Duet
Mijn verdriet slaat om in woede en haat. De volgende tegenstander krijgt niet eens de kans zijn wapen te heffen. Ik schiet hem direct in het gezicht. De ontstane ruimte geeft me tijd mijn revolver leeg te schieten in de kluwen witte mantels die mijn zoon neer staken.
Voor Xander komen Aeron's schoten in de groep druïden precies op tijd. Ze hadden hem al bijna van drie kanten ingesloten, en het was nog slechts een kwestie van seconden geweest voor ze hem hadden neergestoken. Xander maakt van de verwarring dankbaar gebruik om zijn twee gevaarlijkste belagers neer te steken.
Dan pas zie ik waarom hij weigert terug te trekken, wat in deze omstandigheden wel zo verstandig lijkt. Patrick leeft nog!
Ik bedenk me geen seconde en spring over de balustrade in de 2,5 meter lager gelegen hal. Mijn sprong brengt me midden tussen de andere witte mantels. Furieus met mijn wapen uithalend naar iedereen die in mijn buurt komt, storm ik door hun rijen.
Achter één van de demonaanbidders die niet snel genoeg weg kon komen ontmoet ik Harris.
Seconden later breekt hij door de linies en buigt zich bezorgt over zijn zoon. Giles rent voor ons langs naar de rechterzijde.
Zodra ze weer op haar benen staat gooit Giles haar iets toe. Het gaat zo snel dat ik niet kan zien wat het is. Pas als ze naar haar monsterlijke tegenstander uithaalt zie ik dat het een mes is. Schijnbaar heeft ze hem geraakt want het wezen grijpt naar zijn zij. Zwarte drab, ik neem aan demonenbloed, sijpelt tussen zijn dikke vingers door.
Angst maakt plaats voor opwinding. Met dat vreemde witte mes heeft ze weer een kans.
Al deze moordenaars mogen dan wel met een verscheidenheid aan steek- en slagwapens zijn uitgerust, ik kom er echter al snel achter dat ze nauwelijks of niet getraind zijn in het gebruik ervan. Ze steken en slaan wat, maar slechts hun grote aantal maakt ze gevaarlijk. Afzonderlijk maken ze geen kans tegen mijn ervaring in het bajonetvechten.
De weinige ervaren vampiers in Sunnydale weten dat dit het teken is om de aftocht te blazen. Maar dit wezen kent haar niet.
Ondanks onze succesvolle tegenaanval staan er nog zeker zo'n dertig opponenten tegenover ons. Hoewel niet wanhopig, ziet onze situatie er niet goed uit. Als ze op het idee komen een massale aanval in te zetten, is het met ons gedaan.
De schrik slaat me om het hart. Zonder er bij na te denken snel ik naar mijn bewegingloze vriendin. Ik kniel naast haar neer, en draai haar voorzichtig op haar zij.
"Buffy. Buffy! Zeg eens wat!" smeek ik haar.
"Alsjeblieft Will." mompelt ze. "Niet zo hard. Ik heb een barstende koppijn."
Opgelucht en dolgelukkig help ik haar voorzichtig in een zittende houding.
"Lief van je om me te helpen." zegt ze nog half suf. "Maar niet erg verstandig. De klachtencommissie komt eraan."
Die was ik helemaal vergeten! Een groepje druïden komen met hun steekwapens in de aanslag, dreigend op ons af. Ze zijn er behoorlijk pissig over dat Buffy hun erelid heeft gedood.
Onze vrienden hebben hun handen vol om zelf niet onder de voet gelopen te worden, en Buffy is niet in staat om te vechten. Ik sla mijn armen om haar heen en leg mijn gezicht tegen het hare aan. Ik vraag me af of het veel pijn zal doen.
Met een harde klap slaat de deur langs ons open. Met automatische wapens gewapende mannen stormen naar binnen en openen onmiddellijk het vuur op onze belagers. Het duurt even voordat ik in de gaten heb dat deze mannen, en ik zie nu ook een paar vrouwen, politieagenten zijn.
Binnen tien seconden wordt het laatste verzet uitgeschakeld.
Als ze bezorgd op me af loopt, houd ik de hellebaard nog steeds in een verdedigende houding. Dat het gevaar en het bloedvergieten voorbij is, dringt slechts langzaam tot me door.
"Ben je in orde?" vraagt ze aarzelend.
"Ja, alles goed. Dank je." verzucht ik. Mijn mensen lijken alles onder controle te hebben. Nu we veilig zijn zoek ik snel mijn kroost. Ik vind ze, bij elkaar, tussen de anderen aangeslagen en emotionele jongeren. Patrick wordt door zijn zus ondersteund zodat hij kan zitten. Ondertussen verbindt Ben zo goed als hij kan diens been.
Ik val bij ze op mijn knieën, en sla mijn armen om hen heen. Ik vreesde dat ik ze kwijt was. Dat ik ze nooit meer zou zien. Tranen van vreugde en opluchting rollen over mijn wangen.
Patrick's kreunen herinnert me aan zijn verwonding. Ben's geïmproviseerd verband heeft het bloeden grotendeels gestopt. Ik stel hem gerust dat er hulp onderweg is. Nadat ik ze alle drie een kus heb gegeven, sta ik op om me weer aan mijn plichten te wijden.
Nu pas realiseer ik me, dat mijn gasten ook hier zijn. Giles biedt even verderop eerste hulp aan één van de jeugdige slachtoffers.
"Zijn jullie oké?" hoor ik Xander langs me ongerust vragen. Hij is flink bezweet, en zijn kleren vertonen scheuren en bloedvlekken, maar ik kan tot mijn opluchting geen noemenswaardige verwondingen ontdekken.
"Ik mankeer niets." stel ik hem gerust. "Maar Buffy kan wat hulp gebruiken."
We ondersteunen haar aan weerszijde, en helpen haar voorzichtig op haar benen.
"Wat dit feest betreft." merkt ze op. "Dit moeten we vooral níet nog eens doen."
"Gelijk heb je." bevestigt Xander. "Het bier was niet te drinken."
"Je had er anders genoeg op." beleer ik hem.
"Ik wilde mijn oordeel niet baseren op een enkele steekproef." verdedigt hij zich.
"Hou op!" smeekt Buffy tussen ons in. "Geen grappen. Ik heb al moeite genoeg met adem halen. Laat staan lachen."
"Waar is de demon gebleven?" vraag ik ze.
"Retour afzender." antwoordt Buffy moeizaam. Ze kijkt me met een triomfantelijke glimlach aan.
"Is het gesmolten?" wil ik nog voor alle zekerheid weten.
"Gesmolten en verdampt. En dat zonder een verhuisbericht achter te laten."
"Ik heb zo'n vermoeden dat'ie er op dit moment weer warmpjes bij zit." reageert Xander.
Terwijl ik naar Sam toe loop vraag ik me af, wat deze kinderen al wel niet allemaal moeten hebben meegemaakt, om na dit bloedbad nog zo luchthartig te zijn.
Mijn medewerker doet verslag van de situatie, als de eerste brancards binnen gereden worden. Nu professionele verzorging voor de gewonden gearriveerd is, komen agenten vrij om de afvoer van de arrestanten te begeleiden. Hoe eerder die weg zijn hoe liever.
"Hoofdinspecteur!" roept Tom als hij naar me toe komt hollen. "Commissaris Quin zoekt u."
"Zijn er al journalisten?" wil ik weten.
"Uh, ja. Er is zelfs al een tv-ploeg."
"Prima. Zorg er voor dat de bekendste arrestanten voor het oog van de camera's worden afgevoerd op het moment dat Quin geïnterviewd wordt."
Tom is nog maar net weg of mijn chef meldt zich aan.
"Wat is hier in godsnaam gebeurd, Lynn?" roept hij me toe, terwijl hij in zijn nette pak tussen de doden en gewonden door loopt.
Ik geef hem een korte, elementaire, beschrijving van de afgelopen uren. Zonder de demonen te vermelden. Voordat hij lastige vragen kan stellen, vraag ik of hij de pers te woord wil staan, omdat ik nog te veel moet regelen. Hij slikt het als zoete koek, zoals verwacht. Dit is zijn kans om flink wat punten te scoren.
"Je laat hém de eer van jóuw werk?!" vraagt Ira verbaasd, zogauw Quin weg is.
"Een paar van de arrestanten zijn politieke vrienden van hem." leg ik haar uit. "Als hij ze voor het oog van de wereld af laat voeren, kan hij ze later niet meer beschermen zonder openlijk gezichtsverlies te lijden. Dat geeft mij de zekerheid dat ze allemaal voor de rechter komen. En trouwens, je hebt toch vrienden onder de journalisten?"
Ongeveer tien minuten later is het Patrick's beurt om naar een ziekenhuis afgevoerd te worden. Gwen en Ben willen in eerste instantie mee, maar Patrick overtuigt ze ervan dat hun moeder ondertussen wel dodelijk ongerust zal zijn. Ook Xander's aanbod om hem te vergezellen slaat hij vriendelijk doch resoluut af. Hij vraagt hem op zijn broer en zus te letten.
Even later komt Giles aangelopen. Zijn zorg over de gewonden is door het ambulancepersoneel overgenomen.
"Aeron heeft een wagen voor ons klaar staan." meldt hij. "Het lijkt me het beste als we zo snel mogelijk naar huis toe gaan. Hier kunnen we niets meer doen, en Mary zal wel ongerust worden."
Zwijgend stemmen we toe. Zelfs Xander heeft niet meer de puf voor een gevatte opmerking.
Behalve de Technische Recherche zijn Tom, Sam , Ira en ikzelf nog de enigen in de anders verlaten hal.
"Het viel nog best mee." merkt Ira op. "We hebben zelfs nog twee dagen over."
De spanningen en frustraties van de afgelopen maanden vallen van ons af als ons lachen door de hal galmt.
| Titelblad | Vorig hoofdstuk | Volgend hoofdstuk |
| Buffy pag. |