Hartfalen
Ondanks de manier waarop 't klinkt, betekent hartfalen niet dat het hart
er plotseling mee stopt of dat iemand aan het sterven is. Hartfalen is
een combinatie van verschijnselen die direct of indirect het gevolg zijn
van de verminderde pompwerking van het hart. Als een hartkamer niet goed
pompt kan er te veel bloed achterblijven in de bijbehorende boezem van
het hart. Daardoor ontstaat ophoping (stuwing) in de bloedvaten die het
bloed aanvoeren. Een verminderde pompwerking kan ook betekenen dat de
rechter of linker hartkamer minder bloed rondpompt dan het lichaam nodig
heeft. Er ontstaat dan een zuurstoftekort in delen van het lichaam. In
feite is hartfalen dus geen ziekte, maar een slechte conditie van een
vitaal orgaan - het hart.
Als de pomp vooral aan de
linkerkant van uw hart niet goed werkt, raken de bloedvaten van de
longen overvol. Er gaat dan bloedplasma uit de kleine bloedvaten van de
longen lekken. Dit vocht hoopt zich op in de longen, waardoor u
kortademig wordt en kriebelhoest krijgt. Ook bij zitten en liggen kunt u
het benauwd krijgen; misschien slaapt u op meerdere kussens om wat meer
lucht te krijgen. Als uw benauwdheid snel verergert, is er misschien
vocht in de longen gekomen ('vocht achter de longen', zegt men ook wel).
Door de mond geeft de ademhaling dan het geluid van een net opengemaakte
fles frisdrank.
Als de rechterkant van uw hart
minder goed pompt, hoopt het vocht zich op in buik, benen en voeten. Bij
vochtophoping in de buikholte krijgt u bijvoorbeeld een vol gevoel in uw
buik, en uw kleren gaan strakker zitten. Een combinatie van links en
rechts hartfalen komt ook voor.
Als het hart minder goed pompt
komt het lichaam dus zuurstofrijk bloed te kort. Door dit tekort voelt u
dat uw spierkracht minder is dan vroeger. Ook spieren hebben zuurstof
nodig. U zult sneller moe worden bij inspanningen als bijvoorbeeld (trap)lopen
of boodschappen doen. Een ander typerend verschijnsel van hartfalen is
dat u er 's nachts vaker uit moet om te plassen, of dat u het benauwd
krijgt als u voorover buigt of bukt.
De meest voorkomende klachten
van mensen met hartfalen zijn:
- Vermoeidheid
- Kortademigheid
- Opgezette benen en enkels
- Een vol gevoel in de bovenbuik, een opgezette buik
- Zwaarder worden terwijl u niet meer dan normaal eet
- Vaker moeten plassen 's nachts met soms weinig urine-productie overdag
- Prikkelhoest, vooral bij platliggen
- Verminderde eetlust
- Slapeloosheid of onrustige slaap, duizeligheid
- Koude handen en voeten
Wat zijn de oorzaken van
hartfalen?
De verminderde pompfunctie van het hart kan verschillende oorzaken
hebben. De arts kan door middel van een aanvullend onderzoek de oorzaak
van het hartfalen opsporen.
De belangrijkste oorzaken zijn:
- Een of meer eerdere hartinfarcten
-Tachtig procent van het
hartfalen ontstaat direct, of pas na verloop van jaren, na één of
meer doorgemaakte hartinfarcten. De hartspier
raakt tijdens een hartinfarct beschadigd
en verliest op
die plaats zijn pompkracht. Hierdoor vermindert de pompkracht van het
hart als geheel.
Hoge bloeddruk
Hoge bloeddruk veroorzaakt hartfalen omdat het hart steeds tegen een te
hoge weerstand in moet pompen. Eerst wordt de hartspier dikker en
vervolgens stijver, en daarmee verliest het hart aan pompkracht. Op
oudere leeftijd verliezen hart- en bloedvaten toch al een deel van hun
veerkracht. Dit versterkt het effect van hoge bloeddruk.
Niet goed functionerende hartkleppen
Als de hartkleppen vernauwd zijn of niet goed meer sluiten, moet het
hart extra hard werken om voldoende bloed de kleppen te laten passeren.
Het kan hier overbelast van raken.
Ritmestoornissen
Wanneer het hart door een ritmestoornis alsmaar te langzaam of te snel
klopt, kan hartfalen ontstaan. Het gaat hier met name om een traag ritme
door een blokkade in de prikkelgeleiding, of om een snel ritme door
boezemfibrilleren.
Ziekte van de hartspier (cardiomyopathie)
Letterlijk betekent cardiomyopathie: hart (cardio) - spier (myo) -
lijden of ziekte (pathie). Bij cardiomyopathie hebben de hartspiercellen
een abnormale bouw en functie waardoor de wand van het hart te slap of
te dik en stijf is. Meestal is dit het gevolg van erfelijke aanleg. Soms
is er tegelijk een verstoord hartritme.
De verslapte hartwand komt het meest voor. Deze heet 'gedilateerd' (dilateren
betekent: oprekken of wijder maken). De verwijde hartkamer heeft
onvoldoende kracht om een goede hoeveelheid bloed uit te pompen. In het
andere geval, als de wand van de hartkamer te dik en te stug is, kan het
hart niet goed volstromen met bloed en daardoor minder goed pompen. Men
spreekt dan van 'restrictieve cardiomyopathie' (restrictief betekent
beperkt).
De ene vorm van cardiomyopathie kan overgaan in de andere. Zo kan
bijvoorbeeld een verdikte spier later juist gaan verslappen.
|