Ramanand

 
Omstreeks de 15de eeuw was er een invloedrijke Vaishnavi geestelijke, namelijk de hindoe heilige Swami Ramanand. Deze Swami had heel veel leerlingen en volgelingen. Hij verkondigde een leer waarin Vishnu als de opperheer van het hindoeisme wordt gezien. Vishnu is de oorzaak van alles, alle incarnaties zijn de zijne.

Swami Ramanand had in den beginne gepoogd om God nader tot de mens te brengen. Hij doorbrak de stigmatisering van armen door ze wel te accepteren als hindoe gelovigen. Wilde Kabir de aandacht kunnen trekken van de vele armen en ontastbaren om zijn boodschap te verkondigen, dan moest hij op welke manier dan ook, verbonden zijn aan Swami Ramanand.

Maar omdat Kabir werd opgevoed door moslims, was het uitgesloten dat Ramanand hem als leerling zou accepteren. Bij een eerdere poging werd hij al naar de moslim geestelijken verwezen. Deze waren echter niet gecharmeerd van Kabir z'n voorliefde voor Rama en Hari, hindoe iconen bij uitstek ! De maulana's vonden dat een julaha als Kabir zich moest houden tot z'n weefgetouw en zich niet druk moest maken om God.

Kabir moest en zou een leerling van Ramanand worden en verzon toen een list. Hij wist dat Ramanand elke ochtend voor zonsopkomst ging baden in de heilige rivier Ganges. Kabir ging op een dag  voor de ochtendgloren naar de plek waar Ramanand langs liep na zijn bad. Hij ging op de grond liggen en maakte zich klein, dusdanig dat hij niet meer opviel. Ramanand liep na zijn bad terug via het pad waar Kabir zich net verborgen hield. 
Plots stootte Ramanand tegen Kabir aan, waarna deze begon te wenen. Ramanand probeerde het "huilend kind" te sussen en reciteerde "Ram, Ram, Ram !".

Kabir hield toen op met wenen en verdween in de schemering. Ramanand vervolgde zijn weg zonder er verder erg in te hebben.