|
huwelijksakte no. 18: op heden den zestienden Mei 1849, zijn voor ons ondergeteekende, Ambtenaar van den Burgerlijken Stand te SCHIEDAM, in het Huis der Gemeente verschenen, ten einde een huwelijk aan te gaan: Petrus Hendricus van Gogh, oud zeven en twintig jaren, zakkendrager, geboren en wonende alhier, meerderjarige, zoon van Coenraad van Gogh, zakkendrager, en van Johanna van Krugten, zonder beroep, beiden alhier woonachtig, en Adriana Kools, oud negen en twintig jaren, dienstbaar geboren te Oosterhout en wonende alhier, meerderjarige, dochter van Adriaan Kools, arbeider en van Catharina van Bavel, zonder beroep, beiden wonende te Oosterhout De beide afkondigingen van dit Huwelijk hebben alhier zonder stuiting plaats gehad op den zesden en den dertienden Mei jongstleden. En hebben de verloofden aan ons voorgelegd hunne geboorteacten. De vader des bruidegoms en de ouders der bruid, alhier tegenwoordig, verklaarden in dit huwelijk toe te stemmen. Hebbende de vader des bruidegoms verklaard de toestemming tot dit huwelijk gevraagd te hebben aan de moeder des bruidegoms. Waarna wij hun in het openbaar hebben afgevraagd of zij elkander aannemen tot echtgenooten, en getrouwelijk alle de pligten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn, htewelk door hen uitdrukkelijk met JA beantwoord zijnde, hebben wij, in naam der wet, uitgspraak gedaan, dat zij door den echt aan elkander verbonden zijn, in tegenwoordigheid van: Johannes Bartholomeus van Gogh, oud vijf en twinntig jaren, kleermaker, broeder des bruidegoms, Hubertus van Gogh, oud vier ne vijftig jaren. metselaar, oom des bruidegoms, Willem van Riet, oud twee end ertig jaren, molenaar, neef des bruidegoms en Cornelis van Scherpenseel, oud acht en twintig jaren, kleermaker, geen bloedverwant, allen wonende alhier. En is hiervan door ons opgemaakt deze acte, welke, na gedane voorlezing, door de comparanten, de getuigen en ons is onderteekend, hebbende de bruid en haar vader verklaard hunne namen niet te kunnen schrijven als de schrijfkunst niet verstaande |