Het nieuwe roer

Eén van de minder plezierige eigenschappen van onze Dartsailer 30 is de hebbelijkheid uit het roer te lopen als op de motor wordt gevaren. Vooral als de snelheid boven de vijf knopen komt is dit verschijnsel merkbaar. Het roer kan geen tien seconden alleen gelaten worden. Langzaam varend is het ook niet goed, maar valt er mee te leven. Maar als je langere oversteken maakt en je een paar uur op koers wilt blijven, wordt het sturen zo wel erg irritant.
Het is opmerkelijk dat dit verschijnsel zich alleen voordoet bij varen op de motor. Als er gezeild wordt, blijft het schip veel beter op koers. Al kun je nog steeds niet bij het roer weglopen om even koffie te gaan zetten.
Op een Dartsailer bijeenkomst kwam de ontwerper W. de Vriesch Lents eens een lezing houden over de Dartsailer en daar hebben we over dit verschijnsel gesproken.
 
Er bleek een verklaring voor te bestaan. In de tijden dat het schip ontworpen werd, gebruikte men ervaringswaarden voor het ontwerpen van het roer.
Achteraf blijkt dat dit roer te dun is uitgevallen. Het roer zit achter de kiel en ook achter de schroef. Beiden verstoren de waterstroom. De kiel van een Dartsailer is relatief dik en veroorzaakt daardoor een behoorlijk brede stroom van turbulent water. In dat turbulente water zit nu het roer. Het roer kan alleen maar goed sturend effect geven als het buiten die stroom turbulent water komt.
Een relatief dun roer moet verder verdraaid worden om dit te bereiken dan een dikker roer. Er werd gesteld dat het roer van een Dartsailer tegenwoordig zeker 150mm dik ontworpen zou worden. Het bestaande roer is slechts 50 mm dik.
het oude roer 
Die informatie bleef knagen. Hoe kom je aan een dikker roer? Verschillende wegen staan hier open.
  1. Maak het bestaande roer dikker met behulp van houten of kunststof opvulling, afwerken met polyester
  2. Maak een nieuw roer van polyester op een kern van schuim.
  3. Voorzie het bestaande roer van een visstaart door er een hoekprofiel achterop te lassen.
  4. Maak een nieuw roer van staal of van RVS.
  5. Laat een speciaal roer maken, zoals de Waterkampioen heeft gedaan voor hun Tijgerhaai.
Bovenste flens
Van huis uit ben ik metaalbewerker en ik heb vaker met staal en RVS dan met polyester gewerkt. Hoewel een polyester roer waarschijnlijk het eenvoudigste geweest was, heb ik toch maar besloten om in de stijl van de Dartsailer te blijven en een heel nieuw RVS roer te maken.
Gelukkig heb ik nog wat relaties in de techniek, want nieuw RVS is tegenwoordig peperduur. Maar met wat hulp en wat gezoek zijn de materiaalkosten toch niet echt uit de hand gelopen. En toen moest er een ontwerp komen.
Onderflens1 
Na wat nadenken kwam ik op de volgende overwegingen:
  • Het bestaande roer stuurt goed.
  • De balans van het roer is ook goed.
Daarom is er geen reden om af te wijken van de bestaande maten, alleen de dikte van het profiel zal groter moeten worden.
Na wat gezoek op internet vond ik een formule voor het berekenen van een roerprofiel, geschikt voor een Dartsailer. Een roer van 150 mm dik zou echter wel erg extreem worden, daarom voor 120 mm gekozen als een soort middenweg.
Onderflens2
Voor de constructie uitgegaan van de maten van de bestaande roerkoning, dus een as van 40mm dik met aan de bovenzijde een flens van 150mm. Het roer zelf is van RVS plaat van 2 mm dik op profielspantjes van plaat van 3 mm dik. Daar zijn geen ingewikkelde berekeningen voor gemaakt, dit waren de enige maten die beschikbaar waren en die met mijn gereedschap verwerkt konden worden.
Daarna was het dus een kwestie van RVS bewerken en lassen. Af en toe onderbroken voor het repareren van het gereedschap. Dat is niet echt nieuw meer, maar met wat aandacht is het nog heel goed bruikbaar.
Onderflens5
Begonnen met de flens, daarvoor was een stuk plaat van 25mm dik beschikbaar. Met de doorslijpschijf is daar een passend stuk afgeslepen en van zijn hoeken ontdaan. Vervolgens de maten erop afgeschreven. De buitendiameter van 150 en de steekcirkel van de bouten. Het originele roer was in de werkplaats aanwezig, zodat er ook gepast kon worden. De originele onderdelen zijn ook met de hand gemaakt, dus afwijkingen zijn mogelijk.
Wegens de toegenomen breedte van het roer konden niet langer doorbouten en moeren worden toegepast. In plaats daarvan zijn de gaten in de nieuwe flens van M10 schroefdraad voorzien. De gaten kwamen goed van pas om de flens in wording tegen de stelplaat van de draaibank te monteren. De flens vervolgens rond en vlak gedraaid en voorzien van een kamer met een diameter van 20 mm waar de bovenste flens van de roerkoning in past.
Onderflens6
De flens omgedraaid en uitgericht . Afgedraaid tot 20mm dikte en een kamer erin van 40 mm waar de nieuwe as in past.De nieuwe as was iets te lang en ook te lang voor mijn draaibank, dus heb ik hem in de vaste bril ondersteund zodat hij netjes recht en haaks op de flens stond en in de kamer viel.
Vervolgens de draaibank afgedekt en de as in de flens gelast. Kleine stukjes lassen en zorgen dat steeds tegenover elkaar wordt gelast. Zo is alles goed recht gebleven.
De lengte van de as afgeschreven en met de draaibank op een laag toerental het overtollige gedeelte uit de hand afgeslepen. Scherpe kanten eraf en het kopvlak iets bol geslepen.
Roerkoning lasklaar
Daarna waren de spantjes aan de beurt, vier stuks. Uitgezaagd uit plaat van 3 mm. Het gat voor de as met een gatenzaag en veel snijolie onder protest van mijn boormachine gezaagd. De twee spantjes die in het midden terecht zouden komen nog voorzien van wat gaten. Profielzagen2
Toen was het lassen geblazen. Het bovenste spantje vastgelast onder tegen de flens. Ook hier weer kleine stukjes lassen en zoveel mogelijk tegenovergestelde zijden lassen. Wel even in de gaten houden dat het gatenpatroon goed uitkomt.
Nu kon de zaak opgesteld worden en de overige spantjes worden uitgericht. Met wat latten en lijmtangen was dit te doen. Alle spantjes gelast. De voorzijde van het roer is een deel van een stuk pijp en dat kon nu ook op zijn plaats worden gelast. Daarmee was het skelet klaar.
Spantjes uitgericht
Als laatste de beplating aangebracht, steeds veel hechtlassen en voorzichtig op zijn plaats drukken. De eerste plaat kan gewoon aan de spantjes worden gelast, de tweede moet met proplassen worden vastgezet. Daarna rondom afgelast.
Het roer met een beetje lucht afgeperst en hier en daar opnieuw gelast. Gladslijpen, stralen en tweecomponenten primer erop.
Klaar voor montage.
Plaat knippen
Wat heb ik er aan uitgegeven?
Fles Argon 60
Materiaal 280
Stralen en primeren 60
Lasdraad 30
Electriciteit geen idee
Werkuren circa 40
 

Was het de moeite waard?


We zijn inmiddels te water en hebben onze eerste tocht erop zitten. (april 2008)
Franeker - Harlingen - Cornwerderzand - Makkum.
Nog steeds loopt Delta niet als een spoortrein. Dat is ook niet te verwachten van de toch wel enigszins tobbevormige romp. Koffie zetten onder het varen zit er niet in, maar goed, daar zijn thermosflessen voor uitgevonden. Maar zoals vroeger uit het roer lopen is er niet meer bij.
Wat ook duidelijk beter is geworden, is de response op roerbewegingen. Waar vroeger flink aan het wiel gedraaid moest worden om de zaak op koers te houden, kan nu veel subtieler gestuurd worden. Dat is wel een stuk comfortabeler.

Daarom is de verbetering naar mijn, subjectieve, mening de moeite waard.

Blijft de vraag: "Wat doe ik met mijn oude roer?"

terug