Het aapje in ons.....

 


U kent vast wel het verhaaltje van de straatmuzikant die een geketend aapje bij zich heeft.
Het aapje moet voor een paar nootjes zijn hele leven op de pijpen van de muzikant dansen en kunstjes doen. Doet hij dit niet, dan krijgt hij een pak slaag van de meester. Dit is zielig voor het aapje, toch ?

Welnu, hoe is het aapje in deze situatie terecht gekomen ?

Vaak worden aapjes gevangen genomen door hun eigen onnozelheid.
De stroper vangt ze namelijk met een list. Hij heeft een kooitje klaar liggen met pinda's of andere noten en heeft zich verborgen achter de bosjes.
De tralies van het kooitje zijn precies zo smal gemaakt dat een aap z'n hand er net doorheen kan steken om de pinda's te pakken. Maar als het aapje een handvol heeft gepakt, kan hij z'n gesloten vuist niet meer door de tralies halen. Hij wil z'n pinda's niet los laten maar krijgt z'n hand ook niet meer terug.

Op zo'n moment komt de stroper op hem af om het aapje gevangen te nemen.
Hoewel het aapje het gevaar op zich af ziet komen, wil het z'n eten absoluut niet los laten.
Hij wil er met de pinda's vandoor !
De stroper krijgt rustig z'n kans om het dier te ketenen. Na een pak slaag laat het aapje de noten los en krijgt het z'n hand uit de kooi. Maar ja, nu was het te laat !
Hij was nu geketend en moet voortaan op de pijpen van de muzikant dansen voor een paar nootjes per dag. Het was begeerte die de aap zijn vrijheid heeft gekost.

Ook de mens heeft last van begeerte. Hij heeft met beide handen de illusie (het leven) omarmd. Het is niet de wereld die hem vast houdt, maar hijzelf klampt zich vast aan het bestaan !
Zolang hij dit blijft doen, zal de meester van illusie, Kaal hem hoe dan ook te pakken krijgen.
En voor een paar leuke momenten in z'n leven, zal de mens voor altijd de ellende moeten meemaken die hem wordt aangedaan.

Moraal van het verhaal:
Dit leven is door de Sadhoe's al als een illusie omschreven. De leuke momenten zijn een lokaas voor de ziel die op  zoek is naar geluk. Maar het geluk die hij heeft omarmd, is zijn eigen ondergang geworden. Gevangen genomen door z'n eigen blindheid is hij voor het leven geketend.
Vader, moeder, zoon,dochter, broer, zus zijn allemaal relaties gebaseerd op het menselijk leven. De ziel zelf kent geen relatie, het kent alleen zichzelf en de Schepper. De ziel van een overledene kijkt dan ook niet meer terug naar de "familie".

Vergelijk dit met de boottocht die onze voorouders van India naar de West Indies bracht.
Mensen die elkaar niet eerder gezien hadden, kregen nu een band: ze waren lotgenoten geworden.
De reis vanuit India was een moeilijke en de band tussen de mensen werd steeds hechter.
Men maakte snel vrienden en ging elkaar nu ook als aangenomen familie beschouwen. (Jahaji Bhaai = broeder in de reis)
Na een tocht van weken gingen de vrienden nu uit elkaar. De een stapte uit in Trinidad, de ander in Guyana en weer iemand anders in Suriname.
Bij elke tussenstop verbrak een vriendschap en ging men elk een nieuw leven in.
Zo ook steekt dit leven in elkaar. Je wordt geboren en ziet wildvreemde mensen om je heen. Je krijgt familie en vrienden.
Maar een voor een stappen ze uit de boot. Ze gaan dood. Ook jij stapt er een keer uit.
De vrienden en familie waren van jouw voor de duur van een mensen leven.
Maar iedereen stapt uiteindelijk uit het bootje. Wat voor waarde heeft dan zo'n "tijdelijke" relatie ?
Sadhoe's leren ons om dit leven te relateren. Maak vrienden en eer je ouders. Wees goed voor Gods schepsels en leef naar goed voorbeeld.
Maar klamp je niet vast aan de tijdelijke relaties. De enige waarheid in het leven is dat de dood je op een dag zal opzoeken.
Hij zal je niet vergeten, hoe machtig of rijk ook je ook wordt.
Rama en Krishna, hun glorie kent geen weerga. Maar ook zij moesten een voor een het veld ruimen.
Dit universum is het bootje. Iedereen die hier komt, zal weer uitstappen.
Waarom dan zelf de relatie buiten proporties opblazen ?
Net als het aapje: niemand heeft hem vast. Hij wil zelf de geneugden niet loslaten.
En dan is het voor altijd gevangen.....