Johanna verhuisde op 4 september 1893, na de dood van Koenraad, met Petrus Jacobus van Schiedam naar Rotterdam. |
Geboorteakte - N°. 408 Op heden den vijftienden November des jaars achttienhonderd vier en dertig, compareerde voor mij Adrianus Poort, wethouder, gedelegeerd ambtenaar van den burgerlijken staat der Stad Schiedam: Petrus Marijnen, oud zesentwintig jaren, schoenmaker, wonende aan het broêrsveldpad alhier, wijk C N°. 558: welke mij een kind van het vrouwelijk geslacht heeft voorgesteld, hedenmiddag ten twaalf ure uit hem, declarant en Margaritha Vos zijne huisvrouw geboren; en aan hetwelk hij verklaard heeft de voornaam te willen geven van Johanna. De gemelde verklaring en voorstelling gedaan in tegenwoordigheid van Anthonij Theodorus Meijer, oud zevenendertig jaren, winkelier en Theodorus Hille, oud zesentwintig jaren, kraanwerker, beide wonende mede alhier, en is deze acte, na gedane voorlezing, door de vader en getuigen nevens mij onderteekend. |
Afkondigingen van het huwelijk werden op 1 en 8 april 1855 'voor de deur van het Huis der Gemeente,
ingevolge de wet, aangeplakt´. Huwelijksakte - N°. 17 Op heden den elfden April achttienhonderd-vijfenvijftig, zijn voor ons ondergeteekende, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand te Schiedam, in het Huis der Gemeente verschenen, ten einde een Huwelijk aantegaan: Koenraad van Gogh, oud drieentwintig jaren, arbeider, geboren en wonende alhier, meerderjarige zoon van Koenraad van Gogh, zonder beroep en van Johanna van Krugten, zonder beroep, beiden wonende alhier, en Johanna Marijnen, oud twintig jaren, naaister, geboren en wonende alhier, minderjarige dochter van Petrus Marijnen, Schoenmaker, wonende alhier en van Margaritha Vos, overleden. De beide afkondigingen van dit Huwelijk hebben alhier zonder stuiting plaats gehad op den eersten en den achtsten April jongstleden. En hebben de verloofden aan ons overlegd: hunne geboorte-acten, de acte van overlijden van de moeder der bruid en de Notariële toestemming tot dit huwelijk van haren vader [Johanna was minderjarig]. De vader van den bruidegom, hiertegenwoordig, heeft ons verklaard in dit huwelijk toe te stemmen, alsmede dat gelijke toestemming ook aan den bruidegoms moeder is gevraagd. Voorts verklaarden de na te noemen getuigen, onder ede, dat, "ofschoon in de overlijdens acte van de moeder der bruid, de spelling van derzelver voornaam met die in hare geboorte-acte verschilt, daarmede evenwel dezelfde persoon bedoeld wordt"; Waarna wij hen in het openbaar hebben afgevraagd of zij elkander aannemen tot echtgenooten, en getrouwelijk aale die pligten zullen vervullen, welke door de wet an den Huwelijken staat verbonden zijn, hetwelk door hen uitdrukkelijk met JA beantwoord zijnde, hebben wij, in naam der wet uitspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkander verbonden zijn, in tegenwoordigheid van: Petrus Hendricus van Gogh, oud drieendertig jaren, zakkendrager; Johannes Bartholomeus van Gogh, oud eenendertig jaren, kleermaker, broeders van den bruidegom; Petrus Jacobus van Krugten, oud negenentwintig jaren, kuiper, neef van den bruidegom en Cornelis Kok, oud zesendertig jaren, mandenmaker, allen wonende alhier. En is hiervan door ons deze acte opgemaakt, welke, na gedane voorlezing, door de comparanten, de getuigen en ons is onderteekend. [Bruidegom tekent met: "Koenraad van Gogh", zijn vader met: "K. van Gogh"] |