door de schoonheid van het kind en riep Neeru. Toen Neeru aankwam raakte ook hij in vervoering. 
Neema kon de drang om het kind in armen te nemen niet bedwingen en ging het water in. 
Ze straalde van blijdschap toen ze het kind in haar armen nam. Ze voelde moedergevoelens in haar opkomen.
Eerst dacht Neeru dat iemand het kind daar had achter gelaten en nog dichtbij zou zijn. Hij riep toen om zich heen, maar kreeg geen reactie terug. 

Hij dacht toen dat het hier wellicht om een vondeling ging. Neema kon Neeru overhalen om het kind mee te nemen naar huis. Neeru en Neema werden zo de pleegouders van het kind dat later als SatGuru Kabir bekend werd. Wat de mythe over de verschijning van Kabir ook moge zijn, feit blijft dat Neeru en Neema niet zijn biologische ouders waren.